Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het LeerlingVolgSysteem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het LeerlingVolgSysteem

12 minuten leestijd

Je kunt tegenwoordig geen onderwijsblad openslaan, of er staat wel een artikel in over een/het leerlingvolgsysteem (LVS). Het lijkt ons niet noodzakelijk om hier nog eens een schepje bovenop te doen. Het doel van dit artikel is informatie te geven over de verschillende meningen met betrekking tot het LVS. Wie nader geïnformeerd wil worden, kan de aan het eind van dit artikel opgenomen literatuurlijst doornemen. U kunt uw vragen ook aan ondergetekenden stellen.

enkele bouwstenen ter bezinning

O p enkele scholen die door het BGS begeleid worden, is dit jaar (experimenteel) begonnen met de invoering van het SAVU-LVS, ontwikkeld door Gerard Melis van de Stichting Onderwijsbegeleiding uit Eindhoven. Dit LVS bestaat uit een aantal fasen. De beginletters van deze fasen vormen de naam van dit systeem: - - - -

Signaleren van problemen: het in kaart brengen van de leervorderingen van leerlingen.

Analyseren van problemen: het zoeken van verklaringen voor tegenvallende leervorderingen.

Voorbereiden van oplossingen: het opstellen van plannen om de gesignaleerde en geanalyseerde problemen te bestrijden.

Uitvoeren van oplossingen: het toepassen van de gestelde plannen.

In combinatie met het opdoen van praktijkervaringen is ons inziens bezinning op het nut, de plaats, de voor-, maar zeker ook de nadelen van het LVS noodzakelijk. Voor een meer definitieve standpuntbepaling t.a.v. het LVS zijn praktijkervaringen naar onze mening onmisbaar.

Dat deze bezinning noodzakelijk is, kan ook na het lezen van woorden van de staatssecretaris worden geconcludeerd. Op 'hoog' niveau worden inhoudelijke uitspraken gedaan die, hoewel nuchter van toonzetting, nogal concreet aangeven in welke richting men denkt.

Dit artikel beoogt een evenwichtig beeld te geven van de verschillende meningen. Aan een LVS zitten zeer veel kanten. Een LVS is meer dan een computerprogramma; bij de invoering van een LVS komt ook veel meer kijken dan het bestellen van het programma en het intypen van de leerlingnamen.

Wat is een leerlingvolgsysteem

Allereerst volgen hier enkele uitspraken:

ARBO:

"Een leerlingvolgsysteem is een concreet hulpmiddel voor het signaleren van het achterblijven van de vorderingen van leerlingen ten opzichte van door de school nagestreefde doelen en tussendoelen en voor het registreren van de vorderingen."

P. Gillijns:

(In Didaktief van april 1990 over het CITO-lvs) "Met dit systeem kan iedere willekeurige leerkracht een aantal belangrijke, maar nu vaak nog lastige vragen beantwoorden:

- Maakt mijn leerling voldoende vorderingen? - Hoe presteert hij in vergelijking met leeftijds- en groepsgenoten? - Welke sterke en zwakke punten heeft hij? - Hoe presteert mijn groep of school in vergelijking met andere groepen of scholen? "

L. Koning:

"Het leerlingvolgsysteem is een systeem voor het team waarbij evaluatiemiddelen gehanteerd worden. Daarmee worden kinderen geobserveerd, getoetst en gecontroleerd, op vaste tijden en/of na afloop van bepaalde onderwijsactiviteiten. Zo kan vastgesteld worden in welke mate het kind profiteert van het onderwijs en hoe het zich sociaalemotioneel ontwikkelt."

Van belang is om aan te geven op welk niveau het LVS staat. De meeste produkten die de naam van LVS dragen, zijn te plaatsen op meso-niveau. Enkele malen per jaar worden de vorderingen op de hoofdgebieden gemeten m.b.v. gestandaardiseerde toetsen. Tot deze categorie behoren de bekende leerlingvolgsystemen van SAVU en CITO. Daarnaast wordt ook gesproken over een LVS op micro-niveau. In de meest doorgevoerde vorm worden alle resultaten van het kind bijgehouden en worden op basis van deze resultaten beslissingen genomen over het (verdere) verloop van het leerproces. Heel vaak wordt deze invulling van het begrip LVS in verband gebracht met de invoering van de computer in het primair onderwijs. Een term die in dit verband wordt gebruikt is CBO (computer beheerd onderwijs). Over deze vorm van LVS gaat dit artikel niet. Landelijk gezien zijn de ontwikkelingen m.b.t. dit niveau van LVS nog maar amper gestart.

De effectieve school

Een andere trend in de hedendaagse discussies over gewenste ontwikkelingen binnen het onderwijs is die van de effectieve school. Er bestaat een belangrijk verband met het leerlingvolgsysteem.

In Didaktief van april 1990 worden de volgende onderzoeksresultaten (waarin met name Amerikaans onderzoek wordt vergeleken met de Nederlandse situatie) kort aangegeven:

"Nederlandse basisscholen verschillen in kwaliteit, maar kunnen de invloed van achtergrondkenmerken als sekse, nationaliteit en milieu op prestaties, niet verkleinen. De kwaliteitsverschillen kunnen voor een deel verklaard worden door verschillen in de leerlingpopulaties van scholen. Van de vijf 'effectieve schoolkenmerken' die in Amerikaans onderzoek veelvuldig naar voren komen vinden we niet alles terug in de Nederlandse situatie. We vinden geen effect van onderwijskundig schoolleiderschap, hetgeen te verklaren is door de verschillende rollen van de schoolleiders op Nederlandse en Amerikaanse basisscholen. Ook het belang van hoge verwachtingen over leerlingprestaties en het benadrukken van basisvaardigheden komen in het Nederlandse onderwijs niet zo sterk naar voren. Wat wel duidelijk teruggevonden wordt is de ordelijke, leren bevorderende atmosfeer op school en in de klas en het regelmatig toetsen en bespreken van de vorderingen van leerlingen. Deze kenmerken hebben een positieve invloed op zowel prestaties als schoolwelbevinden."

De visie van staatssecretaris J. Wallage

(in een interview met het blad School & Begeleiding van juni 1990)

Het LVS vormt voor mij een nieuwe manier van spreken over de kwaliteit van het onderwijs. Heel lang deden we dat in termen als 'schoolwerkplan' of in nog globalere indicaties als bijv. 'longitudinale leerstofplanning' of 'aandacht voor kinderen in achterstandssituaties'. Dat zijn allemaal benaderingen op een behoorlijk hoog abstractieniveau en zeker niet op het niveau van de leerkracht en zijn leerling. (...) Er is binnen de school een vrij grote onderwijskundige bureaucratie ontstaan. Er moet ontzettend veel opgeschreven en gerapporteerd worden. Al die verschriftelijking heeft te weinig écht effect op het handelen van de leerkracht gehad. De wissel die naar mijn mening momenteel wordt genomen is, dat de manier waarop leerkrachten met leerlingen omgaan meer centraal komt te staan.

(...) Want dat is een leerlingvolgsysteem: een hulpmiddel. (...) Voorde individuele leerkracht is het in zekere

zin een spiegel. (...) Het is dus een fiulpmiddel met grote consequenties voor tiet zelfbeeld van de leraar en voor zijn zelfvertrouwen. Het luistert dus buitengewoon nauw dat je de tecfiniek van tiet systeem niet weg laat lopen met fiet onderwijs en de onderwijzer.

(...) En daar raak je dan een probleem dat al hieel lang suddert, maar waar we volgens mij bij het vormgeven van de basisschool nog lang niet ver genoeg gevorderd zijn. Namelijk: 'in welke mate kunnen leerkrachten differentiëren en in welke mate zijn ze in staat binnen relatief behoorlijk grote groepen toch individuele aandacht te geven'.

(...) Het LVS is geen Haarlemmerolie. Mits met enige relativering geïntroduceerd kan het zin hebben en vervolgens aangehaakt worden bij de schoolontwikkeling in de breedte. (...) Je praat dan in het team over elkaar pedagogisch-didactische problemen. Men gaat dan de leerlingen bespreken. Dit laatste zou ik overigens een buitengemeen nuttige ontwikkeling vinden. Door elkaars leerlingen te bespreken komt er zoiets als een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een aantal kernvraagstukken in de school. Het isolement van de docent in zijn klas met de gesloten deuren wordt dankzij enig objectiveren in het LVS wat doorbroken.

(...) Ik zou er dus niet zoveel voor voelen dat de informatie uit het LVS een externe werking krijgt, met alle psycholo­ gische en soms ook politieke consequenties vandien.

(...) Door mij wordt dus niet overwogen om gekoppeld aan een LVS weer een extra faciliteitenregeling in het leven te roepen. Ik ben veel principiëler aan het nagaan of je door bundeling van wat nu beschikbaar is niet bereikt dat school zelf de afwegingen mogen maken.

(...) En ik ben er van overtuigd dat het LVS een heel belangrijk instrument gaat worden. Zeker als je kijkt naar de mate waarin je specialistische hulp vanuit het S.O. in het regulier onderwijs zult moeten gaan inzetten. In dat geval luistert het natuurlijk buitengewoon nauw dat je op leerlingniveau weet hoe het ervoor staat.

Kritiek

Op bovenstaande trends wordt ook kritiek uitgeoefend. Geluiden als in het volgende citaat komen in sterke of minder sterke mate naar voren: "Zoals reeds eerder geconstateerd is, is goed onderwijs gebaat bij goed opgeleide groepsleraren. Zij zijn het die op de meest verantwoorde wijze pedagogische situaties kunnen arrangeren. Daar ligt de kracht van goed onderwijs en de aanzet tot onderwijsverbetering en niet bij allerlei wezensvreemde en van buiten opgelegde kwaliteitscontrolemiddelen. De quasiinteressante in cijfers weergegeven resultaten in leerlingrapporten zullen op den duur schijnresultaten blijken te zijn. Evaluatie-instrumenten, zoals observatielijsten, toets- en testscores behorend bij een bepaald onderwijsleerpakket, producten van werk en expressie, gegevens omtrent de ontwikkeling van het kind tot nu toe, en gegevens uit de omgeving (gezin en buurt), zijn de belangrijkste hulpmiddelen bij de begeleiding van kinderen. Zij kunnen een zinvolle bijdrage leveren aan de onderwijsverbetering in de klas. Het leerlingvolgsysteem losgekoppeld van de eigen schoolontwikkeling, c.q. schoolwerkplan kan leiden tot dwang en terreur van het systeem: een leerlingachtervolgsysteem." (Mensenkinderen mrt. 1990, biz. 38).

Voor- en nadelen

Door onderstaande opsomming van de voor- en nadelen van een LVS wordt samenvattend een stand van zaken weergegeven.

Voordelen

a. Het team is als geheel betrokken bij het bespreken van enkele resultaten van het gegeven onderwijs.

b. Het team geeft gezamenlijk aan hoe kinderen die uitvallen begeleiding moeten ontvangen.

c. Het periodiek gebruik van algemene, genormeerde toetsen voorkomt in zekere zin bedrijfsblindheid en kan (waar nodig) voldoende tegenwicht bieden tegen onjuiste 'beelden' die in teams en bij individuen circuleren. (Bijv.: wij hebben zoveel zwakke leerlingen, het wordt elk jaar minder, enz. Maar ook: bij ons is er niets aan de hand, enz.).

d. Het gebruik van dergelijke, algemene toetsen kan leerkrachten er (extern) toe motiveren hun methoden-gebonden toetsen beter te gebruiken.

e. Alle inspanningen op het terrein van de zorgverbreding, die we ons als scholen en met hulp van het BGS tot nog toe getroost hebben, zullen op veel scholen (meer) een vaste plaats in de organisatie van de school krijgen. Noodzakelijk is een meer bestendige zorgbreedte, die minder leerkracht- en situatieafhankelijk is.

f. Een leerlingvolgsysteem heeft oog voor kind, groep en school. Dit sluit heel goed aan bij de (nieuwe) zorgbreedte-visie van het BGS: compensatie waar mogelijk; remediatie waar nodig.

g. Het leerlingvolgsysteem kan een waardevolle bijdrage leveren bij het rapporteren naar de ouders. Ook met het periodiek opstellen van een rapport wordt immers beoogd om een stand van zaken weer te geven.

Nadelen

a. Er wordt kostbare tijd gebruikt voor toetsen, die bovendien soms weinig handvat geven voor de aanpak van bepaalde achterstanden/problemen, zodat er nog minder tijd overblijft voor daadwerkelijke begeleiding van kinderen. Het LVS is daardoor doel op zich, terwijl het juist een middel moet zijn.

b. Sommige mensen zullen, alle opmerkingen onzerzijds ten spijt, zich er niet van laten weerhouden om met het LVS zowel leerkrachten als

leerlingen onder druk te zetten.

c. Het klimaat op scholen dreigt (door bijv. ook al de komst van de computer) teveel te verzakelijken. Het LVS, en als gevolg daarvan de gesprekken over leerlingen, beperkt zich tot de instrumentele vaardigheden. Moeten we ons, met name ook als reformatorisch onderwijs, niet richten op de totale persoonlijkheid van de leerling?

d. Kant-en-klare-oplossingen blijven op school vaak een wezensvreemd element. We moeten scholen zelf na laten denken over hun eigen wensen en oplossingen voor het volgen van de resultaten van leerlingen.

e. Het beeld van leerlingen wordt onnodig snel en veel te feitelijk gefixeerd. Het is juist voor bepaalde leerlingen heel gewenst als je weinig van de voorgeschiedenis weet. Dan pas begin je met frisse moed.

f. Er is momenteel niet voor alle vakken goed toetsmateriaal voorhanden. Soms moet met verouderd materiaal en twijfelachtige normen worden gewerkt. De plaats van het LVS in het onderwijs aan groep 1 en 2 is nog onduidelijk.

Laatste nieuws

Verslag doen van onze ervaringen binnen enkele scholen is op dit moment nog niet goed mogelijk. Duidelijk is wel, dat een LVS pas zin heeft als er werkelijke consequenties uit volgen voor het werken met de kinderen. Het LVS heeft in zichzelf geen enkele waarde. De laatste berichten geven aan, dat binnen PRINT ook druk wordt gewerkt aan een bepaalde standaard voor een LVS. Er vinden onderhandelingen plaats met het CITO. Tussen de makers van het SAVU-LVS en het CITO vinden besprekingen plaats over een (vergaande) afstemming van beide produkten. Al met al kan dan ook worden aangeraden om voorlopig geen LVS(software) aan te schaffen voordat vanuit PRINT nadere mededelingen hierover zijn gedaan. Als BGS volgen we deze ontwikkelingen op de voet. We zullen dan ook op dit terrein steeds van ons laten horen als er nieuwe ontwikkelingen te melden zijn. Ook zal in breder verband verslag gedaan worden van de ervaringen die we samen met de scholen opdoen.

Van de scholen die door het BGS worden begeleid (voor zover ons bekend) zijn er tien met het SAVU-LVS van start gegaan. Scholen die door het BGS begeleid worden, en die op korte termijn met de oriëntatie op het LVS willen beginnen, kunnen dit als wens kenbaar maken. Ook voor allerlei vragen op dit gebied kunt u met ondergetekenden contact opnemen.

C.C. Geluk, J. Noteboom,

J.F. Voorthuyzen

(onderwijsbegeleiders BGS)

Literatuur

- G. Melis en F. Sonsma. Het savuleerlingvolgsysteem; functie, opzet, invoering + kopieervellen. Hoevelaken, CPS, 1989. - Een leerlingvolgsysteem; weet waar u aan begint. L. Koning. Deel 1: introduc­ tie en voorbeelden. In: Praxis-bulletin, maart 1990. Deel 2: de tien kenmerken van een leerlingvolgsysteem. In: Praxis-bulletin, april 1990. Deel 3: tiet werken met een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem. In: Praxis-bulletin, mei 1990. - Een leeskaart voor het leerlingvolgsysteem. L. Koning. In: Praxis-bulletin, september 1990. - Leerlingvolgsysteem voor het gedrag. L. Koning. In: Praxis-bulletin, november 1990. - Het leerlingvolgsysteem: mode of noodzaak. N. Osinga. In: Basisschoolmanagement, oktober 1990. - Leerlingvolgsysteem voor ibo/lbo en vso. J. Haartmans. In: PCO-magazine september 1990. - Leerlingvolgsysteem is belangrijk hulpmiddel voorde leerkracht. In: Uitleg, maart 1990. - Leerlingvolgsysteem en taken schoolmanagement. G. Melis. In: Speciaal onden/vijs, maart 1990. - Zijn toetsen waardeloos? W. de Jong. In: School, februari 1990. - Systematisch onderwijs evalueren. P. Gillijns. In: Didaktief, april 1990. - Effectieve basisschool moet het van sfeer en toetsen hebben. H. Brandsma en A. Knuver. In: Didaktief, april 1990. - Een leerlingvolgsysteem: notities bij savu. A.W. Boes. In: Mensen-kinderen, januari 1990. - Overpeinzingen n.a.v. een savu-recensie. G. Melis. In: Mensen-kinderen, mei 1990. - Het leerlingachtervolgsysteem. H. v.d. Weijden. In: Mensen-kinderen, maart 1990. - Leerlingvolgsystemen, themanummer. School & Begeleiding, juni 1990.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1991

De Reformatorische School | 42 Pagina's

Het LeerlingVolgSysteem

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1991

De Reformatorische School | 42 Pagina's