Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toetsingskader nevenvestigingen in het kader van de basisvorming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toetsingskader nevenvestigingen in het kader van de basisvorming

8 minuten leestijd

Staatssecretaris drs. J. Wallage heeft de Tweede Kamer op 22 april 1991 een notitie gezonden, waarin een voorstel voor een toetsingskader is opgenomen voor het vormen van nevenvestigingen, niet alleen in plattelandsgebieden, doch ook in stedelijke gebieden. De vaste Commissie voor onderwijs en wetenschappen van de Tweede Kamer heeft op 2 mei 1991 hierover mondeling overleg gevoerd met de staatssecretaris. Het definitieve toetsingskader zal eerst na de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel basisvorming vastgesteld worden.

I n dit toetsingskader is een nadere invulling gegeven aan het beleidsvoornemen om scholen in vooral plattelandsgebieden, die niet meer zelfstandig kunnen voortbestaan, doch waarvan het verdwijnen tot aanzienlijke bereikbaarheidsgevolgen zou leiden, in de vorm van nevenvestiging aan een scholerigemeenschap voor vbo/avo/vwo dan wel vbo/avo te verbinden.

Dit toetsingskader geeft vervolgens een uitwerking van de suggestie om ook in stedelijke gebieden een vorm van nevenvestigingenbeleid te formuleren, waarbij niet zozeer de spreidingsnoodzaak van de nevenvestiging aan de orde is, maar wel de gedachte dat een dergelijk beleid bijdraagt aan het proces van scholengemeenschapsvorming.

Nevenvestigingen in plattelandsgebieden

De criteria die gehanteerd worden bij de beoordeling van voorstellen tot nevenvestiging, die vanuit spreidingsoverwegingen in stand gehouden kun­ nen worden hebben betrekking op: 1. de samenstelling van de scholengemeenschap; 2. de omvang van de nevenvestiging; 3. de spreidingsnoodzaak; 4. het onderwijsaanbod op de nevenvestiging; 5. het evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen.

Ad 1. Een scholengemeenschap kan een of meer nevenvestigingen in stand houden indien die s.g. een bepaalde samenstelling heeft. Dit betreft het onderwijsaanbod zoals dat na de samenvoeging in de totale s.g. wordt aangeboden.

Aan de vereiste samenstelling van de s.g. wordt in elk geval voldaan indien sprake is van een s.g. waarin tot een school zijn verenigd: - een school voor vbo, waaraan ten minste twee afdelingen uit verschillende groepen van afdelingen zijn verbonden; - een school voor mavo; - een school voor havo en - een school voor vwo.

Ad 2. Een school of s.g. komt slechts voor vorming als nevenvestiging in aanmerking wanneer, in het schooljaar voorafgaand aan de samenvoeging, deze een omvang van ten minste 120 leerlingen heeft.

Ad 3. Voor de instandhouding van een bepaalde school als nevenvestiging dient een spreidingsnoodzaak aanwezig te zijn. Hiermee wordt bedoeld dat met het verdwijnen van de desbetreffende voorzieningen voor grotere groepen leerlingen een aanzienlijke verslechtering van de bereikbaarheid van het onderwijs aansluitend op het basisonderwijs zou optreden.

Van een spreidingsnoodzaak is in elk geval sprake wanneer: - de beoogde nevenvestiging zich op een afstand van ten minste 12 km, over de weg gemeten, van de hoofdvestiging bevindt; goedkeuring kan voorts worden gegeven als de beoogde nevenvestiging op minder dan 12 km van de hoofdvestiging gelegen is, maar het bestaande wervingsgebied zich voor een substantieel deel van de leerlingen uitstrekt tot een afstand van meer dan 15 km van de plaats van hoofdvestiging; en - binnen een afstand van 12 km, over de weg gemeten, van de beoogde nevenvestiging geen overig voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs van de eigen richting aanwezig is.

Ad 4. Op de nevenvestiging dient in elk geval de basisvorming te worden aangeboden. Op de nevenvestiging kan voorts afsluitend onderwijs worden aangeboden

indien en voorzover: - dit onderwijs ook werd aangeboden op de school die tot nevenvestiging is omgevormd; - de nevenvestiging een omvang heeft die het in stand houden van meerdere afsluitmogelijkheden rechtvaardigt; daarvoor is een omvang vereist gelijk aan de opheffingsnorm van een vergelijkbare s.g.; - dit afsluitend onderwijs niet tevens op de hoofdvestiging wordt aangeboden, tenzij dat voor de samenvoeging ook reeds het geval was.

Ad 5. Voorstellen voor fusie met instandhouding van een of meer nevenvestigingen worden getoetst in het kader van het evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen, mede gelet op het verlangd onderwijs in het betrokken gebied. Goedkeuring voor nevenvestiging zal in elk geval worden verleend indien en voorzover: - aan alle criteria wordt voldaan en - blijkens het door de desbetreffende provincie(s) uitgebrachte advies tussen de daarvoor in aanmerking komende bevoegde gezagsorganen van de belanghebbende scholen consensus bestaat over het voorstel voor nevenvestiging.

In alle overige gevallen beslist de minister nu de deelplanorganisaties te hebben gehoord.

Nevenvestigingen in stedelijl(e gebieden

Voor de totstandkoming van nevenvestigingen in stedelijke gebieden vormt de bereikbaarheid niet het belangrijkste uitgangspunt, maar de totstandkoming van scholengemeenschappen voor vbo/avo/vwo.

De criteria die gehanteerd worden bij de beoordeling van voorstellen tot nevenvestiging die vanuit overwegingen van fusiestimulering in stand gehouden kunnen worden, hebben betrekking op: a. de samenstelling van de scholengemeenschap; b. de omvang van de nevenvestiging; c. het onderwijsaanbod op de nevenvestiging; d. het evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen.

Ada. De vereiste samenstelling van de s.g. is gelijk aan die voor een nevenvestiging in plattelandsgebieden (zie hierboven ad 1).

Adb. Een school of s.g. komt voor instandhouding als nevenvestiging in aanmerking wanneer in het schooljaar voorafgaand aan de samenvoeging, deze een omvang van ten minste 240 leerlingen heeft, c.q. voldoet aan de voor de desbetreffende s.g. geldende opheffingsnorm.

Adc. Op de nevenvestiging dient in elk geval de basisvorming te worden aangeboden. In bepaalde situaties, die geheel overeenkomen met die t.a.v. nevenvestigingen in plattelandsgebieden, kan op de nevenvestiging voorts afsluitend onderwijs worden aangeboden.

Add. Voorstellen voor fusie met instandhouding van een of meer nevenvestigingen worden getoetst in het kader van het evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen, mede gelet op het verlangd ondenwijs in het betrokken gebied. Goedkeuring voor nevenvestiging zal in elk geval worden verleend indien en voor zover:

- aan de gestelde voorwaarden en criteria wordt voldaan; - de nevenvestiging zich op een afstand van maximaal 3 km en binnen dezelfde gemeente van de hoofdvestiging bevindt, tenzij zich binnen 3 km van de hoofdvestiging nog overige scholen voor voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs van dezelfde richting bevinden.

Bij een afstand van meer dan 3 km, dan wel indien zich binnen 3 km van de hoofdvestiging nog overige scholen voor voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs van dezelfde richting bevinden, wordt in elk geval goedkeuring voor nevenvestiging verleend indien en voor zover: - aan alle criteria wordt voldaan; - over het voorstel tot nevenvestiging blijkens het door de provincie uitgebrachte advies consensus bestaat tussen de in aanmerking komende bevoegde gezagsorganen van de belanghebbende scholen.

In alle overige gevallen beslist de minister na de deelplanorganisaties te hebben gehoord.

Bekostiging van nevenvestigingen

Ten behoeve van een nevenvestiging die vanuit een spreidingsnoodzaak in stand gehouden wordt door een s.g. voor vbo/avo/vwo wordt het aantal formatieplaatsen voor adjunct-directeuren van de s.g. verhoogd met 1 lesvrije formatieplaats per nevenvestiging en wordt de formatieruimte onderwijsondersteunend personeel van de s.g. verhoogd met 25 eenheden per nevenvestiging.

De voorgenomen structurele wijzigingen in de formatietoekenning voor scholen voor avo, vwo en lbo en de voorgenomen tijdelijke (fusie)faciliteiten hebben als resultaat dat de formatie-effecten voor scholengemeenschappen voor vbo/avo/vwo voldoende gunstig zijn, dat een extra bekostiging voor een nevenvestiging zonder spreidingsnoodzaak niet noodzakelijk geacht wordt.

Voor het in stand houden van een nevenvestiging zonder spreidingsnoodzaak vindt dan ook geen extra bekostiging plaats.

Wat de materiële bekostiging betreft geldt, dat indien een bevoegd gezag een aanvraag indient voor investeringen op het gebied van huisvesting en inventaris t.b.v. een nevenvestiging (met of zonder spreidingsnoodzaak) een zodanig verzoek door het ministerie behandeld zal worden binnen het vigerende investeringsbeleid wanneer de aanvraag betrekking heeft op het verzorgen van de basisvorming.

Gaat het om investeringen t.b.v. het eventuele afsluitend onderwijs in de nevenvestiging, dan zal een en ander beoordeeld worden op aspecten van doelmatigheid, waarbij een vooral pragmatische invalshoek zal worden gekozen.

Procedure voor aanvragen voor ne ven vestigingen

Het wetsvoorstel basisvorming voorziet voor het proces van scholengemeenschapsvorming in een procedure, die gericht is op advisering door de provincies en besluitvorming door de minister over verzoeken tot nevenvestiging.

Overleg vaste Commissie voor o& w

De vaste Commissie voor onderwijs en wetenschappen heeft op 2 mei 1991

overleg gevoerd met de staatssecretaris over dit voorstel voor een toetsingskader nevenvestigingen.

Meerdere fracties verklaarden de voorwaarden en criteria voor de totstandkoming van een nevenvestiging te strak te vinden. Hierdoor zou geen ruimhartig nevenvestigingenbeleid kunnen worden gevoerd, ook vanwege het feit, dat de uitwerking van de randvoorwaarden niet voldoende aantrekkelijk voor de scholen zou zijn. Hierbij kwam tevens de vraag aan de orde of en zo ja welke afstandscriteria dienen te gelden.

Ook de wijze van bekostiging van nevenvestigingen en de verschillen in bekostiging tussen nevenvestigingen in plattelandsgebieden en in stedelijke gebieden kreeg bijzondere aandacht. In dit verband moge gewezen worden op het feit, dat uit het Eindverslag van het wetsvoorstel basisvorming blijkt, dat een extra vergoeding i.v.m. bijvoorbeeld reiskosten van leerkrachten en dergelijke niet verleend zal worden gelet op de ruimere bekostiging van brede scholengemeenschappen, de schaalvoordelen die bij grote scholen optreden en de vergrote vrijheid van scholen in de aanwending van hun personele middelen bij de voorgenomen invoering van het formatiebudgetsysteem. Voorts stelden enkele fracties de adviesrol van de provincie te actief te vinden.

Ook werd door enkele Kamerleden critisch geoordeeld over de voorgestelde niet onderbouwde verhoging van de opheffingsnorm tot 240 leerlingen. De Onderwijsraad heeft uitgesproken dat de beoogde verhoging die een verdubbeling is van de huidige opheffingsnorm (althans t.a.v. het mavo en het lbo) niet in verhouding staat tot het doel dat wordt nagestreefd. Bovendien - zo heeft de Onderwijsraad opgemerkt - zal de overheid moeten aangeven of deze rigoreuze verhoging van de opheffingsnorm (met de daaruit voortvloeiende fusies) als een eis van deugdelijkheid, als bedoeld in artikel 23 van de Grondwet kan worden aangemerkt. Als dit het geval is, moet vervolgens de vraag worden beantwoord of de vrijheid van richting voldoende wordt ontzien.

In het overleg kwam men niet tot conclusies. De uitvoerige gedachtenwisseling over dit onderwerp maakte het niet mogelijk het overleg af te ronden op 2 mei 1991. Derhalve zal de beraadslaging hierover binnenkort - na de plenaire behandeling van het wetsvoorstel basisvorming - worden voortgezet.

J.J. Verhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1991

De Reformatorische School | 36 Pagina's

Toetsingskader nevenvestigingen in het kader van de basisvorming

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1991

De Reformatorische School | 36 Pagina's