Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaststelling formatie basisonderwijs op 16 september 1985

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaststelling formatie basisonderwijs op 16 september 1985

Bestuursinformatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoals bekend moet op grond van het Formatiebesluit Wet op het basisonderwijs, de formatie voor de basisschool voor het schooljaar 1985/86 worden vastgesteld aan de hand van het aantal leerlingen dat op 16 september 1985 aan de school is ingeschreven.

De datum van 16 september 1985 is dus voor het bepalen van de formatie voor het schooljaar 1985/1986 de enige teldatum.

Hoewel de formatie voorde basisschool dus formeel pas op 16 september jl. kon worden bepaald, was het, teneinde leerkrachten te kunnen ontslaan of te kunnen aanstellen en om de omvang van de eventuele overgangsboventalligheid te kunnen vaststellen, noodzakelijk dat er reeds geruime tijd voor de zomervakantie een schatting werd gemaakt van het aantal leerlingen dat de basisschool in het schooljaar 1985/1986 zou tellen.

In het Sociaal Plan Basisonderwijs werd meegedeeld, dat het bevoegd gezag voor vaststelling van de formatie kon uitgaan van het aantal leerlingen waar­ van vóór de zomervakantie vaststond dat zij op 16 september de school zouden bezoeken. Zodoende kon de formatie voor het schooljaar 1985/1986 worden bepaald en de omvang van de overgangsboventalligheid of van de vakatures berekend worden.

Werkelijk aantal leerlingen is hoger of later dan geraamde aantal

Het is uiteraard niet denkbeeldig dat het aantal leerlingen dat op 16 september jl. werkelijk aan de school is ingeschreven hoger of lager is dan het aantal waarvan vóór de zomervakantie was aangenomen dat het op 16 september de school zou bezoeken.

Hoger aantal leerlingen

Indien het aantal leerlingen dat op 16 september is ingeschreven hoger is dan het aantal leerlingen waarvan voor de zomervakantie vaststond dat zij de school op 16 september zouden bezoeken, kan de formatie op 16 september opnieuw worden vastgesteld op grond van het hogere, werkelijke aantal leerlingen. Hetzelfde geldt indien de gewichten van de leerljngen achteraf nog iets hoger blijken uit te vallen dan voor de zomervakantie was berekend of aangenomen.

Hierdoor kunnen vacatures ontstaan die direct kunnen worden ingevuld. Uiteraard zijn hierbij de gebruikelijke (her)benoemingsverpliclitingen van kracht (wachtgelders en overgangsboventalligen). Wanneer zich aan een school een dergelijke situatie voordoet en aan dezelfde of een andere school van het bevoegd gezag zijn één of meer leerkrachten overgangsboventallig, dan betekent dit dat de overgangsboventalligheid zal verminderen met dezelfde omvang als de werkelijke formatie hoger is dan de geraamde. In dat geval zal geen extra leerkracht mogen worden aangetrokken.

Lager aantal leerlingen

Indien het werkelijke aantal leerlingen op 16 september lager is dan het aantal waarvan vóór de zomervakantie vaststond dat zij de school op 16 september zouden bezoeken, of wanneer blijkt dat de gewichten van de leerlingen op een te hoge uitkomst zijn berekend, kunnen zich twee situaties voordoen.

A. De leerkracht(en) die (gedeeltelijk) "te veel" aan de school is/zijn aangesteld is/zijn geen overgangsboventallige in de zin van artikel E9 van de Overgangswet Wet op het basisonderwijs (OWBO). Doet zich aan een school dit geval voor, dan moet hiervan schriftelijk mededeling worden gedaan aan het Ministerie van Onderwijs, directie BO/BO, afdeling BO/FORM. Het schoolbestuur dient genoegzaam aan te tonen, dat redelijkerwijs mocht worden aangenomen dat het aantal leerlingen aan de hand waarvan men de formatie voor de betrokken school heeft geraamd, op 16 september ook werkelijk aan de school zou zijn ingeschreven. Duidelijk gemaakt zal moeten worden dat de prognose op grond waarvan de formatie te ruim is vastgesteld, te goeder trouw en met voldoende voorzichtigheid is opgesteld en dat onvoorziene omstandigheden, zoals plotselinge verhuizing van leerlingen, ertoe hebben geleid dat het werkelijk aantal leerlingen op 16 september lager was dan het geraamde aantal. Indien het ministerie de verklaring van het schoolbestuur bevredigend acht, dan zal de "te veel" aangestelde formatie normaal aan de school verbonden kunnen blijven. Dit zal worden rechtgetrokken met ingang van het schooljaar 1986/1987. De formatie voor dat schooljaar wordt berekend op grond van het gemiddelde van de drie teldata in het schooljaar 1985/1986. Bij een lager of gelijkblijvend aantal leerlingen zal de te veel aangestelde formatie op 1 augustus 1986 moeten afvloeien of in de garantie gaan lopen.

Slaagt het schoolbestuur er niet in aannemelijk te maken, dat het verwachte aantal leerlingen op 16 september te goeder trouw te hoog is berekend, dan zal voor het "te veel" aan formatie geen rijksvergoeding worden verleend. Het schoolbestuur zal hierover van het ministerie bericht ontvangen.

Voorbeeld A: De totale E9-formatie (overgangsformatie) van een lagere en een kleuterschool bedroeg op 31 juli 1985 acht leerlingen.

De WBO-formatie is op grond van de gegevens die vóór de zomervakantie bekend waren berekend op 8, 4 leerkrachten. Aangenomen is dus dat er een vacature bestond voor 0, 4 formatieplaats. Hiervoor is een leerkracht benoemd die niet als overgangsboventallige of wachtgelder in dienst was van het bevoegd gezag.

Indien nu op 16 september blijkt, dat de formatie op grond van het aantal leerlingen dat op die datum werkelijk aan de school is ingeschreven 8, 2

formatieplaats bedraagt in plaats van 8, 4, zal het schoolbestuur dit schriftelijk aan het ministerie dienen te melden.

6. Het kan ook voorkomen dat, als gevolg van het feit dat het aantal leerlingen dat op 16september werkelijk aan de school is ingeschreven, lager is dan het aantal waarvan vóór de zomervakantie vaststond dat zij de school op 16 september zouden bezoeken, de boventalligheid op een school opnieuw moet worden vastgesteld. Dit doet zich voor indien de formatie die wordt berekend aan de hand van het aantal leerlingen dat op 16 september werkelijk aan de school staat ingeschreven, kleiner is dan de overgangsformatie op grond van artikel E9 van de OWBO.

Op scholen waar reeds boventalligen zijn, zal de boventalligheid in dat geval toenemen in omvang. Op scholen waar geen boventalligen waren kan (opnieuw) boventailigheid ontstaan.

Bi] een gelijkblijvend aantal leerlingen behoeft deze boventailigheid aan het einde van het schooljaar niet te verdwijnen. Indien er geen vacatures aan andere onder hetzelfde bevoegd gezag staande scholen ontstaan, zal de boventallige ook na 1 augustus 1986 aan de school verbonden kunnen blijven.

Voorbeeld B1: De totale E9-formatie (overgangsformatie van een lagere en een kleuterschool bedroeg op 31 juli 1985 acht leerkrachten.

De WBO-formatie is vóór de zomervakantie berekend op 7, 6 leerkrachten. Er waren dus aan het begin van het schooljaar voor 0, 4 formatieplaats boventalligen aan de school verbonden. Na telling van het aantal leerlingen op 16 september 1985 blijkt, dat de formatie op grond van het aantal leerlingen dat op die datum werkelijk aan de school is ingeschreven slechts 7, 4 bedraagt. De boventalligheid bedraagt dus in werkelijkheid 0, 6 formatieplaats. Dit dient aan de leerkracht, die voor 0, 2 formatie­ plaats méér boventallig wordt, te worden meegedeeld.

Dit behoeft geen direkte consequenties te hebben in de loop van dit schooljaar. Door de directie BO/BO van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen is namelijk toegezegd, dat herplaatsing van leraren die op 16 september voor een geringe omvang van hun betrekking boventallig worden, in vacatures die aan andere scholen van hetzelfde bevoegd gezag gedurende het schooljaar ontstaan, niet nodig is als dat tot schoolorganisatorische of andere problemen leidt.

Voorbeeld B 2: De totale E9-formatie (overgangsformatie) van een lagere en een kleuterschool bedroeg op 31 juli 1985 acht leerkrachten.

De WBO-formatie is vóór de zomervakantie berekend op 7, 6 leerkrachten. De 0, 4 formatieplaats overgangsboventalligheid is op 1 augustus 1985 echter weggewerkt doordat de boventallige leerkracht(en) in vacatures aan andere scholen van het bevoegd gezag zijn benoemd.

benoemd. Indien, evenals in voorbeeld BI, zou blijken dat op grond van het aantal leerlingen op 16 september 1985 de werkelijke formatie slechts 7, 4 bedraagt, zou er opnieuw boventalligheid aan de school ontstaan voor 0, 2 formatieplaats. Formeel zou deze boventallige ingezet moeten worden bij eventuele vacatures bij andere scholen van hetzelfde bevoegd gezag. Op grond van de toezegging van de directie BO/BO van het ministerie is het echter niet nodig deze gedeeltelijk boventallige gedurende de rest van het schooljaar in vacatures aan andere scholen van het bevoegd gezag te plaatsen, omdat het om een klein stukje boventalligheid gaat.

Wel zal deze boventallige, waar mogelijk, bij vacatures aan het begin van het nieuwe schooljaar geplaatst moeten worden.

Mr. P. Hugense.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1985

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Vaststelling formatie basisonderwijs op 16 september 1985

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1985

De Reformatorische School | 52 Pagina's