Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het primaat van de paus - pagina 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het primaat van de paus - pagina 13

1. Historische uiteenzetting...Het pauselijk gezag tot Leo I - De ontwikkeling in de middeleeuwen - Conciliarisme en papalisme - Concilie van Constanz, 1414 - 1418, en zijn nasleep - Luther - Calvijn - De oosterse en anglicaanse kerken - De contra reformatie tot de 19e eeuw - Het eerste en tweede Vaticaans concilie...2. Schriftuurlijke gegevens...3. Conclusies...

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

maar door verstand overtuigen". W a n t ook Petrus zeide niet, toen Paulus met hem over de besnijdenis twistte, dat hij het primaat had, en dat hij gehoorzaamd moest worden". Ludwig noemt de tragische schuld van Cyprianus zijn overspanning van de noord-Africaanse exechese van Matth. 16. Hij zou daarbij over het hoofd hebben gezien, dat er bij velen onder de clerus en leken in noord afnca een pro - Rome stemming bestond, (a.w. pag. 3 5 ) . Het is natuurlijk geheel onjuist van Ludwig hier van schuld te spreken. Als iemand een vaste overtuiging heeft, en die desnoods tegen de publieke mening in handhaaft, is dit geen schuld, het kan eerder wijzen in de richting van karaktervastheid. W e zullen nu niet in beschouwingen treden over de juistheid van de opvattingen van Cyprianus. Zijn beschouwingen zijn nogal moeilijk te v o l g e n . 1 0 ) D e redeneringen van de vurige voorstanders van het pauselijk primaat waren meer ongecompliceerd en konden daarom misschien ook makkelijker aanvaard worden. Maar geheel juist was het van Cyprianus als hij erop wees, dat ook Petrus zich heeft laten vermanen. , D i t alles speelde zich af plm. 250. W i j kunnen natuurlijk niet heel de geschiedenis doorlopen en dan de gebeurtenissen ook nog van commentaar voorzien. W e geven maar af en toe een momentopname. Men zou echter kunnen vragen: Hoe waren de gedachten van de grote kerkvader Augustinus in deze kwestie? W i j kunnen er niet zo veel van zeggen. In theorie en zeker in de pracktijk kende Augustinus het primaat van Rome. Maar J. Ludwig zegt b.v., dat er bij hem een zekere ombuiging was. En dat zou komen door een te pneumatisch kerkbegrip (waarbij dus, grof gesproken meer aan het vervuld zijn van ambtsdragers en leden door de H. Geest gelet werd, dan op hun officieel kerkelijk aangesteld zijn). Men kan anderzijds vragen o f in de r.k. kerk in de loop van de eeuwen alles niet te veel overwoekerd is door een te formalistisch-juridisch kerkbegrip, waarbij de werking van de H. Geest te veel op de achtergrond r a a k t e . n ) In de practijk heeft Augustinus echter duidelijk het oppergezag van Rome erkend. Met name in de pelagiaanse strijd. Als theoloog was 10) C y p r i a n u s ' theorie k o m t hierop neer: D e k e r k op aarde is eerst alleen op P e t r u s gegrond. D r a g e r s van de eenheid zijn de bisschoppen. D e z e staan op dezelfde lijn als de apostelen. Alle apostelen hebben later bisschoppelijke m a c h t , m a a r toch is de kerk gegrond op de éne bisschop Petrus. D e z e beschouwingen zijn m.i. niet h o u d b a a r en hebben o o k iets tweeslachtigs, daarentegen was b . v . L e o I veel duidelijker en eenvoudiger met de sterke n a d r u k op het pauselijke primaat. 11) D i t is een boeiend vraagstuk. N o o i t , ook niet bij het diepste v e r v a l en het sterkste formalisme is de vroomheid geheel verdwenen. Verschillende pausen, die hun oppergezag zeer sterk verdedigden w a r e n nu niet dadelijk een voorbeeld van v r o o m leven. Anderzijds w a r e n er ook pausen, die zeer op hun m a c h t de nadruk legden en toch bevorderaars waren van de vroomheid. Innocentius I I I bevestigde de regel v a n de Franciscanen. Gregorius I ( 5 9 0 - 6 0 4 ) die zich G o d s consul noemde deed veel v o o r het kloosterwezen en de zending.

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

Reformatorische stemmen | 84 Pagina's

Het primaat van de paus - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

Reformatorische stemmen | 84 Pagina's