Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christelike Doodts-Betrachting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christelike Doodts-Betrachting

Boekenhoek

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Willem Sluiter, predikant te Eibergen en vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie, schreef na de dood van zijn jonge vrouw in 1664 het uitvoerige, ontroerende gedicht "Doots-Echt-Scheydinghe". Het vormt samen met tien "sterfgezangen" de bundel "Christelike Doodts-Betrachting", die nu als tweede deel in de serie "Christelijk Erfgoed" (een reeks tekstuitgaven onder redactie van drs. G.C. de Waard en C. Bregman) verscheen bij uitgeverij Den Hertog te Houten (omvang: 126 pagina's; prijs: f 18, 50).

Het eerste deeltje ("Het Hoghe Liedt Salomons" van Jacobus Revius) bespraken we al eerder dit jaar in DRS: een uitgave die er zijn mocht Ook over het tweede deel kunnen we verheugd zijn. Dit keer wordt de tekst toegelicht en ingeleid door A.J.H.G. Ronhaar, die zijn l^.O.-B scriptie Nederlandse taal- en letterkunde voor dit doel omwerkte. Hij is met vooraanstaande literatuuronderzoekers van mening dat we Sluiters "Christelike Doodts- Betrachting" moeten lezen, willen we tot de kern van de 17e-eeuwse predikant-dichter Willem Sluiter doordringen. De lof voor de bundel geldt terecht het hoofdbestanddeel "Doots- Echt-Scheydinge", over het sterven van zijn vrouw, een zeer persoonlijk gedicht. In 632 versregels beschrijft Sluiter het zalig afsterven van zijn slechts 24 jaren tellende echtgenote fi/largaretha Sibylla Hoornaerts. Ronhaar schrijft in zijn inleiding: "Het is een klacht zonder mythologische beeldspraak of andere uitingen van de renaissancistische vormencul-

tus, ontroerend neergeschreven door een diepgelovig mens die zelfs iets zo uiterst persoonlijks als het overlijden van een dierbare echtgenote dienstbaar mag maken aan zijn roeping als predikant: in de laatste strofe worden we opgeroepen, de gestorven geliefde na te volgen in haar geloof en handel, gedurig ziende op de uitkomst van haar wandel." Die laatste strofe luidt als volgt:

Elk volg myn Lief, in haer Geloov' en Handel, Geduerigh siend' op d' uitkomst van haer wandel. GODT gev' ons all' een zael'ge uer, als haer. En, uit gena, sijn Eeuwigh Rijk hier naer

Het doel van Sluiters dichterschap was steeds veeleer stichten dan dichten. In de eeuw van

Sluiter ontstond, in het bijzonder in piëtistische kringen, een genre dat zich bezighield met het wei-sterven, ook wel euthanasia genoemd. Het werk van Sluiter hoorde daar vanzelfsprekend ook bij. Op 3 augustus 1662 was hij met Margaretha in het huwelijk verbonden. Op 15 september 1664 werd hun tweede kindje geboren, maar Margaretha herstelde niet: zij overleed op 9 oktober 1664. De eerste druk van "Christelike Doodts- Betrachting" moet verschenen zijn in 1667 of 1668.

Ronhaar gaat in zijn interessante inleiding uitgebreid in op de euthanasia-literatuur als vrucht van de Nadere Reformatie, waarbinnen deze soort literatuur gebloeid heeft als uiting van het profetisch getuigenis dat een rechtzinnige belijdenis moet worden versierd met een godzalige levenswandel. De welstervenskunst houdt ten diepste in: leren sterven voordat het werkelijk sterven wordt. Het gaat dus ook in dit genre om de praktijk van de godzaligheid, de praxis pietatis. Zo is voor Sluiter zelf de diepste troostgrond geweest, dat hij door de realiteit van de aardse "echtscheiding" heen mag kijken naar de werkelijke werkelijkheid:

Ik sal mijn hant dan op myn mont gaen leggen, 't Is GODES werk. Wie sal daer tegen seggen. Wij bidden, dat des Vaders will' geschie; O! dat men s' ons noit tegen-streven sie!

Alleen al om de met annotaties goed verzorgde tekst van "Doodts-Echt-Scheydinge" is dit boekje het aanschaffen waard.

De predikant van Eibergen is altijd bevriend geweest met de Haagse Chrysostomus, Joannes Vollenhove, die ook vele gedichten op zijn naam heeft staan. Toen Vollenhove nog in Zwolle stond, schreef hij een lofdicht "op het lantleven en de Heilige Gezangen van den Godtzaligen en Hooghgeleerden Heere Willem Sluiter", waarvan de beginregels luiden:

Wie is belust, om naar zyn' wensch, Gelijk een recht gelukkigh mensch, Zijn' tijt te slijten en te sluiten? Die ga t' Eibergen, en verkeer' Met Sluiter, 's hemels tolk, en leer' Zijn Bybelpoëzy van buiten.

Wat mij betreft denkt de redactie van deze vooral voor ons onderwijs belangwekkende serie ook eens aan een uitgave van de "Kruistriomf" van Vollenhove, al mogen natuurlijk de achttiende, negentiende en twintigste eeuw niet vergeten worden. Hoe dan ook, ik hoop dat deze knap gestarte serie een goede voortgang zal mogen hebben.

J.S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1987

De Reformatorische School | 64 Pagina's

Christelike Doodts-Betrachting

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1987

De Reformatorische School | 64 Pagina's