De mondigheid van de christen - pagina 35
Dietrich Bonhoeffer - Herstructurering bepleit - Bijbelse bezinning noodzakelijk - Geloof en kennis - Een volkomen man - De volheid van Christus - De gemeente is onderweg - Waardoor wordt de mondigheid bedreigd? - Gods werk gaat voort: Opbouw en groei - Structuurelementen van de gemeente - Missionair elan - De mondige christen in de mondige wereld - Solidariteit en antithese.
Bijbel in het leven v a n
de christenen
alleen m a a r in d e
g e w e r k t w o r d t , o n d a n k s alle g o e d e b e d o e l i n g e n . 3:
De
de
opbouw
Wie
prediking.
42
hand
)
doctrina zegt, zegt o o k prediking.
der gemeente
tot m o n d i g h e i d
is d e
Voor
Woordverkon-
diging
onontbeerlijk. T a l l o z e m a l e n k o m t in de S c h r i f t het p r e -
diken,
leren,
Evangelie,
de
vermanen
ter
ontvouwing
sprake. van
m e e n t e b e g e l e i d e n e n is ' o n m i s b a a r d e g r o e i n a a r d e v o l h e i d als d o e l ' . Daarbij mag
De
verkondiging
het W o o r d 43
Gods,
van
moet
het
de
ge-
als i n s p i r e r e n d e k r a c h t
bij
)
de prediker m a a r niet blijven staan bij het
ABC
van het Evangelie. D e volle rijkdom van het W o o r d m o e t
door-
gegeven worden.
E r is m e l k , m a a r o o k v a s t e s p i j z e
1 1 - 1 4 ; 6 : 1 v ; zie o o k 1 C o r . 3 : 1 w ) . lijkheid
voor
verschillends
dat
onder
(Hebr.
Hier doet zich de
het
'volle
Evangelie'
verstaan wordt.
Ieder
die in deze
vaak
arbeid
k e n is, l o o p t g e v a a r d e v o l h e i d v a n h e t E v a n g e l i e t e tot enkele aspecten,
die h e m
aanspreken.
Wij
5 :
moei-
iets
heel
betrokbeperken
zijn helaas
ook
allerlei wijze b e ï n v l o e d . " Z i e o o k blz. 63 w over creatie en recreatie, waar Baarda op voorzichtige wijze toch rekent met een zekere ( r e ) c r e a t i e v e werkzaamheid van de oergemeente in de situatie na Pasen, en de indruk wekt als zou het getuigenis van de Evangeliën rusten o p het geloof der gemeente. V o o r hoeveel vragen de d o o r Baarda g e v o l g d e m e t h o d e stelt en hoeveel hypothesen als uitgangspunt g e n o m e n w o r d e n , die soms elkaar lijnrecht weerspreken laat het b o e k van J. R o h d e , Die Redaktionsgeschichtliche Methode, Furche V e r l a g , H a m b u r g 1964 ons zien, waarin de auteur een overzicht geeft van verschillende publicaties die de laatste jaren over de Evangeliën verschenen zijn. H e t b o e k j e van Baarda is d o o r Prof. Dr. H. N. R i d d e r b o s , in het Geref. Weekblad ( K o k , K a m p e n ) van 5, 12, 19 mei aan critische beschouwing onderworpen. R i d d e r b o s is niet gelukkig met dit geschrift. Z i j n bezwaar is dat „ o p deze wijze de overlevering steeds m e e r o p rekening van de gemeente wordt gezet en in diezelfde mate ook haar karakter van autoritatieve apostolische overlevering verliest". ( G . W . 19 mei ' 6 7 ) . D e gemeente heeft z.i. in de Evangeliën meer ontvangen dan in Baarda's geschrift wordt uiteengezet. V g l . v o o r deze vragen o o k de discussie tussen D r . G. Augustijn en Prof. R i d d e r b o s in het Geref. Weekblad van 16 juni 1967. 42) Prof. v. Riessen schrijft dit in een critische beschouwing van Kuiterts Schriftopvatting, in de Mededelingen van de Vereniging voor Calvinistische Wijsbegeerte, ( K o k , K a m p e n ) , maart 1967, blz. 11. « ) Berkhof, Katholiciteit, blz. 67.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968
Reformatorische stemmen | 52 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968
Reformatorische stemmen | 52 Pagina's