Een koninklijk priesterschap; De betekenis van 1 Petrus 2:9 voor de opbouw van de gemeente - pagina 48

behandeld in twee geschriften uit 1520: Een uitleg van Psalm 82 en het geschrift Von den Schleichern und Winkelpredigern. 44 H-M. Barth, Einander Priester sein, S 29-53. 45 Vgl. voor de vragen r o n d o m de roeping tot het ambt en ordinatie ook K.P Voss, o.e., S. 72ff, die er o p wijst hoe bij L u t h e r ook de in 1 Petrus 2 : 9 genoemde verkondigingsfunctie tot zijn recht komt: 'Es ist dieser Locus classicus selbst aus dem Luther den Auftrag und die Vollmacht zur Verk ü n d i g u n g als Teil des christlichen Priestertums herleitet' (Voss, o.e., S 65). 46 Barth, o.e., S 43. 47 Zie W. van 't Spijker, 'Kerk en ambt' in J. v.d. Graaf e.a., Een vaste burcht voor de ker der eeuwen (Opstellen opgedragen aan drs. K. Exalto), Kampen 1989, blz. 35-36. Zie ook Voss, o.e., S 88ff. 48 Barth, o.e., S 53. 49 Zie vooral W. van 't Spijker, De ambten bij Martin Bucer, Kampen 1970; Idem, 'Aspecten van gemeenteopbouw in de Reformatie' in Theologia Reformata 33 (1990), blz. 315-323. 50 Van 't Spijker, a.art., blz. 317. 51 Van 't Spijker, Ambten, blz. 37-106. 52 Van 't Spijker, a.w., blz. 45. 53 Van 't Spijker, a.w., blz. 76. 54 Van 't Spijker, a.w., blz. 80-81. 55 Van 't Spijker, a.w., blz. 344 vv. Zie ook W. van 't Spijker, 'De ambten bij Martin Bucer' in P.J. Rossouw, Gereformeerde Ampsbediening, Pretoria 1988, blz. 117. 56 In Nederlandse vertaling uitgegeven door H.J. Selderhuis onder de titel Over de ware zielzorg, G o u d r i a a n - K a m p e n 1991. Zie ook Van 't Spijker, Ambten (1970), blz. 159-176 en K. Exalto, Een pastorale gemeente. Martin Bucers visie o p de gemeente, Apeldoorn 1986. 57 Zie Van 't Spijker, Ambten (1970), blz. 402vv; A. Noordegraaf, Orientatie in het diakonaat, Zoetermeer 1991, blz. 80-81. 58 Van 't Spijker, Ambten (1970), blz. 286-321. 59 Zie Eastwood (1960), o.e., p. 66-71; Voss, o.e., S. 114-119; W. Krusche, Das Wirken des Heiligen Geistes nach Calvin, S. 151 ff. 60 Zie J. Calvijn, Catechismus van Geneve, Vr. 34-45; Institutie II, 15; Vgl. in verband met de vrucht van Christus ambtsdienst W. Krusche, o.e., S. 152: Was Jesus Christus ein für allemal für uns getan hat, das macht sein Geist je u n d immer an uns wirksam'. 61 Zie Institutie II, 15, 6 'Verder draagt Christus de Persoon van Priester niet alleen opdat H i j door de eeuwige wet der verzoening de Vader jegens ons gunstig zou stemmen, maar ook o m ons o p te nemen in de gemeenschap van zo grote eer (Openb. 1 : 6), 'Zie ook Calvijns commentaar o p 1 Petrus 2 : 5. 62 Vgl. Institutie IV, 18, 16; Alsmede Calvijns opmerkingen in zijn commentaar o p Rom. 12: 1; 1 Petr. 2 : 5, 9 en Hebr. 13 : 15v. 63 K.P. Voss, o.e., S. 117. 64 A.F.N. Lekkerkerker, Oorsprongen functie van het ambt, 's-Gravenhage 1971, blz. 140. 65 Met n a m e sinds de Doleantie, onder invloed van A. Kuyper, spreken velen over het 'ambt van de gelovige binnen de kerk. A.A. Ruler, Bijzonder en algemeen ambt, Nijkerk 1952, blz. 42 noemt dit 'rijkelijk ondoordacht'. We moeten het christen-zijn z.i. niet ecclesiologisch verengen. We zijn als christenen wel gemeenschappelijk, maar niet ambtelijk in de kerk. In die

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen