Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De actualiteit van Martin Bucers ambtsopvatting - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De actualiteit van Martin Bucers ambtsopvatting - pagina 21

1. Inleiding...2. Het dogmatische kader. - Het christologisch motief - Het pneumatologisch motief - Het ekklesiologisch motief...3. De historische achtergrond...4. Bucers ambtsbeschouwing. - Ambt en gezag - Ambt en charisma - Ambt en gemeente - Ambt en ordinatie - Ambt en ambten - Het ambt en zijn geheim - Ambt en voorvragen...5. De actualiteit van Bucers ambtsopvatting. - Ambtelijke Christus-representatie - Het ambt en zijn functies...

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

van een christenmens. Vrij staat hij ook ten opzichte van anderen, die boven hem zouden staan. Toch mondt deze visie op het werk van de Geest niet uit in een relativering van het kerkelijke ambt. De Geest past het heil toe naar goddelijke orde. God heeft het verordend, God heeft het voorgeschreven - dat is de gedachte waarachter Bucer niet teruggaat. Het is Gods orde, om het heil te bedienen in de kerk. Zelfs de verstgevorderden (de perfectiores) kunnen de gemeenschap der heiligen niet missen. Bij Bucer verzandt het werk van de Geest niet in de onpeilbare mystieke diepten van het mensenhart, maar het vloeit breed uit in de sociale lagen van het mensenleven. Christus werkt door zijn Geest in zijn kerk. 3. Het ekklesiologisch

motief

Bucers kerkbegrip wordt beheerst door de gedachte van het Lichaam van Christus. Christus is daarvan het Hoofd. Voor Bucer betekent dat een accentuering van het koninklijk aspect van zijn relatie tot de gemeente. 'Alle leven, beweging, gevoel en actie komt van Hem. A a n onszelf overgelaten zijn wij wat een lichaam is zonder hoofd'. De aanduiding van de kerk als Lichaam van Christus betekent voor Bucer meer dan alleen maar een overdrachtelijke, symbolische manier van spreken. Het geeft uitdrukking aan de wezenlijke verbondenheid van de gelovigen met Christus en tegelijk van de levende verbondenheid tussen de gelovigen onderling. Naar haar relatie met Christus beschouwd is de kerk onzichtbaar. Met name tegenover de roomskatholieke accentuering van de zichtbaarheid van de kerk benadrukt Bucer het feit dat de kerk in feite slechts bij God bekend is. Maar tegenover de anabaptisten met hun verinnerlijking van de kerk onderstreept Bucer de zichtbaarheid. En altoos klinkt door dat men de zichtbare kerk niet van de onzichtbare mag scheiden of omgekeerd. Juist als Lichaam van Christus is de de kerk de gemeenschap der heiligen. 'Waar zijn de mensen hartelijker en inniger aan elkander verbonden, dan waar zij als leden van één Lichaam elkander herkennen'. Een mooie definitie geeft Bucer van de kerk in zijn geschrift 'Von der

Dit artikel werd u aangeboden door: Willem de Zwijgerstichting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1971

Reformatorische stemmen | 64 Pagina's

De actualiteit van Martin Bucers ambtsopvatting - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1971

Reformatorische stemmen | 64 Pagina's