Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reactie Van de Breevaart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reactie Van de Breevaart

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verbazing

Verbazing, dat is het juiste woord voor de gevoelens, waarmee ik bezet werd, toen ik kennis nam van de reacties op mijn stelling dat het "mavo eigenlijk opleidt tot niets". Verbazing over de heftigheid, waarvan de reacties blijk gaven en ook over het feit, dat het zelfs onderwijsdeskundigen kennelijk niet gegeven is om precies te lezen wat er staat.

De één vindt mijn stelling pijnlijk voor leerlingen en hun ouders, maar ook voor de werkers in het mavo. De ander beperkt zijn reactie tot "het slaat nergens op". De derde ziet het mavo opeens als een doorstroomstudie. Volgens de vierde ben ik 30 jaar te laat met mijn opmerking. Zelfs mbo-directeuren doen een weinig terzakedeskundige duit in het zakje.

Ten slotte meent GOLV-voorzitter G. Dijkgraaf in Gouda mijn uitspraak in scherpe bewoordingen te moeten afkeuren, blijkens het RD van 12 oktober 1989. En zo denkt men deze binnenbrand weer te kunnen blussen en over te gaan tot de orde van de dag. Die orde is kennelijk, zo mag uit de reacties worden opgemaakt, dat vooral de status quo moet worden gekoesterd. Dat vooral niet moet worden nagedacht over het doel van ons ondenwijs.

Maar goed, laat ik proberen de discussie zakelijk te houden, ook al getuigen enkele reacties van een onzakelijkheid, die het ergste doet vrezen voor een verdergaande bezinning. Want dat die bezinning hoogst noodzakelijk is, staat voor mij onomstotelijk vast. En dat die bezinning vooral het mavo als onderwijssoort moet betreffen, staat voor mij evenzeer vast.

Vooropleiding?

Het is frappant dat nogal wat reacties het mavo vooral of nagenoeg uitsluitend zien als een goede vooropleiding voor het mbo (Dijkgraaf, Rietveld, Bakker en Kok). Maar laat - en dat weten deze deskundigen net zo goed als ik - daar nu toch het mavo nooit voor bedoeld zijn geweest. In de Mammoetwet van Cals (1968) stond het mavo op hetzelfde niveau als het mbo. De gedachte van vooropleiding is in de loop der jaren ontstaan uit een min of meer ongereguleerde doorstroming van leerlingen vanuit het mavo naar het mbo. Mavo was oorspronkelijk vooral een vorm van eindonderwijs voor leerlingen, die met dat algemeen vormend onderwijs nog niet exact wisten welke vakrichting ze op wilden.

Het is dan ook wat merkwaardig om het mavo nu als dé vooropleiding voor het mbo te zien. De opmerkingen van Bakker en Kok moeten kennelijk zijn ingegeven uit overwegingen, die niet zozeer verband houden met het mavo zelf, alswel met de onderwijssoort, waarin zij werken en met de scholen, waarover zij de leiding hebben.

Immers, ook het lbo leidt sinds enkele jaren voor bepaalde avo-vakken op voor het D-niveau, evenals het mavo. Het kan in alle redelijkheid niet worden volgehouden dat mavo-abituriënten beter zijn toegerust voor een mbo-studie dan hun Ibo-collegae. Integendeel: Lbogediplomeerden hebben een bredere opleiding in het lbo "genoten", waarin er, als het goed is, een bepaalde vorm van harmonie aanwezig was bij de ontwikkeling van "hoofd, hart en handen".

Uit de diverse rapportages aan de staatssecretaris van onderwijs bleek mij, dat Ibo'ers het in het mbo op avo-gebied in het algemeen wat slechter deden in het verleden - vooral in het mto - maar dat ze op het gebied van technische vaardigheden een duidelijke voorsprong hadden op de mavo'ers. Op het gebied van het mdgo zijn er nog geen statistieken, maar Bakker zal het ongetwijfeld met mij eens zijn, dat de "verharding" van het Ihno, waarin de vakrichtingen meer gestalte krijgen, de doorstromers naar het mdgo een voorsprong zal geven op hun mavo-collegae.

"Loze" kreten

"Het mavo leidt eigenlijk op tot niets". Niemand heeft in de reacties die stelling gemotiveerd en goed onderbouwd weerlegd. Men beperkte zich tot wat "loze" kreten. Maar men zal toch niet kunnen ontkennen, dat de mogelijkheden voor Ibo'ers na afronding van hun studie beter zijn dan die van mavo'ers? Lbo'ers kunnen, afhankelijk van hun opleiding, doorstromen naar het mbo, of naar het kmbo, of naar het leerlingwezen, of naar... de werkplek.

Wat moet ik met het argument dat het mavo algemeen vormend van inhoud is en opleidt tot studievaardigheden en een studiehouding voor doorstroming (Van der Ham)? Als dat het enige doel is van het mavo, dan begrijp ik steeds meer de politiek, die totaal niets (meer) ziet in het mavo.

Alsof een goede tweejarige brugperiode in het lbo deze attitude-vorming buiten beschouwing laat. Dat ik 30 jaar te laat ben met deze opmerking (Klein) zegt veel over de reageerden maar niet over mijn opmerking. Klein refereert aan de huidige informatie-maatschappij. Maar hij weet toch ook wel dat in de ISO-opleidingen mavo en lbo gelijk worden behandeld? Juist in het moderne lbo krijgt de informatica grote aandacht, meer aandacht zelfs dan in het mavo. Want in het lbo wordt leerlingen ook de technische kant van de informatica voorgehouden, waardoor deze nieuwe technologie van haar mystiek wordt ontdaan.

Trouwens, ik heb niet gezegd dat lbo einddoel is, of dat leerlingen met een beroepsopleiding er wel zijn. Overigens vind ik Klein bijna beledigend voor ouders en hun kinderen, daar hij blijkens zijn reactie het mavo als een vorm van restonderwijs van vwo en havo beschouwt, goed voor leerlingen die ook nog niet eens over twee rechterhanden beschikken. Die toelatingseis - twee rechterhanden - wordt in het lbo echt niet gesteld. Maar in het lbo wordt wel gepoogd om leerlingen met die ene rechterhand optimaal toe te rusten als voorbereiding op vervolgstudie of vakopleiding.

Politiek

Hoe komt het toch dat ook de politiek zo met het mavo in de maag zit? Zou dat het gevolg zijn van het doorslaand succes van deze schoolsoort? Steeds maar weer, bij middenschool of opvo, bij vbao of bavo, is het mavo gedoemd te verdwijnen. Het meest recent zijn de plannen, zoals de nieuwe CDA/PvdA-coalitie ze op dit gebied heeft uitgebroed.

In die plannen verdwijnen lbo en mavo als categorale schoolsoorten, bovendien verdwijnen deze scholen zonder meer als ze beneden de 240 leerlingen zakken. Zelfs staatssecretaris Ginjaar-Maas, die toch echt als een voorvechtster van handhaving van de huidige schoolstructuur bekend staat, zag maar weinig toekomst voor het mavo. Terecht refereert Bakker aan haar analyse dat tegen het jaar 2000 niet minder dan 100.000 werklozen te verwachten zijn, die hun opleiding uitsluitend tot het (m)avo beperkt hebben.

In feite zei mevrouw Ginjaar hiermee hetzelfde als ik, zij het dat ik - het zij erkend - mijn uitspraak bewust wat chargeerde terwille van de noodzakelijke duidelijkheid. Het perspectief voor mavo-abituriënten is op de korte en langere termijn bepaald verontrustend. Ik mag het pedagogen aanrekenen als ze dit donkere perspectief negeren in hun overwegingen. Als mijn opmerking al pijnlijk is voor de werkers in het mavo, dan komt dit niet door de opmerking zelf. Veel meer moet de oorzaak gezocht worden bij de mavo-werkers zelf, die blijk geven van gebrek aan op wezenlijke bezinning gebaseerde doordenking over wat ze nu echt willen met het mavo.

Ouders

Mijn opmerking zou ook pijnlijk zijn voor ouders (Dijkgraaf). Als hij daarmee die ouders bedoelt, die willens en wetens uit status-overwegingen weigeren hun kinderen een (goede)

Ibo-opleiding te laten volgen, dan heeft hij gelijk. Ik kan me indenken, dat die ouders pijnlijk in hun eergevoel zijn getroffen. Het zij zo! Of kent hij soms geen ouders, die soms smeken of hun kind mag worden toegelaten tot het Van Lodenstein-college, omdat het zo aardig klinkt als tegen familie, buren en vrienden gezegd kan worden dat dit kind op de "Van Lodenstein" zit?

Of kent hij geen ouders, die het bijna als een persoonlijke belediging ervaren, als hun kind, ook al heeft het een duidelijke Ibo-indicatie, wordt geadviseerd naar de "Udemans" te gaan. Als hij die ouders niet kent, zijn de ouders in midden- en oost-Nederland kennelijk wat anders dan in het westen. Als mijn opmerking bij die ouders pijnlijk overkomt, dan heb ik precies bereikt, wat ik wilde bereiken. Kennelijk komen bij deze ouders dan wat schuldcomplexen naar boven, die ze hebben opgelopen, omdat hun kind niet tiert in het mavo.

Het is beledigend voor het lbo om die onderwijssoort als het restondenwijs in het vo te beschouwen. Als een kind nergens meer voor deugt, moet het naar het lbo. Die gedachte leeft echt niet alleen buiten onze gezindte. Zelfs in de reformatorische denominatie zijn af en toe van dit soort oprispingen te vernemen, ook bij onderwijskundigen, ook bij directeuren van basisscholen, als zij ouders moeten adviseren over de vervolgstudie.

"Helaas", zeggen ze dan tegen die ouders, "is uw kind aangewezen op het lbo". Wat een baarlijke nonsens. Alsof de vijf talenten uit de gelijkenis alleen maar betrekking hebben op het hoofd. Moeten we niet verwonderd zijn over wat Ibo'ers met vijf talenten soms maken met hun handen? Is dat minderwaardig? Wat een pure schande en smaad jegens onze Schepper om zulks te veronderstellen.

Bezinning

Natuurlijk heb ik gechargeerd. In mijn achterhoofd leefde en leeft nog de gedachte dat in de afgelopen 21 jaar zachte heelmeesters stinkende wonden hebben gemaakt. Lbo is geen restonderwijs. Het kan de vergelijking met het mavo op nagenoeg alle fronten doorstaan. Het leidt in avo-vakken op tot het D-niveau, maar het laat ook leerlingen op C-, B- en A-niveau niet in de kou staan.

Het biedt vso-scholen de gelegenheid hun leerlingen via de symbiose kennis te laten maken

met een - zij het beperkte - vorm van beroepsvoorbereiding. Het geeft een goede aansluiting op leerlingwezen en mbo. Natuurlijk is beter beter dan goed. Maar laten de mbo-directeuren dan eens gaan praten met hun Ibo-collegae om de afstemming van het lbo op het mbo nog beter te laten verlopen.

De Ibo-vorming richt zich op het hoofd, het hart en de handen van de leerlingen, meer dan welke avo-opleiding ook. "Het mavo leidt eigenlijk op tot niets" Is een uitdrukking die gelijk is aan "Als m'n kind ongeschikt is voor het mavo, moet het in vredesnaam maar naar het lbo". Ik beloof plechtig dat ik geen lelijke opmerkingen meer over het mavo zal maken, als de avo-sector het lbo vanaf nu ziet als een gelijkwaardige onderwijssoort. Gezamenlijk kunnen we - mavo èn lbo - dan de ouders van deze nieuwe kijk op mavo en lbo trachten te doordringen. Krijg ik die belofte?

Oproep, :

Van de Breevaart vraagt duidelijk om een reactie vanuit het veld. Wie wil gefundeerd reageren op bovenstaand betoog? In het licht van de komende basisvorming, waarover in het regeerakkoord onder meer gesproken wordt in de zin van fusies van lbo en mavo, lijkt een verdere bezinning op beide onderwijstypen dringend gewenst.

A.A. Egas.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1989

De Reformatorische School | 68 Pagina's

Reactie Van de Breevaart

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1989

De Reformatorische School | 68 Pagina's