Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over het lager technisch onderwijs - II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over het lager technisch onderwijs - II

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door A.Bax,

NA DE TWEEDE WERELDOORLOG

Na de Tweede Wereldoorlog werd een nieuwe periode voor het lager technisch onderwijs ingeluid.

Op 22 april 1947 stelde de minister van O. en W. een kommissie in, die tot taak kreeg wijzigingen in de richtlijnen voor het lager nijverheidsonderwijs voor jongens aan te brengen. Deze kommissie stond onder voorzitterschap van Mr. Ir. M. Goote, chef van de afdeling nijverheidsonderwijs van het ministerie van O. en W. In het kort kwam de taak van de kommissie Goote neer op bestudering van:

a. de strekking, inhoud en vorm van het lager nijverheidsonderwijs; b. de pedagogische taak van het technisch onderwijs; c. het invoeren van het eerste voorbereidend leerjaar; d. verlenging van de kursusduur tot drie jaren; e. uitstel van de beroepskeuze van de leerling; f. ruimte kreëren voor een breder algemene ontwikkeling; g. de koppeling van de algemene vakken aan de technische aspekten.

Deze punten zijn nader uitgewerkt door een werkgroep o. a. bestaande uit de inspekteurs Faber en Hennequin. Deze kommissie heeft baanbrekend werk verricht in de ontwikkeling van het technisch lager onderwijs.

De vemieuwingsgedachte kwam op gang, zelfs zo, dat deze nog steeds aan de gang is. Het onderwijs is dynamisch; het moet steeds worden aangepast aan de gewijzigde tijdsomstandigheden en aan de ontwildcelingen in de industrie.

De voorstellen van de kommissie Faber-Hennequin waren o.a. :

1) Leerplan-ontwerp voor de voorbereidende klas, 32 lessen van 50 minuten. Het onderwijs vooral gericht op de algemene vorming van de leerlingen, zowel pralttisch als theoretisch.

2) De grondbeginselen van de gekozen vakrichting op gedegen wijze bijbrengen en tevens ruime aandacht geven aan de algemene vorming, zodat een juist beeld verkregen wordt van de funktie in het maatschappelijk leven.

3) Het theoretisch-technisch onderwijs zal evenals het tekenonderwijs op de praktijk zijn gericht en met het praktijkonderwijs in verband moeten staan.

4) De algemene vakken: nederlandse taal, geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer enz. moeten gericht zijn op het maatschappelijke leven enerzijds en het gekozen beroep anderzijds.

5) De exakte vakken, met inbegrip van natuur-en werktuigkunde, behoren zoveel mogelijk te worden gegeven in verband met, en gericht op de

praktische kennis, die de leerling heeft verworven. 6) De naam "ambachtsschool" veranderen in "lagere technische school".

MENS VORMING

Ook op de 1.1. s. werd van nu aan, aan de mensvorming meer aandacht besteed dan vroeger. De opleiding houdt rekening met: a) Het milieu van de leerlingen. b) De psyche van de leerlingen. o) Eisen, gesteld door de samenleving, d) Eisen, gesteld door het bedrijfsleven.

Volgens figuur 1 is de vroegere opleiding weergegeven. Lft.

Alle leerlingen afkomstig van de 1. s. kwamen in de voorbereidende klas. Daarna in de 2e klas de splitsing in de algemene vakrichting en daarna de eigenlijke vakrichtingkeuze, welke 1 jaar was voor de afdelingen metaalbewerking, timmeren, meubelmaken en schilderen. De afdelingen fijnmetaal, autotechniek en elektrotechniek hadden een 2-jarige bovenbouw.

VROEGERE LESSENTABEL

Een indruk van een lessentabel voor de voorbereidende klas was als volgt:

- handvaardigheid - voorbereidend vaktekenen - handtekenen en klei-arbeid - godsdienst en/of maatschappijleer - nederlandse taal - engelse taal - aardrijkskunde, geschiedenis, biologie - exakte vakken - muzikale vorming - lichamelijke oefening 10 lessen 2 lessen 2 lessen 1 les 3 lessen 2 lessen 3 lessen 6 lessen 1 les 2 lessen totaal 32 lessen van 50 minuten

De leerstof was per jaar verdeeld in 22 perioden van elk twee weken. Na elke 4 perioden een vrije periode; deze diende dan voor herhalingen, proefwerken e. d.

BEROEPSKEUZE WAS TE VROEG

Een belangrijke vraag kwam naar voren. Kan een leerling al op 13-jarige leeftijd zijn juiste beroepskeuzerichting vaststellen?

Het is meerdere malen voorgekomen, dat een leerling op de technische school zijn diploma machinebankwerken behaalde en later in de bomwakken terecht kwam. Het voorbereidend karakter in het begin van de 1.1. s. werd steeds sterker geaksentueerd. Voor de algemene vormende vakken werd een grotere plaats ingeruimd. De techniek werd hoe langer hoe meer als middel gezien, dan als doel. De vorming van de persoonlijkheid van de leerling ging een grotere plaats innemen. Tijdens de voorbereiding van de leerling bij de intrede in het gekozen beroep en bedrijf moet de hulp in de ontwikkeling naar volwassenheid centraal staan. Het onderwijs moet dan ook d. m. v. de technische vakken vanuit de meer algemene gezichtspunten, die onderwerpen moeten behandelen, die de leerlingen helpen zichzelf te vormen en waarbij dan rekening gehouden wordt met hun begaafdheid en interessen.

INSPELEN OP VERANDERINGEN

Deze ontwikkeling is nog steeds in volle gang. De veranderde behoeften van het bedrijfsleven en de ontwikkelingen in de maatschappij hebben dan ook hier als grondslag gediend. Wat deze ontwikkeling betreft, zijn te noemen: de automatisering en industrialisatie, vergroting in de welvaart, verkorting van de arbeidstijd, wetenschap en techniek, komputers en de problemen van de verstedelijking en het milieu.

Het onderwijs kan niet meer volstaan met de overdracht alleen van een hoeveelheid parate kennis, maar moet a. h. w. vooruitlopen op de veranderlijke maatschappij. Een aantal basisbegrippen moet worden bijgebracht waarop dan verder gebouwd kan worden.

Oude funkties verdwijnen, nieuwe funkties komen erbij. Immers nieuwe machines en installaties worden steeds uitgevonden en toegepast in het bedrijfsleven. De school kan dan niets anders doen dan de verzorging op zich nemen van een basisopleiding in de techniek en daarmee de algemene technische ontwikl^eling en oriëntatie in de technische beroepen aantonen.

OP WEG NAAR DE MAMMOETWET

De behoefte om de gehele onderwijsorganisatie te herzien, was reeds aanwezig onder Min. Kuyper (1903). Deze minister stelde de zgn. Ineenschakelingskommissie in om een nieuwe organisatie voor het onderwijs te ontwerpen.

Tot een uitgewerkt geheel kwam het niet; wel bracht de kommissie in 1910 verslag uit, maar na enkele pogingen werd het ontwerp terzijde gelegd.

De volgende poging om het onderwijs te vernieuwen kwam in 1934. Een ontwerp van Wet tot de regeling van grondslagen van het onderwijs werd

opgesteld, maar niet ingediend bij de Staten-Generaal. De volgende die kwam was Dr. Bolkestein in 1946. Deze legde een "Schema van de Organisatie van het Onderwijs" ter diskussie aan de onderwijsorganisaties voor.

De direkte voorganger van minister Cals, Prof. Dr. F. J. Th. Rutten gaf in 1951 zijn "Nota betreffende onderwijsvoorzieningen", die een leidraad moest zijn voor een geleidelijke reorganisatie van ons onderwijsstelsel.

DE MAMMOETWET

Dat ons onderwijsstelsel in organisatie moest veranderen was een gevolg van het feit, dat de meeste onderwijswetten ontstaan waren in tijden, toen de samenleving in veel opzichten anders was dan de huidige. Vooral op het terrein van de sociale voorzieningen en vooral na 1945 is ons levensklimaat en onze levenswijze aanzienlijk veranderd. De aanpassing aan die verandering was helaas in het onderwijs achterwege gebleven. Dat er een nieuw ontwerp gekomen is, is te danken aan het kabinet dat in 1958 zitting had. Dit kabinet stond onder leiding van de min. pres. J.de Quay en de toenmalige minister van O. , K. en W. was minister Cals.

Minister Cals streefde naar één wettelijke regeling voor het gehele voortgezette onderwijs (zie figuur 2). Uitzonderingen hierop zijn o. a. het onderwijs in regionale werkplaatsen en het militaire onderwijs. Voor het leerlingstelsel en het buitengewoon onderwijs zouden afzonderlijke regelingen komen.

In deze wet zit de waarborg verankerd dat de vrijiieid van onderwijs in de door de ouders gewenste zin bevorderd wordt en de taak die de overheid bezit om het onderwijs te bevorderen, m. a. w. alle scholen evenveel studiesubsidie en voor ieder kind een school om verder te studeren.

NIET DE SCHOOL, MAAR HET KIND CENTRAAL, dat is belangrijk. Het ontwerp werd bij de Tweede-Kamer der Staten-Generaal ingediend bij Kon. Besluit van 29 oktober 1958. De memorie van toelichting was getekend door de minister van O., K. en W. : Mr. J. M. L. Th. Cals en door de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, Dr. Ir. A. Vondeling.

Door een uit diverse kamerleden bestaande bijzondere kommissie werd op 21 juni 1960 een voorlopig verslag uitgebracht.

Op 8 februari 1961 volgde met een nota van wijzigingen de memorie van antwoord. Het eindverslag werd op 18 januari 1962 vastgelegd. De openbare beraadslagingen in de Tweede Kamer waren van 21 maart t/m 3 mei 1962. Tijdens deze beraadslagingen werd minister Cals bijgestaan door de direkteur generaal voor het onderwijs, Mr. J. G. M. Broekman. Tenslotte werd op 12 juli 1962 het wetsontwerp in de Tweede Kamer aangenomen met 100 stemmen voor en 44 tegen.

De kommissie van rapporteurs bracht op 27 november 1962 het voorlopige verslag uit in de Eerste Kamer. Op 28 december 1962 het eindverslag. De mondelinge behandeling in de Eerste Kamer geschiedde in de maand

HET 'LAGER BEROEPSONDERWIJS' IN HET SCHEMA VAN DE WET V. O; (MAMMOETWET)

februari 1963. Op 12 februari 1963 werd het ontwerp aangenomen met 49 stemmen voor en 16 stemmen tegen. De koninklijke goedkeuring kwam af op 14 februari 1963, waardoor dit wetsontwerp als Wet bekrachtigd werd. Op 26 februari 1963 is deze Wet in het Staatsblad opgenomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1974

De Reformatorische School | 60 Pagina's

Over het lager technisch onderwijs - II

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1974

De Reformatorische School | 60 Pagina's