Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afdeling hoger beroepsonderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afdeling hoger beroepsonderwijs

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het technisch onderwijs heeft door de jaren heen lang zo'n grote belangstelling niet gelcregen als bijvoorbeeld het wetenschappelijk en (sociaal)pedagogisch onderwijs. Samen met nog enkele andere vormen van hoger beroepsonderwijs behoren zowel de pedagogische akademie als de HTS tot deze kategorie van onderwijs. Het lijkt erop, dat het hoger beroepsonderwijs weer meer in de belangstelling komt dan voorheen.

In mei j.l. werd een studiekongres gehouden in de TH-Twente, waar o.a. staatssekretaris Dr. G. Klein het woord voerde over de demokratisering van het HBO. Uit zijn rede valt een zekere angst te konkluderen, dat het HBO zich in dezelfde richting als het wetenschappelijk onderwijs zal gaan ontwikkelen.

Staatssekretaris Klein:

U moet niet vergeten dat Den Haag in het democratiseringsproces een grote rol blieft spelen. Ik zeg dit omdat er hier voorstellen naar voren zijn gebracht die suggereren dat het democratiseringsproces vanaf de basis free-running zou zijn. Naast de eerste randvoorwaarde - het rekening houden met de eisen van de gemeenschap - zijn er nog randvoorwaarden als het voldoen aan voorwaarden die gesteld worden aan een door het Rijk gesubsidieerde onderwijsinstelling. Ik vind dat u nogal wat oplossingen zoekt in de autonomie. Ik heb echter de opdracht op het democratiseringsproces toe te zien. Het zou makkelijk zijn als ik dat eens een Jaartje zou kunnen laten, maar ik vermoed dat ik dan de tweede helft van mijn ambtstermijn niet vol zou maken. U kunt mij dan ook op ieder ogenblik verantwoordelijk stellen als ik volgens u zou proberen het proces te verzieken.

Maar u mag mij niet aanspreken omdat ik het proces vanuit mijn functie controleer. Andere zaken waarop ik toezicht houd zijn de waarden van de diploma's en de rechtspositie van de deelnemers aan dit proces.

Deze restricties gelden ook voor uw voorstellen.

GROTE OPDRACHT

We zitten voor de grote opdracht aan te tonen dat een gedemocratiseerd - proces doelmatiger kan zijn dan een geautoriseerd proces. En als dat in het onderwijsgebeuren niet lukt dan kan ik me moeilijk voorstellen hoe dat in andere maatschappelijke deelactiviteiten moet lukken. Dat is de grote opdracht waarvoor met name het tertiaire onderwijs gesteld is. U bent hier bijeen om een onderwijsproces te beïnvloeden om te komen tot een democratisering van het h.b.o. Dat is voor u moeilijker dan bij de 12 universiteiten omdat u 360 instellingen van hoger beroepsonderwijs vertegenwoordigt met vele schakeringen.

Een andere randvoorwaarde is bijvoorbeeld dat u moet voldoen aan artikel 208 van de Grondwet - het recht op onderwijs. Dit is een verworvenheid, verkregen na een lange schoolstrijd. U bent hier niet om het democratisch proces van de instituten vast te stellen om er straks achter te komen dat er geen onderwijs meer is. Tk hoop dat u de kwaliteit van het onderwijsgebeuren kunt verbeteren door een verbeteren van de overlegstructuren. Dit moeten we samenvatten onder de term 'democratisering'.

(uit: Uitleg, nr.420).

Dat er een verdere koördinatie binnen het Hoger Beroepsonderwijs noodzakelijk wordt geacht, mag ook blijken uit de oprichting van een HBO-raad in navolging van de Akademische Raad.

In artikel 3 van de statuten is het doel van de HBO-Raad aldus omschreven:

- het bevorderen van de ontplooiing van het hoger beroepsonderwijs in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen, mede door te fungeren als adviesorgaan voor de ministers inzake aangelegenheden het hoger beroepsonderwijs betreffende;

- een schakelfunktie te vervullen tussen de leden en de bij het hoger beroepsonderwijs betrokkenen onderling én tussen het hoger beroepsonderwijs en de maatschappij;

- het bevorderen van een doelmatige samenwerking tussen de leden en het op basis van overleg nastreven van gezamenlijke standpunten;

- het bevorderen van de samenwerking van het hoger beroepsonderwijs met het wetenschappelijk onderwijs op basis van gericht onderzoek naar mogelijkheden daartoe, alsmede naar voorwaarden, waaronder een dergelijke samenwerking gewenst is, c.q. kan plaatsvinden.

In artikel 4 van de statuten wordt aangegeven, dat de Raad bovenstaande doelstellingen zal trachten te bereiken door:

- het fungeren als overlegorgaan voor de leden, waarin door middel van konkrete plannen de ontplooiing van het hoger beroepsonderwijs in relatie gebracht wordt met de ontwikkelingen in de samenleving;

- het desgevraagd of eigener beweging uitbrengen van adviezen en doen van voorstellen aan daartoe in aanmerking komende instanties;

- het verstrekken van informatie in de ruimste zin van het woord aan de leden en de instellingen;

- het onderhouden van kontakten met de Akademische Raad;

- het aanwenden van overige wettige middelen.

De kategorale organisaties zijn gerubriceerd in 10 kategorieën, die elk een sektie vormen. Voor de pedagogische akademies bestaat zo een afzonderlijke sektie.

Deze sektie heeft tot taak:

- de behandeling van de betreffende kategorale problemen;

- de rapportage dienaangaande aan het bestuur;

- het desgevraagd of eigener beweging bepalen van standpunten in aangelegenheden, die de instellingen voor hoger beroepsonderwijs in haar kategorie direkt of indirekt betreffen;

- het instellen van kommissies, met dien verstande, dat de eventueel hieraan verbonden kosten slechts ten laste van de HBO-Raad komen, wanneer de algemene vergadering daartoe heeft besloten.

De definitieve konstituering van de sekties zal plaatsvinden op 30 september 1975.

Waarschijnlijk zal de sektie pedagogische akademies zich in eerste instantie vooral bezighouden met:

1. De nieuwe geïntegreerde opleiding.

2. Een spreidingsplan voor P. A. 's en O. K. 's.

3. Duur van de stage en opleiding.

4. Her-en bijscholing.

5. Konsekwenties voor de opleiding, als de nieuwe basisschool de verplichting kent van één vreemde taal.

Een laatste bericht over het Hoger Technisch Onderwijs dat de aandacht trekt, is een advies ter verhoging van het studierendement aan het HTO:

Verhoging van het studieTendement in het hoger technisch onderwies (h.t.o.) is noodzakelijk en mogelijk. De grotere kans van slagen voor velen die nu mislukken, vraagt een duidelijke koerswijziging en zijn prijs. De prijs om het leersysteem van het h.t.o. aan te passen zal gevormd worden door extra faciliteiten en middelen.

Hierop komt het advies neer, dat de minister van onderwijs en wetenschappen, dr. J.A.van Kem.enade, heeft ontvangen van de subcommissie personeelsbezetting h.t.o. van een sector technisch onderwijs van de Bond van Docenten bij het Tertiair Onderwijs.

Uit een analyse van de relaties 'instroming, doorstroming en studierendement' is becijferd, dat het studierendement in het h.t.o, 65 pet. bedraagt. Voor de havo-abituriënten alleen is dat percentage maar 50. Bet resultaat wordt beslist binnen de eerste twee leerjaren, met een extra accent op het eerste leerjaar.

Het studierendement van de jongens en meisjes, die een havo-diploma hebben, ligt in de totale verhoudingen ver beneden de maat.

Deze groep groeit in verhouding sterker, zodat zonder onderwijskundige maatregelen het totale studierendement ver beneden de 60 pet. zal komen, aldus het advies. Uit andere informaties kan worden afgeleid dat een groter percentage van de studenten potentieel geschikt is voor een h.t.o.-opleiding dan tot nu toe blijkt uit de resultaten.

Gezien de aard van de vooropleidingen constateert de auboommissie^ dat de maatregelen om het studierendement te verhogen in belangrijke mate in het h.t.o. zelf dienen te worden genomen. Hierbij heeft zij gekozen voor optimalisering van het onderwijssysteem terwijl het eindniveau wordt gehandhaafd.

Voorgesteld wordt in redelijke mate in het eerste en tweede leerjaar de leer-en lesprogramma 's te differentiëren, het studietempo per student of groep studenten aan te passen met een maximale studieduur van drie jaren over het eerste en het tweede leerjaar, en de mogelijkheden voor betere begeleiding toe te passen, waardoor zinloos doubleren wordt vermeden.

De subcommissie merkt op, dat op verschillende hts-en reeds experimenten in deze richting zijn uitgevoerd. Ze waren te beperkt van opzet door gemis aan 'ruimte ' in het tijdseenhedenpakket. Elk instituut binnen het h.t.o, moet een zekere vrijheid worden gegund binnen het raam van een bepaalde extra toewijzing van middelen, op experimentele basis een systeem in te voeren en te ontwikkelen. De experimenten dienen breed te worden opgezet in een duidelijk gecoördineerd verband, aldus de subcommissie. Ze moeten om voldoende betrouwbare uitkomsten te krijgen tenminste vier tot zes jaren lopen.

In het advies aan de minister heeft de subcommissie een formule uitgewerkt voor de extra dienst-en tijdseenheden, die nodig zijn voor de differentiatie van het leersysteem per h.t.s, - afdeling en voor de technische sociale en organisatorische begeleiding per instelling. Voor het studierendement is daarbij als streefgetal 75 a 80 procent aangehouden.

Het opheffen van het voorbereidend jaar dient, aldus de subcommissie, redelijk synchroon te verlopen met de ontwikkeling van het nieuwe systeem. Dit komt neer op geleidelijke opheffing over een periode van tenminste vier jaren. Als de studieduur voor het programma van het eerste en tweede jaar volgens de regels langer dan twee jaar en maximaal drie jaar bedraagt, zullen ook andere regelingen, zoals die voor vrijstelling van militaire dienst, voor studietoelagen en voor het tijdstip van het eindexamen, moeten worden herzien, aldus de subcommissie.

(A.N.P.).

Gouda

G.v.d. Gaarden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1975

De Reformatorische School | 56 Pagina's

Afdeling hoger beroepsonderwijs

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1975

De Reformatorische School | 56 Pagina's