Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HULPVERLENING BIJ LEER- EN GEDRAGSPROBLEMEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HULPVERLENING BIJ LEER- EN GEDRAGSPROBLEMEN

BGS INFORMATIE

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. Inleiding

Met dit artikel wordt beoogd u te informeren over de wijze waarop het B.G.S. denkt te kunnen voorzien in het begeleiden van kinderen met leer- en gedragsproblemen op onze reformatorische scholen.

1. Zorgbreedte

Het is een verheugende zaak, dat de laatste jaren een discussie op gang gekomen is over de hulpverlening van het regulier onderwijs aan de kinderen die dat onderwijs volgen. Met name de stijging van het percentage kinderen dat op een school voor buitengewoon onderwijs moet worden geplaatst, geeft aanleiding tot nadere bezinning.

Vanuit deze praktische problematiek is men er zich van bewust geworden, dat de zorgbreedte van de kleuter- en de lagere school vergroot dient te worden. Voor de scholen, die aangesloten zijn bij de V.G.S., heeft deze zaak echter nog een andere kant. Verwijzing van een kind naar het buitengewoon onderwijs, ook al staat vast dat het wenselijk is, vindt vaak niet plaats, omdat er geen reformatorische scholen voor buitengewoon onderwijs zijn. Op onze scholen is de zorgbreedte dus in de praktijk al aanmerkelijk vergroot.

3. Remedial teaching

Om deze vergroting van de zorgbreedte mogelijk te maken zullen echter hogere eisen aan het onderwijs binnen de school gesteld worden. De kinderen die met leer- en gedragsproblemen hebben te kampen, hebben vaak zeer specifiek, individueel gericht onderwijs nodig. Deze specifieke hulp noemen we remedial teaching. Het is een wat minder goed gekozen benaming voor deze hulp. die vaak helemaal niet remediërend, genezend moet zijn. Niet altijd behoeft het doel te zijn, de kinderen te brengen op het "normale", het "gezonde" peil. Toch zullen we deze term in het vervolg wel blijven gebruiken, om niet door een alternatieve benaming verwarring te stichten.

Remedial teaching kan op twee wijzen georganiseerd worden en wel als volgt: - externe remedial teacKing: Tot voor enkele jaren was deze vorm van remedial teaching het meest gebruikelijk. Allerlei deskundigen komen hierbij de scholen binnen om leerlingen te onderzoeken en hulpprogramma's met de leerlingen

buiten de klas uit te voeren. Een groot nadeel is, dat deze hulp te weinig geïntegreerd wordt met het dagelijks onderwijs in de klas. De klasseleerkracht voelt zich niet bij deze hulpverlening betrokken.

- interne remedial teaching: Deze vorm van remedial teaching wordt uitgevoerd binnen de school zelf, door de klasseleerkracht of door een deskundige leerkracht die zich heeft gespecialiseerd op dit terrein. In het vervolg van het artikel kunt u lezen hoe het B.G.S. aan een en ander gestalte wil geven.

Vooraf zal echter vastgesteld moeten worden wat ons uitgangspunt voorde, uit praktische overwegingen geaccepteerde en noodzakelijk geachte, interne remedial teaching is. Ook zal vastgesteld moeten worden, wat we met de interne remedial teaching willen bereiken.

4. Uitgangspunt

De interne remedial teaching zal net zo goed als alle andere activiteiten binnen de school gegrond moeten zijn op en getoetst moeten worden aan de grondslag van de school: Gods Woord en de drie Formulieren van Enigheid. In Mattheus 25 ; 14 - 30 is in de gelijkenis van de talenten sprake van dienstknechten met verschillende gaven. Zeer terecht kunnen we een parallel trekken tussen de leerlingen en de dienstknechten uit de gelijkenis. Het is geheel overeenkomstig de Bijbel dat we van de kinderen eisen dat ze ^^e/rowu'zijn in hun werk vdardt^aven die ze hebben ontvangen. Met minder zullen we geen genoegen mogen nemen, meer zullen we nooit van de kinderen mogen verlangen. Binnen ons onderwijs zullen we dus de kinderen taken en opdrachten moeten geven op verschillende niveaus om hun gaven te ontwikkelen. Wanneer dan met voldoende inzet gewerkt is, dus in getrouwheid, moet het werk van de leerlingen mede daarnaar beloond worden.

5. Doelstelling

Door de interne remedial teaching zal binnen de school gezorgd moeten worden voor een zodanige pedagogisch-didaktische aanpak, dat de leerlingen die met problemen kampen in de gelegenheid gesteld worden op hun niveau en in hun tempo het onderwijs te volgen, zodat het verwerven van de leerstof met minder problemen gepaard zal gaan, waardoor het zelfvertrouwen van de leerlingen, en daarmee hun welzijn, toeneemt. Wanneer zij het werk met voldoende inzet verrichten, zal dat zeker ook in de waardering van hun werk tot uitdrukking moeten komen. Hierdoor zal het taakbesefvan de leerlingen bevorderd worden, waardoor het verantwoordelijkheidsbesef t.a.v. de besteding van de door God geschonken gaven zich kan ontwikkelen.

6. De organisatie van de hulpverlening

Welke plaats heeft de interne remedial teaching nu in de volledige hulpverlening binnen ons onderwijs? Om dit aan te geven zou men de hulpverlening kunnen verdelen in de volgende vier fasen:

Eerste fase: Door de leerkracht binnen de klas. Het meest wenselijk is de hulpverlening die door de leerkracht binnen de klassesituatie wordt gegeven. Door zich te verdiepen in de problemen van leerlingen en te zoeken naar oplossingen daarvoor, ligt het voor de hand, dat de

pedagogisch-didaktische aanpak zo wordt verfijnd, dat zich in het vervolg minder problemen voor zullen doen. Daarbij komt dan nog het feit, dat de leerlingen geen uitzonderingspositie krijgen door regelmatig uit de klas te worden gehaald.

Tweede fase: Door de remedial teacher.

In de praktijk zal echter vaak blijken dat hulp van meer gespecialiseerde krachten nodig is, omdat de hulpverlening door de leerkracht niet tot (voldoende) positief resultaat heeft geleid. De mogelijkheden in het regulier onderwijs tot individualisering zijn vaak daarvoor nog te gering. Door de remedial teacher kan meer specifieke hulp worden verleend. Deze hulp moet echter in nauwe samenwerking met de leerkracht en de ouders en aansluitend bij de situatie in de klas geschieden. Ook in deze fase zal gestreefd moeten worden naar verfijning van de pedagogisch-didaktische aanpak binnen de klas. Het welzijn van de leerlingen beogend, zal gezorgd moeten worden voor een onderwijssituatie die is aangepast in opdrachten en beloningssysteem aan de gaven van de leerlingen. Het werk van de remedial teacher zal na verloop van tijd tenslotte door de leerkracht ze//'gedaan moeten kunnen worden.

Derde fase: Door de schoolbegeleider van het B. G. S.

Heeft de verleende hulp in beide voorgaande fasen niet tot een bevredigend resultaat geleid, dan kan het B.G.S. ingeschakeld worden. D.m.v. een pedagogisch-didaktisch en, zo nodig, een psychologisch onderzoek zal inzicht verkregen moeten worden in het ontwikkelingspeil en de begaafdheid van de leerling. Naar aanleiding daarvan zal een behandelingsplan opgesteld moeten worden, dat uitgevoerd zal worden door de leerkracht en de remedial teacher. Indien het nodig geacht wordt, kan de begeleiding ook gedeeltelijk verricht worden door de schoolhegeleider. Pas in deze fase zien we dus een verschuiving van interne naar externe remedial teaching.

Vierde fase: Door het buitengewoon onderwijs Is met de begeleiding in de derde fase niet het gestelde doel bereikt, of geven de uitslagen van het pedagogisch-didaktisch en het psychologisch onderzoek aanleiding daartoe, dan kan overwogen worden in overleg met de ouders en het personeel van de school, een leerling aan te melden bij een voor die leerling geschikt geachte vorm van buitengewoon onderwijs.

7. De cursus interne remedial teaching

Om de tweede fase van de hulpverlening te realiseren organiseert het B.G.S. een cursus, die gegeven zal worden door een medewerker van het B.G.S. Enerzijds kunnen op deze wijze, ondanks de geringe personeelsbezetting van onze dienst, zoveel mogelijk scholen geholpen worden op het gebied van de leerlingbegeleiding. Anderzijds bleek uit de ingevulde formulieren van de enquête inventarisatie individuele leer- en gedragsproblemen voor deze cursus een overvloedige belangstelling te bestaan.

Van elke school zal t.z.t. één leerkracht in de gelegenheid gesteld worden aan de cursus deel te nemen. Voor de scholen die (nog) geen koppel vormen met een andere school zal een uitzondering gemaakt worden. Van deze scholen zullen twee leerkrachten de cursus mogen volgen, omdat het in de praktijk vaak noodzakelijk zal blijken met iemand, die de cursus ook heeft gevolgd, de problemen van bepaalde kinderen te bespreken.

Deze beperking van het aantal deelnemers per school is noodzakelijk om bij een maximale groepsgrootte van ongeveer 15 leerkrachten toch alle scholen zo snel mogelijk van dienst te zijn, gezien het feit dat ook het aantal cursusgroepen dat tegelijkertijd door het B.G.S. geleid kan worden, beperkt is.

8. Het doel van de cursus

Door de cursus zal per school, aangesloten bij de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs, minimaal één leerkracht (zie punt 7) in de gelegenheid gesteld worden zich te bekwamen in het begeleiden van kinderen met leer- en gedragsproblemen. De volgende vaardigheden zullen daartoe geleerd moeten worden:

a. het uitvoeren van een pedagogisch-didaktisch onderzoek; b. het interpreteren van de uitslag van zo'n onderzoek; c. het opzetten van een behandelingsplan; d. het uitvoeren van dat behandelingsplan; e. het evalueren van de resultaten van de behandeling en eventueel bijstellen van het behandelingsplan.

9. De inhoud van de cursus

De cursus zal bestaan uit een theoretisch en een praktisch gedeelte, elk bestaande uit minimaal 6 bijeenkomsten. De inhoud van het theoretisch gedeelte vindt u in het navolgend schema. De inhoud van het praktisch gedeelte zal, in overleg met de cursisten, bestaan uit het diagnostiseren en behandelen van problemen op de deelnemende scholen.

10. De organisatie

Op 26 februari 1981 is in Emmeloord de eerste cursusronde van start gegaan. Vrijwel alle bij de V.G.S. aangesloten scholen in de regio Emmeloord hebben hierop ingeschreven. Eén maal in de drie weken vindt een cursusbijeenkomst plaats, die ongeveer 2 uur duurt. Dit betekent dus, dat voor de totale cursus ongeveer een jaar moet worden gerekend.

Afhankelijk van de ervaringen die het B.G.S. in deze eerste cursusronde op zal doen, zal D.V. augustus 1981 met een aantal andere groepen een aanvang met de cursus worden gemaakt, w'aarover u dan nader zult worden geïnformeerd.

J.F. Voorthuyzen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1981

De Reformatorische School | 52 Pagina's

HULPVERLENING BIJ LEER- EN GEDRAGSPROBLEMEN

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1981

De Reformatorische School | 52 Pagina's