HET PLAN VAN SCHOLEN 1983-1984-1985

BESTUWSmfORM^^'^

Op 27 oktober 1982 is als supplement bij de Nederlandse Staatscourant het plan van scholen 1983-1984-1985 gepubliceerd. Jaarlijks (vóór 1 oktober) stelt de Minister van Onderwijs en Wetenschappen een plan van scholen vast. Daarin staan de scholen en afdelingen van scholen vermeld, die in de drie kalenderjaren, volgende op het jaar van de vaststelling, voor bekostiging uit 's Rijks kas in aanmerking zullen worden gebracht. Het plan van scholen komt tot stand na overleg door de minister met de daarvoor in aanmerking komende deelplanorganisaties. Hiertoe wordt de V.G.S. niet

gerekend. Wel wordt de V.G.S. eenmaal per jaar in de gelegenheid gesteld om met de verantwoordelijke bewindsman van gedachten te wisselen over de aanvragen om opneming in het scholenplan van reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs. Een V.G.S.-bestuursdelegatie, bestaande uit Ds. M. Golverdingen, C.N. van Dis en ondergetekende, mocht op 14 september j.l. een onderhoud hebben met minister Deetman over de aanvragen voor het plan 1983- 1984-1985.

Het in oktober j.l. gepubliceerde plan is het 14e dat sedert de inwerkingtreding van de Wet op het voortgezet onderwijs is vastgesteld.

Ingewilligde aanvragen

In het plan van scholen 1983-1984-1985 komen de volgende reformatorische scholen voor:

1. een school voor mavo te Apeldoorn; 2. een school voor middelbaar technisch onderwijs te Amersfoort; 3. een school voor lager technisch onderwijs en lager huishoud- en nijverheidsonderwijs te Rotterdam; 4. een school voor lager technisch onderwijs en lager huishoud- en nijverheidsonderwijs te Krabbendijke.

Ten aanzien van deze gehonoreerde aanvragen kan nog het volgende opgemerkt worden.

a. De school voor mavo te Apeldoorn is in dit plan van scholen opgenomen - zonder vermelding van het jaar van aanvang van de bekostiging - als gevolg van de gegrondverklaring van het beroep, dat het bestuur van de aldaar gevestigde schoolvereniging in 1979 bij de Kroon heeft ingesteld. Het betreffende Koninklijk Besluit is van 3 november 1982.

Zodra deze mavo-school van start is gegaan, kan de Van Lodenstein-scholengemeenschap te Amersfoort, die meer dan 2000 leerlingen telt en waaraan een afdeling mavo is verbonden, wat ontlast worden. De minister en de Kroon hebben niet willen voldoen aan het verlangen van het bestuur van "Amersfoort" om deze noodzakelijke ontlasting mogelijk te maken langs de weg van het stichten van een reformatorische school voor mavo (en een havoschool) te Ede. De Kroon heeft nl. (eveneens op 3 november 1982) de beroepen van "Amersfoort" tegen de afwijzende beschikkingen inzake het niet opnemen van een mavo/havo-school te Ede ongegrond verklaard. Op de aanvraag van "Apeldoorn" om opneming van een havo-school in het plan van scholen heeft de minister afwijzend beschikt. De mogelijkheid moet aanwezig geacht worden, dat t.z.t. ook een school voor havo aan "Apeldoorn" zal worden toegewezen, vooral omdat aangenomen mag worden, dat eerst dan van een (enigszins) merkbare ontlasting in vorenbedoelde zin gesproken zal kunnen worden.

b. De hierboven onder 2 genoemde school voor m.t.o. te Amersfoort is voor het eerst in het plan van scholen opgenomen (zonder bekostigingsjaartal). Dit is een gevolg van de uitspraak van de Kroon van 9 juni 1982, waarbij "Amersfoort" in beroep in het gelijk gesteld is.

c. De 1.1.o./l.h.n.o.-scholengemeenschap te Rotterdam (hierboven onder 3 genoemd) komt nu voor de vierde maal op het plan van scholen voor, echter nog steeds zonder vermelding van het jaar van aanvang van de bekostiging wegens het ontbreken van passende huisvesting.

T.b.v. de vestiging van deze scholengemeenschap was aan het betreffende stichtingsbestuur een per augustus a.s. vrijkomend schoolgebouw in Rotterdam aangeboden, dat eigendom is van het Rijk. Minister Deelman heeft het licht hiervoor op rood gezet, omdat hij er de voorkeur aan heeft gegeven bedoeld gebouwencomplex ter beschikking te stellen t.b.v. het openbaar voortgezet onderwijs.

Het Tweede Kamerlid Van der Vlies heeft in de vergadering van de vaste commissie voor onderwijs en wetenschappen op 23 september 1982 gepleit voor bespoediging van de stichting van deze scholengemeenschap.

d. De scholengemeenschap voor l.t.o./l.h.n.o. te Krabbendijke (zie hierboven onder 4) is voor de eerste maal in het plan van scholen opgenomen. Ook hieraan is nog geen bekostigingsjaartal toegekend.

Overleg tussen minister en vaste Kamercommissie

De vaste Tweede Kamercommissie voor onderwijs en wetenschappen heeft op 23 september 1982 met minister Deetman mondeling overleg gevoerd over het concept-scholenplan 1983-1985.

Nog niet eerder is een concept-scholenplan in deze Kamercommissie besproken. Naar aanleiding van opmerkingen van Tweede Kamerleden erkende de minister dat de planprocedure, zoals die thans van kracht is, niet meer in alle opzichten voldoet. Sinds enige tijd wordt op het departement dan ook gewerkt aan de voorbereiding van een wetswijziging. Bij die wetswijziging zullen de knelpunten en problemen die de laatste jaren zijn gesignaleerd aan de orde komen. Het

tijdschema is erop gericht in de eerste helft van 1983 een wetsontwerp bij de Tweede Kamer aanhangig te maken.

Volgens de minister kan ook in een tijd van teruglopende leerlingtallen stichting van nieuwe scholen nodig zijn, b.v. om tegemoet te komen aan gewijzigde verlangens van ouders. Z.i. valt bij dit laatste te denken aan de verlangens t.a.v. de Vrije Scholen en ook van scholen op reformatorische grondslag. Bij de plaatsing van scholen op het plan wordt zo nauwgezet mogelijk de hand gehouden aan geobjectiveerde gegevens en getalscriteria, aldus de minister. Leidraad is zeker niet beduchtheid voor het eventueel verliezen van een beroepsprocedure.

Over het beleid bij de toekenning van jaartallen aan in het plan opgenomen scholen zei de minister, dat de financiële positie van het rijk daarbij mede een belangrijke rol speelt. Naar het oordeel van de minister betekent dit dat daarvan een stimulans op de betrokken schoolbesturen kan uitgaan om zelf oplossingen te vinden, met name voor huisvesting.

De minister verklaarde zich bereid bij de in voorbereiding zijnde wetswijziging met betrekking tot de planprocedure mede de vraag te bezien, of tegen plaatsing van een school op het plan ook een beroepsmogelijkheid kan worden gecreëerd voor het bestuur van een andere school, die zich door plaatsing in haar bestaan bedreigd voelt.

De minister merkte voorts nog op, dat met het onderwijs op reformatorische grondslag overleg gaande is over een andere berekeningswijze van het aantal te verwachten leerlingen voor een te stichten school, welke methodiek passend is binnen de planprocedure.

Hieraan voegde de minister nog toe, dat voor scholen op reformatorische grondslag soms zeer grote voedingsgebieden de basis vormen. De praktijk heeft evenwel geleerd, zo zei hij, dat wat die scholen betreft die voedingsgebieden ook reëel waren en inderdaad het voorziene aantal leerlingen opleverden. Waarvan akte!

J.J. Verhage.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen