Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijs-Allerhande

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijs-Allerhande

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toelating kleuters op losse lagere scholen

Onlangs gaf Staatssecretaris Van Leijenhorst schoolbesturen de mogelijkheid om door toepassing van de Verruimingswet kleuters toe te laten op lagere scholen die niet gekoppeld zijn aan een kleuterschool, zodat die scholen gelegen-

heid kregen om ervaring op te doen met onderwijs aan kleuters.

Genoemde bewindsman heeft nu bekendgemaakt dat het voor zgn. "losse" lagere scholen geen zin meer heeft om een aanvraag in te dienen om in aanmerking te komen voor toelating van kleuters tot de lagere school. Per 1 augustus 1983 werden 140 aanvragen ingewilligd. Voor 1984 zijn nog eens 130 verzoeken toegewezen. De aanwijzing van de scholen voor volgend jaar betekent een vervroegde toewijzingsprocedure. Daarvoor is gekozen in het belang van de betreffende scholen, omdat in veel gevallen een nieuw lokaal moet worden gebouwd.

Lokaalvergoeding kleuteronderwijs

Bij de invoering van de 32-schaal per 1 augustus 1983 en de daaraan gekoppelde overgangsregeling werd tevens bepaald dat voor de overgangsboventalligen in het kleuteronderwijs geen aanspraak gemaakt kan worden op een lokaalvergoeding.

De besturen van de kleuterscholen ondervonden van deze maatregel een onevenredig nadeel.

Deze regeling wordt aangepast in die zin, dat gerekend m.i.v. 1 augustus 1983 aan schoolbesturen voor een lokaal, dat in gebruik is bij een overgangsboventallige kleuterleidster, alsnog een lokaalvergoeding zal worden toegekend.

Werkgelegenheldsperspectief voor leerkrachten in het basisonderwijs

Jaarlijks brengt de Commissie Prognose Kleuter- en Basisonderwijs een prognose uit van de behoefte aan leerkrachten en het aanbod van werkzoekende leerkrachten in de eerstvolgende vijf jaar. Uit de zeer onlangs verschenen tiende publikatie van deze commissie blijkt o.m. dat er eind 1983 minimaal 18.000 werkloze kleuterleidsters, onderwijzers en onderwijzeressen als werkzoekenden bij de arbeidsbureaus zullen zijn ingeschreven. In 1986 zal dit aantal naar verwachting gegroeid zijn tot ongeveer 23.000.

Ten aanzien van het te verwachten aantal leerlingen in het kleuter-, lager en buitengewoon onderwijs in de jaren 1983 t/m 1988 wijst de commissie op de vermindering van het aantal geboorten in 1982. In laatstgenoemd jaar is het aantal geboorten gedaald tot 172.000, waarmee een naoorlogs dieptepunt is bereikt. Het leerlingenaantal in het primair onderwijs zal als gevolg daarvan vanaf 1983 teruglopen met 175.000 leerlingen tot 1.525.000 leerlingen in 1988.

Ondanks de daling van het leerlingenaantal constateert de commissie een verdere toeneming van het aantal scholen. Dit resulteert in een groei van het aantal kleine scholen. Bijna 27% van de kleuterscholen is eenklassig en ruim 51% tweeklassig. Ruim 1000 lagere scholen hebben slechts twee klassen en tweederde deel van alle lagere scholen (66, 7%) heeft geen zes klassen.

De geraamde daling van het aantal leerlingen en de invoering van de leerlingenschaalverhoging in augustus 1983 leiden tot een situatie waarin de werkgelegenheid in het primair onderwijs verder zal afnemen. In mensjaren uitgedrukt verwacht de commissie in de komende vijf jaar een vermindering van 6.000 arbeidsplaatsen. Daarnaast wordt voorzien dat het aantal parttime aangestelde leerkrachten zal toenemen en het aantal onderwijsgevenden met een vol-

ledige betrekking in liet primair onderwijs zal verminderen.

Herschikkingsoperatie basisonderwijs

Staatssecretaris drs. Van Leijenhorst heeft met de provincies overeenstemming bereikt over een procedure om te komen tot een evenwichtige spreiding van het scholenbestand in het basisonderwijs. De staatssecretaris en de provincies zijn overeengekomen om gezamenlijk te overleggen overdespreidingsplannen die door school- en gemeentebesturen zullen worden opgesteld. De afspraken tussen deze bewindsman en de provincies zijn een nadere uitwerking van de wettelijke regelingen in de Overgangswet basisonderwijs, waarin de provincies en het rijk taken hebben bij de overgang van kleuter- en lagere scholen naar het basisonderwijs.

Beperking van het onderwijsaanbod In de niet-examenvakken

Bij de afweging van de verschillende maatregelen ter beperking van de overheidsuitgaven voor het onderwijs is in de Memorie van Toelichting op de Rijksbegroting voor 1984 gesteld, dat een deel van de bezuiniging kan en mag worden bereikt door beperking van het onderwijsaanbod in de niet-examenvakken in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en in het middelbaar

beroepsonderwijs, het laatste leerjaar van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en het hoger algemeen voortgezet onderwijs.

Hierbij is het onderwijs in de eerste fase van het v.o. ontzien wegens het belang van een zo breed mogelijk aanbod in het funderend onderwijs en het belang van het verbreiden van dit aanbod over een zo groot mogelijk aantal deelnemers in de bevolking. De keuze is gevallen op niet-examenvakken, opdat die kwalificaties onaangetast blijven, die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van een beroep of de doorstroming naar vervolgonderwijs.

Advies "Naar een eindexamen maatschappijleer"

Naar aanleiding van een motie van de Tweede Kamer waarin werd bepleit om maatschappijleer als facultatief eind-

examenvak in te voeren in het gehele voortgezet onderwijs, heeft de toenmalige minister drs. Deetman in februari 1982 een werkgroep ingesteld met de opdracht hierover een advies uit te brengen.

Deze werkgroep heeft in oktober 1983 een advies "Naar een eindexamen maatschappijleer" aan staatssecretaris drs. Ginjaar-Maas aangeboden. De werkgroep adviseert om over te gaan tot experimenten op schoolniveau. Naeni-

ge jaren van experimenten zou een definitieve beslissing moeten worden genomen of maatschappijleer algemeen als eindexamenvak in het voortgezet onderwijs kan worden ingevoerd. Aan een examen in dat vak zouden dezelfde eisen moeten worden gesteld als aan examens In andere vakken.

Bij het experimenteren zou per schooltype moeten worden uitgegaan van twee of drie thema's per jaar die onderwerp zullen zijn van een centraal schriftelijke examinering. Voor het schoolonderzoek kan de school vier andere thema's kiezen die echter ook ontleend zijn aan het algemene examenprogramma. Staatssecretaris drs. Ginjaar-Maas heeft toegezegd uiterlijk januari 1984 een beleidsreactie op dit advies voor te leggen aan de overlegorganen in het onderwijs.

Wetswijziging derden gebruik Inzake gebouwen voortgezet onderwijs

Staatssecretaris drs. Ginjaar-Maas heeft vorige maand een ontwerp van wet (met memorie van toelichting) tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs aan een aantal organisaties toegezonden met de bedoeling daarop eventueel te reageren.

In de W.V.O. wordt opneming bevorderd van bepalingen die; 1. medegebruik en verhuurvan door het

Rijk t.b.v. het voortgezet onderwijs bekostigde gebouwen, terreinen en onroerende zaken mogelijk maken, alsmede oplegging van medegebruik door de minister en

2. de beschikkingsbevoegdheid over vrijkomende schoolgebouwen, die nu primair bij het bevoegd gezag berust, overbrengen naar de minister, met de mogelijkheid die gebouwen definitief voor ander dan voortgezet onderwijs te herbestemmen.

Het gebruik voor onderwijsdoeleinden zal echter prioriteit blijven genieten, en wel in onderstaande volgorde: a. gebruik door de eigen school; b. gebruik door een andere school voor voortgezet onderwijs; c. gebruik door een uit de openbare kas bekostigde school voor ander onderwijs;

d. gebruik door derden, t.b.v. andere culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden; e. verhuur aan derden t.b.v. andere doeleinden. Inwerkingtreding zo mogelijk 1 augustus 1984.

Verlof voor medisch onderzoek

De voor het onderwijs geldende rechtspositieregelingen bevatten geen specifieke verlofgrond voor het geval dat de belanghebbende in lesgebonden tijd een geneeskundig onderzoek of een

geneeskundige behandeling moet ondergaan.

Het is naar de mening van de minister van onderwijs en wetenschappen een algemeen aanvaard en goed beginsel van personeelsbeleid dat een werkgever zijn werknemers voor dit doel verlof verleent, indien het onderzoek of de behandeling in lesgebonden tijd dan wel werktijd dient plaats te vinden en omzetting van de dienst niet mogelijk is. Het is de minister gebleken dat er schoolbesturen zijn die weigeren belanghebbenden bedoeld verlof te verlenen. In de circulaire, die de minister hieromtrent onlangs naar de schoolbesturen heeft gezonden, stelt deze bewindsman, dat hij dit vanuit het oogpunt van een verantwoord personeelsbeleid een ongewenste situatie acht. Voorzover nodig verzoekt de minister de schoolbesturen derhalve in het vervolg toe te zien dat belanghebbenden bedoeld verlof in lesgebon­ den tijd wordt geboden, indien en voorzover de medische onderzoeken of behandelingen redelijkerwijs niet buiten lesgebonden tijd kunnen plaatsvinden. Ditzelfde geldt voor die gevallen waarin de noodzaak bestaat dat belanghebbenden een lid van hun gezin dat een onderzoek of een behandeling moet ondergaan, moeten vergezellen. Het in dit kader te verlenen verlof geschiedt met behoud van bezoldiging.

Bovengenoemd verlof moet tijdig worden aangevraagd, d.w.z. uiterlijk ten minste één week van te voren dan wel in onvoorziene gevallen zo spoedig mogelijk. Indien niet aan deze eis wordt voldaan kan het bevoegd gezag in daarvoor in aanmerking komende gevallen de afwezigheid van belanghebbende als verlof aanmerken.

Het vorenstaande is uiteraard voorzover nodig ook van toepassing op het nietonderwijzend personeel.

J.J. Verhage.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1983

De Reformatorische School | 60 Pagina's

Onderwijs-Allerhande

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1983

De Reformatorische School | 60 Pagina's