Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het primaat van de paus - pagina 64

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het primaat van de paus - pagina 64

1. Historische uiteenzetting...Het pauselijk gezag tot Leo I - De ontwikkeling in de middeleeuwen - Conciliarisme en papalisme - Concilie van Constanz, 1414 - 1418, en zijn nasleep - Luther - Calvijn - De oosterse en anglicaanse kerken - De contra reformatie tot de 19e eeuw - Het eerste en tweede Vaticaans concilie...2. Schriftuurlijke gegevens...3. Conclusies...

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

gelegd. De paus is hoofd van de herders en gelovigen. Hij heeft de hoogste universele macht over de gehele kerk. Het bisschopscollege heeft ook de hoogste macht (hier schijnt de leer van het dubbele subject van de hoogste macht voorgedragen te worden) maar alleen in gemeenschap met het hoofd, de paus van Rome. Bij het beschrijven van de bevoegdheden van de bisschoppen en concilie wordt toch weer met klem gewezen op de voorrechten van de paus. Deze bekrachtigt zulke concilies of aanvaardt ze tenminste. De paus moet deze concilies samenroepen en presideren. 1 1 0 ) W i j bemerken dus, dat ondanks het feit, dat velen achten dat het althans historisch niet vaststaat dat de paus het voorrecht heeft, concilies bijeen te roepen, het concilie wel degelijk dit tot de bevoegdheden van de paus erkent. Zoals we vroeger zagen, is er een discussie geweest tussen Scheeben en Funk, waarbij bleek, dat vroeger de keizers de concilies bijeenriepen. Iets minder duidelijk blijkt het pauselijk primaat uit het stuk, dat handelt over het leergezag der bisschoppen. De onfeilbaarheid van de paus wordt daar nog eens duidelijk in herinnering gebracht. Doch omdat het toch nog te makkelijk zou kunnen worden opgevat, alsof in het laatste concilie aan het primaat van de paus zou worden tekort gedaan, heeft de algemene conciliesecretaris, mgr. P. Felici, op 16 november 1964 de reeds meerdere malen genoemde nota explicativa praevia afgekondigd. Door het hoger gezag werd de nota gegeven en volgens de geest en uitspraak, van deze nota moest de leer van het derde hoofdstuk (over de hiërarchie dus) gelezen worden. W e lezen daar: „Wat de collegialiteit betreft, de term college wordt niet in strict juridische zin aangewend, alsof het een groep van gelijken betrof, die hun macht aan hun voorzitter opdragen, maar wel als betreffende een bestendige groep, waarvan de structuur en het gezag uit de openbaring af te leiden zijn. De buitengewone volmachten van de apostelen zijn niet op de bisschoppen overgegaan en ook de macht van het hoofd en de leden van het college is niet hetzelfde. Er staat dan ook in het conciliebesluit over de collegialiteit: Zoals door de instelling van de Heer de heilige Petrus en de overige apostelen één college vormen, zo zijn op gelijksoortige wijze de paus van Rome, de opvolger van Petrus, en de bisschoppen, de opvolgers van de andere apostelen, met elkaar verbonden. Niet op dezelfde wijze. W a t de twee subjecten van de hoogste macht betreft, het onderscheid

110) In de p r a k t i j k is de paus alleen werkelijk voorzitter van de plechtige openings- en slotzittingen, wel volgt hij de verhandelingen in de St. Pieter direct. H i j ziet ze op het televisiescherm. D a t bleek b.v. op de zg. z w a r t e donderdag, 19 november 1964. O m p l m . elf uur deed kardinaal Tisserant een mededeling over de stemming omtrent het schema van de godsdienstvrijheid. Die stemming zou nog niet plaats hebben. Tisserants verklaring werd in het diepste stilzwijgen aangehoord. D a a r o p brak een geweldig tumult los. Leden v a n het conciliepresidium bleken van die beslissing nog niet op de hoogte. D e paus, die de vergadering per televisie volgde, belde toen mgr. Felici op. (aldus K.A. 5/2 1965, 191 en 197)

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

Reformatorische stemmen | 84 Pagina's

Het primaat van de paus - pagina 64

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

Reformatorische stemmen | 84 Pagina's