Zonder gezag geen vrijheid - pagina 36

verplicht tot gehoorzaamheid aan de hoogste W e t g e v e r ; zij is ten aanzien van haar eigen f u n c t i o n e r i n g niet onttrokken, veeleer méde onderworpen aan de critiek dergenen die in de o n d e r w e r p i n g aan haar gezag een dienst aan God, een christelijke liturgie in het leven van iedere dag zien. D e grenzen zijn niet apriori vast te stellen. Dat voor Paulus het " G o d e meer gehoorzaam zijn dan de mensen", krachtens het W o o r d des H e r e n zelf, niet m i n d e r gold dan voor de andere discipelen ( H a n d . 4 : 19; 5 : 29) is boven alle twijfel verheven. Die grens valt echter niet samen met het eigen- of groepsbelang; het is voor een christen altijd beter onrecht te lijden dan te doen (vgl. I Petrus 2 : 19-25). W a a r het de apostel vooral om gaat — zegt Kasem a n n — is niet de gemeente o p grond van haar christen-zijn o p deze grenzen te wijzen, maar haar juist duidelijk te maken, dat zij haar gehoorzaamheid en dienst aan Christus niet buiten ,maar binnen de door de Overheid haar gestelde grenzen in praktijk heeft te brengen. Daaro m respecteert de christen de overheden ook niet uit opportunistische overwegingen, om de van hogerhand dreigende s t r a f f e n te ontgaan of omdat tegenstand toch niet zou baten of om er profijt van te trekken. Hij staat positief tegenover de staatsmacht uit besef van verantwoordelijkheid, in gewetensvolle binding aan de wil van G o d (Romeinen 13 : 5 ) . Mijn derde opmerking ontleen ik, met een geringe toevoeging (curs i e f ) aan een exposee van Dr. B. Wentsel, waarin hij er op wijst, dat de Gemeente van Christus haar politieke handelen f u n d e e r t in de zeggenschap van de G o d des verbonds, die Heer is over mensen en machten (theocratie). Zij ziet de Overheid als diaken Gods, in dienst van de gerechtigheid met de opdracht Zijn wil en wet tot welzijn van het volk gestalte te geven in een eigentijdse toepassing. Concreet kan dit velerlei betekenen: het in vrede samenleven van rassen en groepen; de zelfverloochening van de rijken en de hulp aan de armen; de zorg voor een gezond leefmilieu en het wonen in goede huizen; een rechtvaardige verdeling der inkomens naar behoefte en prestatie; het verschaffen van ruime mogelijkheid tot de noodzakelijke rust en recreatie voor alle burgers; het bevorderen van de lichamelijke en geestelijke volksgezondheid naar de normen van het Evangelie. D a a r de bron voor een eigen verantwoordelijkheid ten deze gelegen is in het staan voor Gods aangezicht, in het eerbiedigen van de N a a m , zal de vlucht voor God en het verlies van de N a a m ook "een politieke zonsverduistering" (B. W e n t s e l ) ten gevolge hebben. Als God geen H e e r m a g

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen