Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aandacht voor het onderwijs in de kabinetsformaties

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aandacht voor het onderwijs in de kabinetsformaties

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. J. Verhage, Ridderkerk.

Bij de pogingen tot de vorming van een nieuw kabinet P.v.d.A., C.D.A.en D'66 is uitgebreide aandacht aan het onderwijs besteed. Genoemde fracties hebben terzake overeenstemming bereikt over de nadere voorstellen van de informateurs. Hieronder is de definitieve tekst van de onderwijsparagraaf in dit regeeraccoord afgedrukt (Staatscourant van 23 september 1977):

• IV. ONDERWIJS.

1. Het onderwijsbeleid blijft ook in de komende kabinetsperiode gericht op de verbetering van de onderwijskansen voor allen en op vergroting van de mogelijkheid om de eigen verantwoordelijkheid van ouders, personeel, leerlingen en studenten voor het schoolgebeuren gestalte te geven.

2. Het kabinet zal ruime mogelijkheden scheppen tot verdere ontwikkeling van onderwijs en vorming, zodanig dat openbaar en bijzonder onderwijs in gelijkwaardigheid kunnen bijdragen tot de optimale ontplooiing van de leerlingen.

3. Het tot stand brengen van een basisschool voor 4-12-jarigen zoals voorzien in wetsontwerp 14 482 wordt met kracht bevorderd.

4. Experimenten met betrekking tot het nieuwe basisonderwijs geschieden op basis van de experimentenwet. In het wetsontwerp 13 603 worden alsnog beperkingen aangebracht met betrekking tot het aantal en de aard van de te verlenen ontheffingen en met betrekking tot de duur waarvoor die ontheffingen gelden.

5. Het beleid inzake de ontwikkeling en vernieuwing van het voortgezet onderwijs, o.m. gericht op de ontwikkeling van een middenschool voor 12- tot 15- & 16-jarigen, wordt voortgezet. De evaluatie zal geschieden door onafhankelijke instituten. Indien daaruit blijkt, dat ook anders opgezette experimenten overweging verdienen, zal zulks mogelijk worden gemaakt, alvorens eventueel in een wettelijke structuur een middenschool als enig type van voortgezet onderwijs zou worden voorgesteld.

6. De onderwijsvoorzieningen worden uitgebreid met 2-jarige beroepsgericht full-time opleidingen binnen het m.b. o. en het beroepsbegeleidend onderwijs.

7. Er zal een wettelijke regeling van de verzorgingsstructuur, waaronder de schoolbegeleidingsdiensten, tot stand worden gebracht, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de scholen voor de inrichting van hun onderwijs, op aan de plaatselijke situatie en mogelijkheden aangepaste wijze, wordt gewaarborgd.

8. Onderzocht zal worden of en op welke wijze mogelijkheden kunnen worden geboden ten behoeve van het beheer en de versterking van de deskundigheid van het bestuur van het onderwijs.

9. Het onderwijsstimuleringsbeleid ten behoeve van leerlingen in een achterstandsituatie wordt voortgezet en zo mogelijk uitgebreid. 10. Bij de verwezenlijking van het beleidsvoornemen tot uitbreiding van de nieuwe lerarenopleidingen wordt er - binnen de grenzen van de financiële mogelijkheden - ernstig naar gestreefd de capaciteit van de bestaande opleidingen zo min mogelijk te beperken.

11. De verdere ontwikkeling van een open bestel voor onderwijs en vorming van volwassenen (waaronder part-time voortgezet en hoger onderwijs, open school en open universiteit) wordt met kracht bevorderd.

12. Er wordt spoedig een wet op de studiefinanciering ingediend conform hoofdlijnen van de nota studiefinanciering.

Hoe men ook over dit accoord moge oordelen, het heeft geen enkele waarde, omdat na langdurige onderhandelingen de vorming van een kabinet, waarin genoemde politieke partijen zouden participeren, niet tot de mogelijkheden bleek te behoren.

Toch hebben wij het zinvol geacht om dit accoord hier te doen plaatsen, opdat u het zou kunnen vergelijken met dat van het inmiddels gevormde kabinet C.D.A. - V.V.D.

De onderwijsparagraaf in het regeeraccoord tussen deze partners ziet er blijkens de Staatscourant van 30 november 1977 als volgt uit:

• Par. 2. ONDERWIJS EN VORMING

1. Het onderwijsbeleid zal gericht zijn op het zoveel mogelijk opheffen van achterstanden en op verbetering van onderwijskansen voor iedereen.

2. In het onderwijsbeleid zullen de eigen aard zowel van het openbaar als van het bijzonder onderwijs worden gewaarborgd. Terzake van het bijzonder onderwijs blijft de vrijheid van richting, stichting en inrichting gegarandeerd. De verdere ontwikkeling van onderwijs en vorming zal zodanig plaatsvinden dat openbaar en bijzonder onderwijs daarin in gelijkwaardigheid kunnen bijdragen.

3. De integratie van kleuter- en lager onderwijs dient uitgangspunt te zijn van nieuwe wetgeving met betrekking tot het basisonderwijs. De kwalitatieve verbetering van de opleidingen voor onderwijzers (essen) en kleuterleidsters(ers) zal met kracht bevorderd worden.

4. Het kabinet zal bevorderen dat naast de thans in gang gezette experimenten middenschool, alternatieve experimenten (o.a. 11-14-jarigen) zullen plaatsvinden.

Evaluatie van de experimenten zal geschieden door onafhankelijke wetenschappelijke instituten. Op de uitkomsten van de experimenten mag in het Ijeleid niet worden vooruitgelopen.

5. De ontwikkeling van het voortgezet onderwijs zal, binnen de bestaande structuren, met kracht bevorderd worden.

Gestreefd zal worden om knelpunten in dit onderwijs weg te nemen.

6. De aansluiting basisschool-voortgezet onderwijs moet worden verbeterd. Gezocht wordt naar mogelijkheden om het minimumeindniveau van de leerstof van het primair onderwijs vast te leggen.

7. Verbetering van de positie van het gehele buitengewoon onderwijs krijgt bijzondere aandacht.

8. Bij het totstandkomen van een wettelijke regeling m.b.t. de verzorgingsstructuur - waaronder de schoolbegeleidingsdiensten - zullen de eigen verantwoordelijkheid van de scholen en de vrijheid van inrichting in het bijzonder onderwijs worden gewaarborgd.

9. Het onderwijsstimuleringsbeleid ten behoeve van leerlingen in een achterstandssituatie wordt voortgezet en zo mogelijk uitgebreid, waarbij onderzoek naar nadere criteria wordt ingesteld en wetgeving terzake wordt bevorderd.

10. Verschraling van onderwijsvoorzieningen op het platteland zal zoveel mogelijk worden tegen gegaan.

11. De ontwikkeling van een open bestel van onderwijs en vorming van volwassenen wordt met kracht bevorderd.

Nadere uitwerking van het recht op wederkerend onderwijs is nodig. 12. Bij het openbaar en bijzonder onderwijs moeten meer mogelijkheden komen tot inspraak van betrokkenen. Bij het openbaar onderwijs moeten ouders en leerkrachten meer bevoegdheden krijgen. Het instellen van bestuurscommissies ex art. 61 gemeentewet dient gestimuleerd te worden.

13. a. Samenwerking c.q. integratie van vormingswerk voor werkende jongeren en overig beroepsonderwijs (al of niet als dag- of part-time opleiding) zal naast de samenwerking c.q. integratie van vormingswerk en beroepsbegeleidend onderwijs bevorderd worden. b. Na en in aansluiting op het vierjaren l.b.o. zal, naast de verbreding van en de differentiatie binnen het m.b. o., vervolg-beroepsonderwijs gerealiseerd worden, waarbij bijzondere aandacht aan de beroepsopleiding zal worden besteed. Het onder a. genoemde onderwijs zal hiervan deel kunnen uitmaken.

14. Voor de voorgenomen uitbreiding van de nieuwe lerarenopleiding zal zodanige ruimte gevonden dienen te worden, dat de kapaciteit van de bestaande opleidingen niet behoeft te worden aangetast en dat ook een latere start van de part-time opleiding (na 1980) gerealiseerd kan en zal worden.

15. Onderzocht zal worden of en op welke wijze aan het bijzonder onderwijs naast de vergoeding voor de administratiekosten, middelen ter beschikking kunnen worden gesteld voor het beheer van dat onderwijs en ter versterking van de deskundigheid van het bestuur. 16. Regionale culturen worden door de overheid in hun eigenheid erkend en gesteund, waarbij de Friese cultuur met name door de eigen taal een bijzondere plaats inneemt.

17. De instandhouding van een onafhankelijke en pluriforme pers is van groot belang voor de samenleving en voor het functioneren van de democratie.

18. Het kabinet zal bevorderen dat wetsontwerp 14.486 met spoed in die zin wordt gewijzigd dat alleen de zgn. eerste ontkoppeling wordt voorgesteld.

19. Actieve sportbeoefening is van groot belang voor de volksgezondheid en voor de besteding van vrije tijd. Daarom bevordert de overheid, in samenwerking met de particuliere organisaties, de inrichting van voorzieningen voor recreatieve sport.

Dit regeeraccoord geeft op een aantal essentiële punten enige richting aan het te voeren onderwijsbeleid. Belangrijk is echter de vraag hoe de in de onderhandelingen overeengekomen formuleringen van het regeeraccoord straks uitgewerkt zullen worden.

Welk beleid wenst men te voeren voor wat betreft de integratie van het kleuter- en lager onderwijs ? In het accoord is niet met zoveel woorden vermeld, dat men deze integratie wenst te regelen op basis van het door minister Van Kemenade ingediende wetsontwerp basisonderwijs.

De erkenning van het uitgangspunt inzake het waarborgen van de eigen verantwoordelijkheid van de scholen en de vrijheid van inrichting in het bijzonder onderwijs bij het totstandkomen van een wettelijke regeling met betrekking tot de verzorgingsstructuur - waaronder schoolbegeleidingsdiensten - achten wij een belangrijk gegeven (punt 8). Echter dient te worden afgewacht of bedoelde wettelijke regeling terzake perspectieven zal bieden voor de reformatorische scholen.

Het zoveel mogelijk tegengaan van verschraling van onderwijsvoorzieningen op het platteland vindt onder punt 10 vermelding. Vooral indien hieronder mede begrepen wordt het zoveel mogelijk voorkomen van het opheffen van kleine scholen ten plattelande, ook bij het in kannen en kruiken gieten van de integratie van kleuter- en lager onderwijs, moet het gesignaleerde punt als betekenisvol aangemerkt worden.

Bij o. a. het bijzonder onderwijs moeten meer mogelijkheden komen tot inspraak van betrokkenen (punt 12). In welke zin men dit wil doen vindt geen beantwoording in het accoord.

De tekst van punt 15 kenmerkt zich door vrijblijvendheid. De toelichting van het nieuwe kabinet zal hieromtrent meer helderheid moeten verschaffen. Dit laatste geldt trouwens voor het grootste gedeelte van het regeeraccoord, hetwelk vele vage formuleringen bevat.

Enkele willekeurige punten werden hierboven zeer summier onder de loupe genomen. Een nadere uitwerking van een en ander door "Den Haag" maakt pas een beoordeling van het beleid, dat het nieuwe kabinet wenst te voeren, mogelijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1978

De Reformatorische School | 56 Pagina's

Aandacht voor het onderwijs in de kabinetsformaties

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1978

De Reformatorische School | 56 Pagina's