Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

JACOBUS KOELMAN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JACOBUS KOELMAN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. A.F.Kruil, JACOBUS KOELMAN Uitg. Ton Bolland, Amsterdam. Prijs: ƒ 24, 50.

Reeds enige tijd wacht het boek van Dr. A.F.KruU op een bespreking. Door de uitgeverij Ton Bolland is in november 1972 dit belangrijke proefschrift over een zo betekenisvolle periode uit de geschiedenis van de Nadere Reformatie opnieuw uitgegeven. In 1901 promoveerde de Alkmaarse predikant A. F.Krull op dit werk tot doctor in de godgeleerdheid. Zijn werk was de laatste tijd slechts antiquarisch te verkrijgen en ook dan nog vrij zeldzaam. Daarom is het een goede gedachte van de uitgever dit boek opnieuw uit te geven. Het verschijnt in een reeks, die tot titel heeft: Belangrijke Herdrukken van Biografieën over de "Vaders der Nadere Reformatie". In deze reeks verscheen reeds een boek van Dr. W.J.M. Engelberts over "Willem Teellinck". Aangekondigd is het werk van Dr. J. J. v. Baarsel over "William Perkins". We zijn dankbaar dat deze boeken nu weer voor een breed publiek beschikbaar zijn. De groeiende belangstelling voor de "Nadere Reformatie" moge ook uit deze heruitgaven blijken.

Vooral in onze kringen is een diepgaande bezinning over deze beweging gewenst: er bestaan allerlei misvattingen over de opvattingen, die door de "Vaders der Nadere Reformatie" werden gehuldigd: aan de ene kant worden zij luidruchtig geprezen, juist vaak door hen, die blijkens de ideeën, die men huldigt, weinig van de Nadere Reformatie weten (of verstaan). Aan de andere zijde wordt met geheel de beweging afgerekend door er een ontsporing van de oorspronkelijke reformatie in te moeten zien. Daarom zal een intensieve kennisname van het leven en werken van mannen, die in de Nadere Reformatie vooraan hebben gestaan, beslist geen overbodige zaak kunnen genoemd worden. Vandaar onze bijzondere waardering voor de initiatieven van Ton Bolland in dezen.

In 1901 heeft Dr. KruU het werk van Jacobus Koelman voltooid. Sedertdien heeft het onderzoek van deze periode niet stil gestaan. Toch is het boek van Krull niet "verouderd", zodat vele van zijn gedachten nu zouden achterhaald zijn.

Krull beschrijft ons uitvoerig het leven van Koelman. In de inleiding geeft Krull ons inzicht in het feit, dat hij de opvattingen van Dr. H. Heppe deelt, die in zijn belangrijke studie over "Geschichte des Piëtismus und der Mystik" zijn aan te treffen.

In dit werk wordt een nauw verband gelegd tussen het Engelse Puritanisme en het Nederlandse Gereformeerde Piëtisme (laatstgenoemde aanduiding moeten we echter bij voorkeur niet bezigen; we geven de voorkeur aan de naam "Nadere Reformatie").

Er zijn ongetwijfeld samenhangen; wederzijdse beliivloedlng. In het levenswerk van Koelman worden deze ook zichtbaar, want Koelman was een voorstander van de Nadere Reformatie van groot formaat. De doelstellingen van deze beweging zijn in Koelmans leven en werk duidelijk waar te nemen.

Terecht besluit Krull zijn inleiding met deze samenvatting:

"Alles samenvattend meenen wij te mogen zeggen: Toen in het midden der 17e eeuw de heerlijke stroom van het geestelijk leven, gewekt door de Reformatie dreigde te verzanden en onder te gaan in dorre letter-theologie, is daar een helzame actie uitgegaan van eene nogal breede rij van mannen, die, hoezeer ook van harte instemmende met de belijdenis der Kerk, toch het ethisch element niet wiUen verwaarloosd zien, maar allen aanhielden op reinheid des levens en practische vroomheid. Onder die mannen meenen wij, dat ook Jacobus Koelman eene plaats gegund mag worden, daar hij altijd bezig was zijne hoorders en lezers op te wekken tot persoonlijke bekeering, accentueerdende de subjectieve zijde van het geloofsleven. "

In deze samenvatting karakteriseert Krull de Nadere Reformatie In het algemeen en Jacobus Koelman in het bijzonder voortreffelijk.

In het eerste hoofdstuk beschrijft Krull het leven van Koelman die in 1632 geboren werd en in 1695 overleed. In Utrecht, waar hij geboren was, voltooide hij zowel wijsgerige als theologische studies, zodat hij reeds in 1655 tot "doctor philosophiae" promoveerde en in 1656 zijn kandidaatsexamen theologie aflegde. Tegelijkertijd was hij reeds praktisch werkzaam o. a. door de vertaling van een werkje van Love over

"Strijd tussen Vleesch en Geest". De bekwame en talentvolle jongeman werd ambassade-predikant in Denemarken en later in Brussel. Na vijf jaren in deze betrekkingen gediend te hebben, Icwam hij in 1662 naar Sluis in Vlaanderen, waar hij zich aanstonds kennen deed als een dienaar des Woords, die In de gemeente voor godzaligheid ijverde. Al spoedig kwam er verzet vooral van de zijde van de overheid, wier Invloed op striktkerkelijke zaken Koelman krachtig bestreed. In Sluis ontstond ook de strijd tegen het vieren van de christelijke feestdagen en het gebruik van formulieren en formuliergebeden in de kerk. Ten aanzien van de materiële bezwaren, die Koelman tegen deze dagen had, zou men hem kunnen toegeven, dat de Reformatiekerk zich aanvankelijk ook tegen de viering ervan keerde; wat de formulieren aangaat, betuigt Koelman met nadruk dat hij de inhoud ervan van harte onderschreef en in zijn vrije toespraak deze wel wilde weergeven. Wat de formele bezwaren aangaat, moet toch wel erkend worden, dat dit verzet wel sterk op de spits gedreven is. In dezen kan niet ontkend worden, dat er een "independentistische' trek bij Koelman valt aan te treffen. Immers zouden zijn persoonlijke gevoelens in deze zaken toch aan het oordeel van de kerk moeten zijn onderworpen geweest. We kunnen deze toegespitste strijd nu niet bepaald een voorbeeldige noemen.

Maar in deze zaak willen we dan ook niet Koelmans bijzondere betekenis van de kerk zien. Toch geeft deze strijd wel het een en ander tezien van een bemoeienis van de overheid, die de grenzen van de overheidsmacht ver te buiten ging. Al keurt Krull het niet helemaal af, toch laat hij duidelijk zien, dat tegen het gedogen van de klassis In, het juist de overheid is die Koelman uit zijn predikdienst ontslaat. Krull duidt het de klassis euvel, dat zij dit "independentlsme" in Koelman wilde gedogen.

In een tweede hoofdstuk komt de polemische arbeid van Koelman aan de orde. Hierin betoont hij zich een bekwaam. Gereformeerd godgeleerde. Hij bestrijdt krachtig Jean de Labadie, hoezeer hij aanvankelijk door hem gelïnponeerd werd. De dwaling van de Labadisten wordt bloot gelegd. Verder is hij een voorstander van een ernstige viering van de Sabbath. De bestrijders van de Sabbath-viering vinden in hem een geharnaste tegenstander. Twee werken zijn hieraan gewijd, waarin hij tot de kern van de zaak doordringt. In een systematlsche-synthetische studie geeft hij op bekwame wijze er blijk van zich met de principiële strijdvragen bezig te houden. Zijn in 1685 voltooide werk "Het Dispuyt en de historie, mitsgaders de praktijke van den Sabbath en 's Heeren Dag" noemt Krull "een der grootste werken, die ooit over dit onderwerp geschreven zijn". Een werk van 1100 bladzijden. Een werk, dat bij de bezinning over de Sabbath ook nu alle aandacht verdient. Krull gaat uitvoerig op dit werk In. Verder scherpt Koelman zijn pen In de strijd tegen de nieuwe wijsbegeerte van Descartes en de praktische toepassing ervan In het boek van Balthasar Bekker over de "Betoverde wereld". Koelman geeft blijk van zijn bekwaamheid in de bestrijding van Cartesius. Zijn grondige wijsgerige scholing komt hem daarbij uiteraard goed te pas.

Het "Cartesiaanse Gif" wordt tot op de grond blootgelegd, zoals dan ook Krull ons in een uitvoerige weergave van dit werk te lezen geeft. Wolzogen, Waalse predikant uit Utrecht had een boek geschreven, waarin "de rede" een betrouwbare leidsvrouwe bij de uitleg van de Heilige Schrift geacht werd. Hierin komt de Cartesiaanse invloed tot uiting. Koelman bestrijdt deze opvatting met kracht, alsook het werk van Bekker, die in zijn "Betoverde wereld" met het geloof in engelen en geesten afrekende.

Hoe belangrijk deze polemische werken geweest zijn als bijdragen in de worsteling om de waarheid in Koelmans dagen, belangrijker is het werk van Koelman als "Nadere Reformator". Hierin betoont hij zich bij uitnemendheid de man, die het om godzaligheid in het persoonlijke, kerkelijke, huiselijke en staatkundige leven te doen is. Krull heeft een methode gevolgd, in zijn onderzoek van Koelmans werk, die zijn indrukwekkende arbeid op de verschillende levensterreinen ons kennen doet.

Zo handelt hij uitvoerig over de opvoeding der ouders; hun plichten worden vanuit de Doop-verantwoordelijkheid benadrukt. Koelman pleit hier voor een voluit Schriftuurlijke vorming van de kinderen. Nadere Reformatie moet ook een zaak van de huisgezinnen zijn; niet minder van de dienaren des Woords; daarom alle aandacht voor de studenten der Heilige Godgeleerdheid; voor het ambt van ouderlingen en diakenen. Interessant is het dat Koelman pleit voor "ouderlingen voor het leven". Hij acht de twee-jaarlijkse verkiezing onschriftuurlijk. Hij wijst dan op de praktijk van de oude christelijke kerk. In het licht van de praktijk ten aanzien van het ouderlingschap in de Gereformeerde-en Oud-Gereformeerde Gemeenten is deze opvatting van Koelman zeker onze aandacht waard. Ook zou Koelman de ouderlingen voor hun werk bezoldigd zien, opdat zij zich geheel en al aan hun taak zouden kunnen wijden.

Zoals begrijpelijk is Koelman fel tegenstander van de Inmenging van de overheid in kerkelijke zaken, waarom hij dan ook Artikel 37 van de kerkenordening afkeurt. Volgens dat artikel zouden gekommitteerden van de overheid in de kerkeraden moeten toegelaten worden; eveneens verwerpt Koelman het patronaatsrecht, dat zoveel schade aan de kerk berokkent, omdat predikanten beroepen worden door kolleges of lieden, die dat recht vanuit de kerk gezien niet toekomt.

Zo ontwikkelt Koelman allerlei zeer oorspronkelijke gedachten, o. a. ook over de liturgie, over de diakonale arbeid (hij was niet tegen diakonessen!). Dat bijzondere aandacht aan de leraars gegeven wordt laat zich verstaan. Hij vertaalt een Engels werkje "Wekker der Leeraren" en voorziet het van aanmerkingen in verband met de Nederlandse situatie.

Staat en kerk ontgaan in hun onderlinge verhouding niet aan een diepgaande bezinning. Koelman is voor een gekoördlneerd-zijn van hun onderscheidene macht. Geen onderschiklcing van de kerkelijke autoriteit aan die van de overheid. Een zwaar punt voor de Nadere Reformatie. Geheel Calvinistisch! Schotland was een bijzonder voorbeeld. Koelman weet staat en kerk op hun eigen verantwoordelijkheid te wijzen.

Krull wijdt nog afzonderlijke aandacht aan Koelmans ijver voor het geestelijk leven, waartoe hij verschillende werken schreef of vertaalde; zijn liefde voor de konventikelen; zijn strijd tegen feestdagen en formulieren; zijn vertaalarbeid.

Uit het geheel van dit werk rijst het beeld op van een man, die fel gehekeld is, bitter heeft geleden, maar ook oprecht bemind werd vanwege zijn ijver voor de zaak des Heeren. Krull gebruikt de aanduiding: "Censor Neerlandicus" en vat zijn oordeel samen in deze woorden: "In Koelman hebben wij voor ons een man, die zich geroepen achtte een medearbeider Gods te zijn aan de Reformatie van het vele verkeerde en zondige dier dagen in het persoonlijke, huiselijke, nationale en kerkelijke leven.

Hij voelde "de last des Heeren" in zijn binnenste branden en meende daardoor en daarom niets te mogen nalaten wat aan de bereiking van dat heerlijke levensdoel dienstbaar kon zijn".

Het boek van Krull laat zich gemakkelijk lezen; vermoeit niet door een overvloed van aanhalingen, maar schetst ons aan de hand van Koelmans werken, die dan ook veelvuldig aan het woord gelaten wordt, ons een man, in wiens leven het programma van de Nadere Reformatie tot een levensopdracht werd.

Voor het kennen van deze episode uit de Vaderlandse Kerkgeschiedenis is de kennis

van de persoon en het werk van Koelman dan ook uitermate belangrijk. En tot het verkrijgen van deze kennis is KruU een uitnemende inleider en gids.

Het üi een keurig groene omslag uitgegeven boek is verkrijgbaar voor ƒ 24, 50. Van harte bevelen we dit boelende boek aan.

Veen

V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1974

De Reformatorische School | 56 Pagina's

JACOBUS KOELMAN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1974

De Reformatorische School | 56 Pagina's