Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boeken voor moeilijk lezende kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boeken voor moeilijk lezende kinderen

Basisonderwijs

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

"In de maanlichte nacht was het landschap als doortrokken van een mistig waas. De klaterende zonneschijn van de dag had plaats gemaakt voor een zacht gezeefd licht. In de uitlopers van de bergen hadden de heuvels vreemde vormen getekend, donkere, dreigende schaduwen met hier en daar zilveren randen. Toen verscheen op een heuveltop de gestalte van een dier. Een paar, nog geweldiger lijkend in het bedrieglijke licht".

Zo begint het boek De jacht op de grijze hengst van J. Nowee; nummer 19 uit de Arendsoogserie. Een serie die door heel wat jongens (en wellicht ook meisjes) van een jaar of 10 en ouder wordt verslonden.

Als u dit citaat leest, voelt u gelijk aan dat dit onmogelijk taalgebruik

is voor een moeilijk lerend kind. Kinderen die de grootste moeite hebben met abstract taalgebruik, kunnen zich bij dit citaat echt niks voorstellen. Wat is 'zacht, gezeefd licht', 'een mistig waas', 'klaterende zonneschijn'? Deze kinderen vatten geen dubbele bodems in ons taalgebruik, kunnen niet goed omgaan met figuurlijk taalgebruik, begrijpen geen staande uitdrukkingen, vatten een grap vaak niet.

Zo kwam ik pas tijdens een begrijpend leesles met een oudste MLK-groep de uitdrukking 'het regent doelpunten' tegen. Veel van deze kinderen snappen een dergelijke uitdrukking niet. Vraag je door, dan blijkt dat ze echt denken dat er ballen uit de lucht komen vallen, die het doel ingaan.

Onze taal en vooral onze boekentaal zit voor deze kinderen vol met voetangels en klemmen. Wat denkt u van een begrip als 'terneergeslagen'; een groot deel van deze kinderen legt dit gewoon letterlijk uit; of: 'hij wierp een scherpe blik door de klas'; veel moeilijk lerende kinderen denken hier aan een concrete gebeurtenis. Begrijpelijk dat veel van deze kinderen lezen geen aantrekkelijke bezigheid vinden. Ze begrijpen immers toch niet wat ze lezen, ze genieten er niet van, ze leggen het boek aan de kant. Ondertussen missen zij de zo noodzakelijke leeservaring om aan hun probleem tegemoet te komen, want lezen leer je gewoonweg alleen door het te doen. Door veel te lezen, leren we allerlei uitdrukkingen, zegswijzen, betekenissen van woorden, zinsstructuren, e.d. Veel van deze kinderen zitten in een zogenaamde neerwaartse spiraal: niet goed kunnen lezen / niet goed begrijpen wat je leest, daarom geen boeken meer lezen, met als gevolg geen leeservaring opdoen, daardoor een nog grotere achterstand in vergelijking met leeftijdgenoten, enzovoorts.

De werkgroep

In dit artikel gaat het over boeken voor moeilijk lezende kinderen. Aangepast leesmateriaal voor kinderen die de voor de eigen leeftijdsgroep bedoelde boeken niet aankunnen. Zoals In een eerder nummer van DRS aangekondigd, zijn er een tweetal boeken voor moeilijk

lezenden verschenen, geredigeerd door een werkgroep die opereert onder de DGSvlag. Dit nieuwe fenomeen op het reformatorische schoolerf is de aanleiding voor het schrijven van onderstaand artikel. De werkgroep achtte het juist om in de kolommen van dit blad iets dieper in te gaan op de achtergrond van dit soort boeken.

Moeilijk lezende kinderen

Het probleem helder te krijgen is niet echt moeilijk. Er zijn een fors aantal leerlingen met leesproblemen, van verschillende aard weliswaar, voor wie de reguliere leesboeken niette verteren zijn.

Ik begon net met de moeilijk lerende kinderen. Dat is zo'n groep die betrekkelijk veel moeite heeft met het lezen van boeken die voor hun leeftijd zijn bestemd. Een vrij groot deel van de moeilijk lerende kinderen leert langzamer lezen dan het 'normale' kind. Toch is het zo dat het grootste deel van deze kinderen op den duur redelijk vlot technisch leert lezen. Voldoende om uit de Bijbel (voor) te lezen, bijvoorbeeld. Bij het oudere MLK-kind zit het probleem dan ook veel meer vast op het begrijpen van de tekst. Hoewel ook ingewikkelde en vooral voor hen onbekende woorden soms onoverkomenlijke moeilijkheden zijn, is het begrijpen van de tekst hét probleem. Uit de voorbeelden die ik hierboven aanhaalde zal duidelijk zijn dat deze leerlingen vooral problemen hebben met abstracties, interpretaties, spreekwoorden, figuurlijk taalgebruik, flash-backs, verschillende vertellers en een teveel aan verhaalpersonen.

Een andere groep van kinderen met leesmoeilijkheden zijn de dove kinderen. Dove kinderen hebben begrijpelijkenwijs een geheel anders verlopende taalontwikkeling in vergelijking met het horende kind. Een doof kind heeft in het algemeen een beperkte woordenschat. Omdat we de kennis van de wereld om ons heen voor een belangrijk deel via de taal leren, liggen er hier eveneens problemen voor doven. Een doof kind zal snel de draad van een verhaal kwijt kunnen raken, omdat het eenvoudigweg te weinig buitentekstuele kennis tot z'n beschikking heeft. Ook de grammaticale kennis is bij doven beperkt, waardoor problemen kunnen ontstaan met het leggen van verbanden tussen woorden in een zin en samenhangen in een tekst. Het kan voor een doof kind erg moeilijk zijn een voorzetsel aan de juiste term in een zin te koppelen. Zo zal het voor een doof kind niet gemakkelijk aan te geven zijn wat 'op' in de volgende zinnen betekent: "Hij geeft het op. Hij geeft het hem op zijn verjaardag. Hij geeft af op Jan. Hij geeft hem een klap opzijn schouder. Hij is optwee na de beste van de klas. Hij geeft hem op."

Kortom, als een doof kind een gewoon leesboek in handen krijgt, kunnen er allerlei problemen ontstaan, doordat woorden niet herkend worden, meer betekenissen van een woord niet bekend zijn, woorden die op elkaar lijken venwisseld worden, e.d..

Zijn moeilijk lerende kinderen, grofweg aangeduid, kinderen met een beneden gemiddelde begaafdheid, waardoor er problemen met leren ontstaan, er zijn ook kinderen met een gemiddelde begaafdheid, die desondanks toch moeilijkheden ondervinden met het leren en

in veel gevallen vooral met lezen. Kinderen met leermoeilijkheden, LOM-kinderen, dyslectische kinderen, kinderen met een leerstoornis of nog exacter geformuleerd: kinderen met een primaire leerstoornis, een leerstoornis die niet toe te schrijven is aan een bepaalde oorzaak als een zintuigelijke deficiëntie, een intellectueel tekort, emotionele problematiek of een sociale achterstandsituatie.

Kinderen met een leerstoornis hebben vaak vooral moeite met het lezen. Zij zullen in het algemeen moeite hebben met de technische kant van het lezen: geen vi/oordbeeld hebben, kleine eenvoudige woordjes elke keer weer verkeerd lezen, woorden lezen die er niet staan, enzovoorts. Het is duidelijk dat deze problemen het begrijpen van een tekst evengoed danig kunnen hinderen. Toch zijn deze kinderen meestal wel In staat om de diepere laag achter de taal te vatten, maar zij stuiten op zoveel hindernissen bij het ontcijferen van een tekst, dat de inhoud niet, nauwelijks, slecht of gedeeltelijk opgenomen kan worden. Een moeilijk lerend kind kan een uitdrukking als 'het regent doelpunten', wel lezen, maar vat de bedoeling ervan niet. Een leergestoord kind leest misschien: 'Het regent doelpunten', waardoor hij niet snapt wat er bedoeld wordt, hoewel hij de uitdrukking op zichzelf wel begrijpt.

Naast deze drie groepen kan er nog een groep worden onderscheiden. Kinderen die moeilijkheden met lezen hebben vanwege een achterblijvende taalontwikkeling. Denk b.v. aan anderstalige kinderen.

Al deze kinderen hebben één ding gemeenschappelijk: ze zijn niet of nauwelijks in staat de voor hun leeftijdsgroep bestemde boekjes te lezen. Ze zijn daarom noodgedwongen aangewezen op eenvoudiger leesboekjes met een voor hen vaak te kinderachtige inhoud. Dat is het belangrijkste gemeenschappelijke probleem waar deze kinderen mee worstelen. Ze hebben geen boekjes van een lager technisch leesniveau die qua inhoud aansluiten bij hun belevingsniveau.

Daarbij komt dat deze kinderen vaak zulke teleurstellende ervaringen gehad hebben met lezen, dat ze weinig gemotiveerd zijn om uit eigen beweging een leesboek uit de kast te pakken.

Criteria

Om de bruikbaarheid of juist de problemen die een bepaalde tekst voor moeilijk lezende kinderen heeft, te bepalen, kunnen we verschillende criteria aanleggen: - leesniveau - begrijpelijkheid van de tekst; - de mate waarin de tekst belangstelling wekt; - de typografische vormgeving.

Leesniveau

Om het leesniveau te bepalen hanteren we de leesindex A. Door de gemiddelde zinslengte en woordlengte te berekenen kun je de moeilijkheidsgraad van een tekst bepalen. We moeten hier echter een paar dingen in het oog houden: dit is een puur technische maat, het zegt helemaal niks over de inhoud van de tekst. Zo kan een tekst op AVI 5 niveau moeilijker te begrij-

pen zijn dan een tekst op AVI 9 niveau. Lange woorden en zinnen zijn niet per definitie moeilijker te lezen. Een woord als Voetbalspel' zal voor veel moeilijk lezenden niet moeilijk zijn, een woord als 'helemaal' wel. Het zijn beide drielettergrepige woorden maar van een heel ander begrijpelijkheidsniveau. Aangeven wat 'politiebureau' betekent is veel gemakkelijker dan de betekenis van 'als' in de zin: "Als we naar huis gaan, nemen we je mee".

Begrijpelijkheid

Naast het technisch leesniveau moeten we dus ook de begrijpelijkheid van de tekst nagaan. We letten dan op: figuurlijk en abstract taalgebruik, moeilijk te begrijpen woorden, woorden die meer betekenissen hebben, e.d. Ook het aantal verhaalpersonen, de chronologie van het verhaal en juist het ontbreken hiervan en de aanwezigheid van uitvoerige (natuur)beschrijvingen zijn factoren die de begrijpelijkheid van een tekst bepalen.

De mate waarin de tekst belangstelling wekt

Dit is een zeer belangrijk criterium. We moeten ervan uitgaan dat veel kinderen met leesmoeilijkheden een zekere aversie hebben opgebouwd tegen lezen en alles wat daarmee samenhangt. Om dit te doorbreken is nodig een boeiend verhaal dat hen interesseert. We moeten nagaan wat de interesse heeft van het kind en daarbij boeken zoeken die hem mogelijk zullen aanspreken. We moeten ons bij de beoordeling van een tekst steeds afvragen: boeit dit deze kinderen, is het een ondenwerp dat hen interesseert, heeft het aansluiting bij hun belevingswereld?

Typografische vormgeving

Zeer belangrijk is dat het boek er uitziet als een echt boek. Het moet eigenlijk niet te veel als een

boek voor moeilijk lezenden bestempeld kunnen worden. Ik las ergens van een oudere jongen met leesmoeilijkheden die in de bibliotheek allerlei dikke, voor hem veel te moeilijke boeken haalde. Hij zei: "Die juf van de bibliotheek hoeft toch niet te zien dat ik niet goed lezen kan!" Vandaar typografisch niet te opvallende aanpassingen maken. Toch kunnen een aantal dingen het leesgemak bevorderen, bijvoorbeeld: de plaats waar zinnen afgebroken worden, elke zin op een nieuwe regel beginnen, een duidelijk lettertype (maar weer niet te groot, het mag geen boek voor slechtzienden worden), en heel belangrijk: sprekende en ondersteunende illustraties. Ten slotte moet het uiterlijk natuurlijk uitnodigen tot lezen, je moet er zomaar zin in krijgen om aan zo'n boek te beginnen.

Leesseries

De vier groepen kinderen met leesmoeilijkheden kunnen we vervolgens m.b.v. deze vier criteria bekijken en op die manier specifiek leesmateriaal voor deze groepen gaan schrijven c.q. zoeken. Diverse uitgevers hebben dit in de achterliggende jaren gedaan. Het bleek overigens een behoorlijk gaatje in de markt; veel van deze series lopen als een trein.

Wolters-Noordhoff ontwierp 'De Wenteltrap' (een serie die recent is overgegaan naar Dijkstra, zoals alle andere basisschooluitgaven van Welters). 'De Wenteltrap' is een serie vooral bedoeld voor dyslectische kinderen. Voor dove kinderen brengt de uitgeverij Leopold een fraai uitgevoerde serie op de markt, waarin een aantal zeer goede en voor onze scholen prima bruikbare titels. 'De Leeslift' is een serie van Omniboek/ Kok die niet specifiek bedoeld maar wel goed bruikbaar is voor moeilijk lerende kinderen. Verder is er natuurlijk betrekkelijk veel leesmateriaal verschenen voor anderstalige kinderen.

Wie met kinderen werkt die moeilijk lezen en aan de slag gaat met dit soort boeken, stuit al snel op

problemen. Kinderen zijn enthousiast, sommigen gaan echt aan het lezen, maar: de voorraad bruikbare boeken is zeer snel uitgeput. Van de bestaande series is slechts een beperkt aantal titels acceptabel. En: met de tippex-kwast woordjes weglakken, wat je dan gaat doen om aan boeken te komen, is op de lange duur niet haalbaar en maakt een boek natuurlijk niet wezenlijk anders of acceptabeler.

Werkgroep

Dit biedt voldoende verklaring voor de oprichting van de 'werkgroep boeken voor moeilijk lezenden'. Binnen de werkgroep hebben we een keuze moeten maken betreffende de aard van de boeken die we op de markt willen brengen. Onze doelgroep is erg klein. Hoewel we hopen dat die breder is dan oe reformatorische basisscholen, blijft het voor een uitgever een zeer beperkt afzetgebied. Dit betekent dat we ons niet kunnen richten op één van de genoemde doelgroepen, maar op alle tegelijk. We hebben gezocht naar een soort Grootste Gemene Deler in de hele groep van kinderen met leesmoeilijkheden. De criteria die nagenoeg voor al deze kinderen gelden hebben we op een rij gezet. Met die criteria beoordelen we de manuscripten die bij ons binnenkomen, gaan we naar schrijvers die belangstelling hebben om voor ons te schrijven, bekijken we de geschreven hoofdstukken van elk manuscript en schaven het zo nodig bij.

Waar we naar streven is het volgende: een goedlopend verhaal dat de kinderen aanspreekt. Het verhaal moet gewoon lopen, er moet vaart in zitten. De gebeurtenissen moeten eigenlijk het verhaal zijn, er moet niet teveel uitgeweid en eromheen verteld worden. Het verhaal moet chronologisch opgebouwd zijn; beginnen bij het begin en niet door het verhaal heenspringen. Flash-backs moeten dus vermeden worden. Het moet verteld zijn vanuit één perspectief. Het aantal verhaalpersonen moet niet te groot zijn. We passen op voor een teveel aan randfiguren, die met het verhaal zelf eigenlijk niks van doen hebben. Woorden met meer betekenissen proberen we te omzeilen. Als er moeilijk te begrijpen woorden gebruikt worden, proberen we die via redundantie te verduidelijken, d.w.z. dat de betekenisinhoud van een zin of een woord op meer manieren wordt verduidelijkt. We streven naar helder, eenduidig taalgebruik, zoveel mogelijk gebruik van de gewone spreektaal en gebruik van directe rede om het geheel te verlevendigen.

Leestechnisch moeilijk te overwinnen woorden vervangen we door eenvoudiger woorden, maar korte woorden zijn niet per definitie makkelijker. De zinslengte ligt op een gemiddelde van ongeveer 8 woorden (de niveaus van de verschenen boekjes ligt op 5 a 6).

Typografische kenmerken zijn: de regelbreedte is beperkt; veel zinnen beginnen op een nieuwe regel; de hoofdstukken zijn kort. De uitgever heeft ons een tekenaar beschikbaar

gesteld die iets moois heeft gemaakt van de voor ons lezerspubliek zeer belangrijke illustraties. Het geheel oogt als een gewoon boek.

Voor de auteur is het niet gemakkelijk om bij al deze beperkingen toch nog zinnen te vormen die lopen, niet stoterig of hoekig overkomen. Het schrijven van dit soort teksten kost veel tijd en inspanning, zeker als het dan ook nog een paar keer herschreven moet worden. Als werkgroep zijn we daarom blij dat een aantal mensen deze uitdaging heeft aangenomen. Er liggen nu twee boekjes voor deze kinderen. We zijn ondertussen bezig met de volgende twee manuscripten. We streven naar een plank(je) met dit soort boeken, om kinderen met leesmoeilijkheden (opnieuw) plezier te laten krijgen in lezen. En daardoor hen te helpen deze belangrijke culturele vaardigheid te leren venwerven.

drs. L.N. Rottier.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 1990

De Reformatorische School | 60 Pagina's

Boeken voor moeilijk lezende kinderen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 1990

De Reformatorische School | 60 Pagina's