De landbelofte. Een Bijbelstudie over een gevoelig onderwerp - pagina 25
Israëltheologie – landbelofte – landbezit – preek over Psalm 105 – heilsgeschiedenis – vergeestelijking
die we niet gewoon zijn tot het erfland van Israël te rekenen. Het was eerst onder koning Salomo dat het beloofde land die uitgestrektheid heeft bereikt. We lezen: ‘En Salomo was heerser over al de koninkrijken van de Rivier (de Eufraat) af tot het land der Filistijnen, tot de grens van Egypte; zij brachten geschenken en dienden hem zijn leven lang’ (I Kon. 4 : 21). Dit stemt nagenoeg overeen met de afmeting van het land zoals daar in Genesis 15 : 18 over gesproken was: ‘…van de rivier van Egypte af tot aan de grote Rivier, de rivier Eufraat’. Maar van een echt landbezít van deze omvang wordt hier toch niet gewaagd, Salomo heerste slechts met het opleggen van tributen over de bewoners van die buitenstreken. 2) Verder zien wij koning Salomo onverantwoordelijk - in onze ogen dan omgaan met het erfland wanneer hij aan koning Hiram van Tyrus twintig Galilese steden afstaat (I Kon. 9 : 11). Dat was niet eens ‘land in ruil voor vrede’, want die Hiram was een bevriende mogendheid. Koning Salomo deed die steden aan koning Hiram cadeau, als waardering voor diens hulp (ceder- en cypressenhout van de Libanon) bij de bouw van de tempel en het paleis. Zo bleek hieruit impliciet dat van het beloofde land de tempelen koningsstad Jeruzalem het voornaamste was. Het omgekeerde, tempel in ruil voor land, zou zeker geen optie zijn geweest. 3) We krijgen eigenlijk voortdurend de indruk dat de grenzen van het beloofde land nooit vast hebben gestaan en dat ze met de bewogen geschiedenis van Israël op en neer zijn gegaan: groot in tijden van macht, klein in tijden van onmacht. Het landbezit was op de behoefte van het volk afgestemd, meer economisch trouwens dan politiek. En religieus, niet te vergeten, zoals we kunnen zien aan Nabot en zijn akker (I Kon. 21)! Bij het fluctueren van de grenzen van het beloofde land zoals we dat uit de bijbel opmaken kan terecht de vraag gesteld worden welke afmetingen nu toch bedoeld worden bij de tegenwoordige landclaim: die uit Salomo’s tijd of die uit Nehemia’s dagen, bij voorbeeld? e) De landbelofte na de ballingschap 1) We lezen namelijk in Nehemia 1 : 9 hoe het nieuwe landbezit van na de ballingschap in beperkende zin met aangepaste woorden van Mozes benoemd wordt: ‘Bekeert gij u’, had Mozes gezegd, ‘al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, de HERE uw God zal u vandaar bijeenbrengen… en u brengen naar het land dat uw vaderen bezeten hebben’ (Dtn. 30 : 4 – 5). Nehemia, dit woord van Mozes citerende, zegt (in de zo bekende bewoording van Deuteronomium, niet over het land maar over het heiligdom): ‘…en u brengen
24
110081 W.deZwijger HdeJong 21-3.indd 24
30-3-11 15:09
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2011
Reformatorische stemmen | 54 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2011
Reformatorische stemmen | 54 Pagina's