Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Loonbelastingbeschikking en Interimuitkering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Loonbelastingbeschikking en Interimuitkering

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer u weet dat u in een bepaald jaar grote aftrekposten (b.v. hypotheekrente) kunt opvoeren bij de invulling van het belastingformulier, dan kunt u aan de inspecteur om een beschikking vragen. Uw werkgever moet dan rekening houden met deze beschikking, zodat er per maand minder loonheffing wordt ingehouden en u dus per maand netto meer ontvangt.

Degenen die dat doen (hebben gedaan) moeten zich echter wel realiseren dat dit wel eens negatieve gevolgen met zich mee kan brengen. Dit heeft te maken met het feit dat een loonbelastingbeschikking kan leiden tot een lagere (nadelige) brutering van de Interimuitkering. De bedragen zijn daarbij niet gering!

De bijgevoegde v»/itte tabel voor bijzondere beloningen geeft aan welke percentages worden ingehouden bij de Interimuitkering (en b.v. vakantiegeld). In deze tabel wordt het jaarloon bedoeld van 1991. Dit bedrag kunt u vinden op de jaaropgave. Aan de hand van een voorbeeld kunt u zien wat het gevolg van een loonbelastingbeschikking kan zijn.

Jaarloon leerkracht I (geen beschikking) f. 64.000 Jaarloon leerkracht II (wel beschikking) f. 64.000

Volgens de witte tabel voor bijzondere beloningen geldt voor leerkracht I een percentage van 50% (tariefgroep 3). Leerkracht II heeft een beschikking van f. 4.000, zodat het jaarloon voor hem f. 64.000 - f. 4.000 = f. 60.000 wordt. Voor hem geldt dan een percentage van 38, 55 %.

De loonstroken van respect, leerkracht I en II met betrekking tot de IZK-uitkering zien er als volgt uit (de getallen kloppen niet precies!):

Leerkracht I IB/ZA-toeslag Uitkering IZK Overh. toeslag Loonheffing Netto f. 221, 62 f. 2.291, 02 f. 276, 40 f. 1.394, 52 f. 1.394, 52 Leerkracht II IB/ZA-toeslag Uitkering IZK Overh. toeslag Loonheffing Netto f. 172, 47 f. 1.782, 89 f. 215, 09 f. 775, 93 f. 1.394, 52

Voor het gemak gaan we uit van 2 x dezelfde uitkering in 1 jaar. Het bruto jaarloon voor 1992 is bij leerkracht I f. 1.237, 18 hoger dan van leerkracht II

(nl. 2 X (f. 221, 62 - i- 2.291, 02 + 276, 40) - 2 X (f. 172, 47 - I- 1.782, 89 - i- 215, 09). Over dit bedrag betaalt hij f. 618, 59 belasting (nl. 50 % van f. 1.237, 18). Kijken we nu naar de voorheffing (= loonheffing), dan is er bij leerkracht I 2 X f. 1.394, 52 = f. 2.789, 04 "ingehouden" en bij leerkracht II 2 x f. 775, 93 = f. 1.551, 86. Er is dus bij leerkracht I f. 1.237, 18 meer ingehouden. Leerkracht I moest f. 618, 59 meer belasting betalen, maar er is f. 1.237, 18 meer ingehouden. Het voordeel voor leerkracht I bedraagt dus f. 1.237, 18 - f. 618, 59 = f. 618, 59 (Leerkracht I en II hebben dezelfde aftrekposten!)

Met deze rekenvoorbeelden kunt u zelf berekenen of in uw situatie er sprake zal zijn van een lagere brutering en welke gevolgen dit bruto en netto met zich meebrengt. (Dit geldt natuurlijk ook voor de bedragen genoemd bij de 60%). Als uw jaarloon onderde bedragen zit welke genoemd zijn in de tabel voor bijzondere beloningen welke staan naast de 50% (afhankelijk van uw tariefgroep), dan kunt u gewoon uw beschikking aanvragen.

U kunt een lagere brutering voorkomen door een beperkte loonbelastingbeschikking aan te vragen. Als leerkracht II een beschikking van f. 2.500 i.p.v. f. 4.000 had aangevraagd, dan had hij geen nadeel gehad. Zijn jaarloon was dan vastgesteld op f. 64.000 - f. 2.500 = f. 61.500, en dat is boven de "onderste" grens van f. 61.100. Wanneer u tot ontdekking komt dat het bedrag van de beschikking te hoog is, dan kunt u bij uw administratie een verzoek indienen tot een lager bedrag (met terugwerkende kracht), dan waarvoor de inspecteur toestemming heeft gegeven. Dit kan zonder tussenkomst van de inspecteur.

Tot slot zij opgemerkt, dat m.i. het rentevoordeel van een "hoger" netto-loon niet opweegt tegen het nadeel van een "lagere" belastingteruggave.

B.D. Pleiter

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

De Reformatorische School | 36 Pagina's

Loonbelastingbeschikking en Interimuitkering

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

De Reformatorische School | 36 Pagina's