De actualiteit van Martin Bucers ambtsopvatting - pagina 46
1. Inleiding...2. Het dogmatische kader. - Het christologisch motief - Het pneumatologisch motief - Het ekklesiologisch motief...3. De historische achtergrond...4. Bucers ambtsbeschouwing. - Ambt en gezag - Ambt en charisma - Ambt en gemeente - Ambt en ordinatie - Ambt en ambten - Het ambt en zijn geheim - Ambt en voorvragen...5. De actualiteit van Bucers ambtsopvatting. - Ambtelijke Christus-representatie - Het ambt en zijn functies...
Dit impliceert, dat er pariteit is tussen de ambtsdragers. Allereerst raakt dit de verhouding tot de andere bisschoppen. Die is er een van principiële gelijkheid. Weliswaar hebben sommige dienaren een meer omvattende zorg over de kerken dan anderen, maar dit impliceert in geen enkel opzicht dat zij meer macht hebben dan de anderen. De principiële gelijkheid tussen alle bisschoppen fundeert Bucer in de principiële gelijkheid van alle kerken. Iedere kerk heeft een volheid van de sleutelmacht. Daarom betekent het een discriminatie van de kerken, wanneer men aanneemt dat de dienaren van sommige kerken meer kerkelijke macht hebben ontvangen dan anderen. 'Er zijn geen bisschoppen, die méér macht in de heilige dienst hebben dan welke willekeurige herder ook' Er is slechts één episcopaat, waaraan alle bisschoppen gelijkelijk deel hebben. Bisschoppen van provinciale hoofdsteden hadden de macht om synodes bijeen te roepen. Maar het opzicht over de anderen werd niet door hen, doch door deze synodes uitgeoefend, 'maar afgezien daarvan hadden zij niet méér macht over de bisschoppen of over de kerken . . . dan iedere christen over een andere christen heeft, n.1. om door heilige aansporingen te verhoeden dat iemand zondigt, en wanneer er gezondigd is te zorgen dat het door oprecht berouw wordt verbeterd'. Het gezag van de bisschop is dat der meerdere begaafdheid. Hetzelfde geldt voor de verhoudingen binnen het presbyterium. Hier heeft de episcopos de leiding. Ook hier heerst niet een uiterlijke rangorde in kerkelijke macht, maar de innerlijke onderscheiding van charismatische begaafdheid. Het gezag van de bisschop is niet strikt juridisch van aard. Er is ook geen principieel verschil tussen de opzieners en de ouderlingen, tussen de bisschop en de presbyters. Episcopos en presbyteros zijn voor Bucer wisselbegrippen. Men kan ze door elkaar gebruiken. Bucer zelf was in 1541, na het overlijden van Capito tot superintendent benoemd, aan wie de opperste zorg was toevertrouwd van de synode en 't predikantenconvent. Bucer beschouwde dit als eis van een rationeel beleid, en niet als teken van hogere waardigheid: 'iemand moet de overigen voorgaan en dienen in de zorg en uitvoering van ge-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1971
Reformatorische stemmen | 64 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1971
Reformatorische stemmen | 64 Pagina's