Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De voorlopige en definitieve vaststelling van de programma's van eisen in het basisonderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De voorlopige en definitieve vaststelling van de programma's van eisen in het basisonderwijs

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De artikelen 90 en 92 van de Wet op het basisonderwijs (WBO) bepalen dat de minister van onderwijs en wetenschappen jaarlijks vöör 1 augustus de programma's van eisen dient vast te stellen die de grondslag vormen voor de vergoedingen van de

A. voorzieningen in de huisvesting (met uitzondering van schoolterreinen);

B. de zogenaamde "andere voorzieningen" als bedoeld in artikel 74 van de WBO en

C. de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding.

Een programma van eisen dient onder andere de voor het jaar volgend op het jaar van de voorlopige vaststelling geldende bedragen te omvatten (voorbeeld: vóór 1 augustus 1986 dienden de voorlopige programma's van eisen voor het kalenderjaar 1987 vastgesteld te worden).

Daarnaast dient de voorlopige vaststelling van de bedragen ten behoeve van voor blijvend gebruik bestemde voorzieningen in de huisvesting bestaande uit nieuwbouw en uitbreiding tevens de bedragen geldend voor voorzieningen die in het fweec/e jaar volgend op het jaar van de voorlopige vaststelling in gebruik worden genomen te omvatten (voorbeeld: de in het vorige voorbeeld bedoelde programma's van eisen dienden, voor wat betreft de voor blijvend gebruik bestemde voorzieningen in de huisvesting bestaande uit nieuwbouw en uitbreiding, tevens de bedragen voor het kalenderjaar 1988 te omvatten).

De programma's van eisen kunnen na deze voorlopige vaststelling slechts in verband met loon- en prijsontwikkelingen worden gewijzigd. Indien dit geschiedt op een tijdstip gelegen vóór de zogenaamde definitieve vaststelling wordt gesproken van "bijgestelde programma's van eisen".

Er kunnen dus geen inhoudelijke wijzigingen in de programma's van eisen worden aangebracht.

De artikelen 90c en 94 van de WBO bepalen dat de minister binnen negen maanden na afloop van het (eerste) jaar ten behoeve waarvan de voorlopige bedragen zijn vastgesteld, de bedragen definitief dient vast te stellen.

Een en ander leidt er toe dat er verschillen kunnen ontstaan tussen de hoogte van de voorlopig vastgestelde en de definitief vastgestelde bedragen.

Er kunnen ook bij deze definitieve vaststelling geen inhoudelijke wijzigingen in de programma's van eisen worden aangebracht.

Thans wil ik met name wijzen op het belang van het zich als bevoegd gezag in het bijzonder onderwijs op de hoogte stellen van eventueel optredende verschillen voor wat betreft de hoogte van de voorlopig en de definitief vastgestelde bedragen met betrekking tot de voorzieningen in de huisvesting (ad A).

Wellicht kan dit belang met het volgende voorbeeld verduidelijkt worden.

De voorlopige programma's van eisen voor 1987 vermelden in het programma van eisen nieuwbouw als vergoedingsbedrag voor de bouwkosten en de bijkomende bouwkosten voor permanente huisvesting voor 8 groepen (nieuwbouw) een bedrag van f. 1.481.513, -.

In de publicatie van de bijgestelde voorlopige programma's van eisen voor 1987 wordt een bedrag van f. 1.529.011, - vermeld.

De definitieve programma's van eisen vermelden eveneens laatstgenoemd bedrag. Dit betekent dus een toename van f. 47.498, -.

In de praktijk blijkt de vraag te rijzen wie over laatstbedoeld bedrag dient te kunnen beschikken: het school- of het gemeentebestuur?

Artikel 97 van de WBO bepaalt in het eerste lid onder andere dat indien het bevoegd

gezag de totstandbrenging van een voor blijvend gebruik bestemde voorziening in de huisvesting zelf verzorgt de daarvoor vastgestelde voorlopige onderscheidenlijk definitieve bedragen door burgemeesters en wethouders (aan het bevoegd gezag) ter beschikking dienen te worden gesteld.

Omdat de definitieve vaststelling veelal een jaar later plaatsvindt dan de zogenaamde gereedmelding op grond van artikel 16 van het Bekostigingsbesluit WBO en de bedragen doorgaans hoger worden vastgesteld, wordt de schoolbesturen dringend geadviseerd zich in voorkomende gevallen (eventueel via het VGS-bureau) op de hoogte te stellen van de definitieve vaststelling van de bedragen, teneinde over de volledige vergoeding te kunnen beschikken.

De vergoeding voor de zogenaamde "andere voorzieningen" (ad B) worden via de aanvragen op grond van artikel 74 aan de besturen in het bijzonder onderwijs ter beschikking gesteld. In dit kader worden van rijkswege genormeerd gelden ter beschikking gesteld aan de gemeenten. De besturen in het bijzonder onderwijs kunnen vervolgens naar behoefte aanvragen bij de gemeenteraden indienen.

Toetsingscriterium voor de inwilliging van de aanvraag zijn "de normale aan het geven van onderwijs te stellen eisen" (zie onder andere de door het bureau van de VG.S. bij schrijven d.d. 22 mei 1986 (kenmerk H.22.586/43) aan de aangesloten besturen in het basisonderwijs gestuurde notitie "ARTIKEL 74 VAN DE WET OP HET BASISONDERWIJS"). Hoewel de gemeenten in veel gevallen de door hen van rijkswege voor de desbetreffende doeleinden ontvangen bedragen in de overwegingen zullen betrekken, kan de hoogte van de vergoedingen formeel voor het verlenen c.q. voor de omvang van de medewerking geen rol spelen. Om deze reden is het niet mogelijk om bij de definitieve vaststelling van de bedragen een gemeente te verzoeken de ter beschikking gestelde vragen alsnog aan te passen.

De vergoedingen voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding (ad C) worden rechtsstreeks aan het schoolbestuur uitgekeerd. Bij de definitieve afrekening zullen de definitief vastgestelde bedragen worden verrekend met de voorlopig vastgestelde bedragen.

Mr. J.G. Macdaniel.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

De Reformatorische School | 68 Pagina's

De voorlopige en definitieve vaststelling van de programma's van eisen in het basisonderwijs

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

De Reformatorische School | 68 Pagina's