Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Welke criteria hanteert een uitgever?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Welke criteria hanteert een uitgever?

8 minuten leestijd

Over de vraag wat een boek tot een goed boek maakt, wordt al gesproken sinds er boeken zijn. Een voor iedereen bevredigend antwoord is naar mijn idee nog nooit gegeven.Anne de Vries jr. heeft over dit onderwerp een proefschrift geschreven, dat ook in boekvorm is verschenen. "Wat heten goede kinderboeken? " zo luidt de titel.

Stukje historie

Uit dit werk puntsgewijs een korte wandeling door de geschiedenis:

- De scheiding tussen kinderboeken en volwassen boeken ontstaat pas in de tweede helft van de 18e eeuw. Door de toegenomen belangstelling voor de pedagogie krijgt men steeds meer oog voor de behoeften van het kind. Uit deze periode is In Nederland vooral Hieronymus van Alphen bekend, die in 1778 een "Proeve van kleine gedigten voor kinderen" publiceert. Steeds terugkerende elementen zijn de almacht en wijsheid van God. Ook komen alle mogelijke deugden uitvoerig aan de orde.

- Halverwege de 19e eeuw gaat men steeds meer de nadruk leggen op de eigen aard van het kind. Het gaat dus niet meer in de eerste plaats om wat het kind moet worden (bv. een "Brave Hendrik"), maar om wat het kind al is. Stond het kinderboek in de 18e eeuw vooral in dienst van de moraal, nu worden er hoge eisen gesteld aan de kinderlijkheid en het literaire gehalte.

- Omstreeks 1900 wordt de belangstelling voor het kinderboek groter en ontstaat de discussie over de vraag aan welke eisen een kinderboek moet voldoen.

Eisen aan liet kinderboek

In 1899 brengt Nellie van Kol, een fanatiek strijdster voor het goede kinderboek, in De Gids haar ideeën zo onder woorden:

a. Een goed kinderboek moet aansluiten bij wat diep In de mens als goed en kwaad verscholen ligt.

b. Het moet een kind laten zien wat er in de wereld te beleven valt.

c. De inhoud moet alzijdig zijn, d.w.z. niet vanuit een bekrompen invalshoek geschreven.

d. Taalgebruik, woordkeus, zinslengte, opbouw van het verhaal, etc. moeten helder en goed zijn.

- Rond 1930 gaat men steeds meer luisteren naar de voorkeur van kinderen. Er moet ingespeeld worden op dingen die de jeugd leuk vindt. Boeken zoals Dik Trom en Pietje Bell voldoen aan de emotionele behoeften van de jeugd.

Toch mag volgens velen het pedagogisch element (b.v. goed en kwaad) niet ontbreken.

- Na 1960 wordt in veel boeken het kind aangezet om te komen tot een zelfstandige keuze en een kritische instelling. Maatschappijkritische opvoeders ontdekken het kinderboek als middel in de opvoeding. Kinderen moeten geconfronteerd worden met de realiteit, zonder taboes.

Tot zover een uiterst beknopt overzicht van een aantal fasen uit de geschiedenis.

Criteria

Wie bepalen deze steeds weer veranderende opvattingen? Een groot aantal factoren is hierop van invloed: maatschappelijke ontwikkelingen, de auteur, de lezer en niet in de laatste plaats de uitgever.

Deze laatstgenoemde zal ongetwijfeld een bepaald beleid hebben in de keuze die wordt gemaakt bij het uitgeven van boeken.

Een aantal uitgevers hebben we dan ook schriftelijk de vraag voorgelegd: "Welke criteria hanteert u bij de uitgave van een kinderboek? "

Naast een aantal bekende christelijke uitgevers werd ook om een reactie gevraagd van Lemniscaat (Thea Beekman, Evert Hartman, Jan Terlouw) en Leopold.

Overzicht

De Banier

- In eerste instantie wordt het verhaal beoordeeld. Is het aansprekend voor de doelgroep?

- Het verhaal moet een goede boodschap hebben, gebaseerd op bijbelse waarden.

- Spanning moet niet worden gezocht in verkeerde dingen, zoals moord, hekserij of andere occulte zaken.

- Uiteraard moet goed worden gelet op de taal.

- Aanbevelenswaardig is een verhaal dat op ware gebeurtenissen is gebaseerd.

Callenbach

- Niet aanstootgevend voor het christelijk publiek.

- Hieruit voortvloeiend: er mag niet gevloekt worden.

- Een goede verhaalopbouw.

- Voldoende vaart in het verhaal.

- Het verhaal dient aan te sluiten bij de belevingswereld en het leesniveau van de doelgroep.

De Vuurbaak

- Nieuwe titels dienen bij voorkeur aan te sluiten "bij waar we sterk in zijn": de spannende en informatieve fictie voor de leeftijd van 8-14 jaar.

- De literaire kwaliteit dient boven de middelmaat uit te komen.

- Het christelijk gehalte mag er niet "bovenop" liggen.

Den Hertog

- Het christelijk element dient op een natuurlijke manier aanwezig te zijn.

- Het verhaal dient goed opgebouwd en origineel te zijn.

- De taal mag niet oudenwets/gezwollen zijn.

Leopold

- Het boek moet passen bij de belevingswereld.

- Spelling, grammatica, aanhalingstekens, etc. moeten kloppen en de bladspiegel moet uitnodigend zijn.

- De lezer moet ruimte hebben voor zijn eigen gedachten en fantasie.

- Geen clichés, wel verrassingen.

- Het verhaal moet stevig in elkaar zitten, niet te veel zijpaadjes, zodat je door de bomen het verhaal niet meer kunt volgen.

Lemniscaat

- Het boek moet ergens over gaan. Het moet iets beetpakken en uitwerken.

- Een boek dient een stuk gereedschap te zijn om je eigen mening te kunnen vormen over een bepaald gegeven.

- Het taalgebruik dient stilistisch goed te zijn.

- Spannend, vlot, boeiend en met humor geschreven.

Reactie

Het overzicht doorlezend ben je geneigd te concluderen, dat er alleen maar goede kinderboeken op de markt komen. Aan de bedoelingen van de verschillende uitgevers zal het in ieder geval niet liggen. Of zit er soms een verschil tussen uitgangspunt en product? Komt elke uitgever zijn idealen wel na? Aan mevr. Macdaniel, neerlandica, vroegen wij om een reactie.

"Hoewel verschillend onder woorden gebracht", zo zegt zij, "blijkt uit de reacties dat alle uitgevers letten op vorm en inhoud. De één werkt het ene criterium verder uit dan de ander, maar ik denk dat ze allemaal ongeveer hetzelfde bedoelen. Dat geldt zeker voor het criterium "vorm". Alle uitgevers willen een stilistisch goed boek uitgeven."

Hoewel niet alle christelijke uitgevers het taalgebruik (niet vloeken, e.d.) noemen, kunnen we ervan uitgaan dat manuscripten hierop wel beoordeeld worden.

Gelet op het criterium "inhoud" is de invulling bij elke uitgever toch verschillend. "Zoals te verwachten", merkt mevr. Macdaniel op, "letten christelijke uitgevers op een christelijke boodschap in een verhaal". Vervolgens stelt zij voorzichtig de vraag: "Letten uitgevers daar niet te veel op? Je krijgt de indruk dat het christelijk element bij de ene uitgever stelselmatig geweerd wordt en bij de andere uitgever altijd aanwezig moet zijn."

"Christelijk"

Een opmerking waar ik mee instem! Zeker naar een aantal christelijke uitgevers toe kan gezegd worden: Een boek is niet "christelijk", wanneer bepaalde kenmerken nadrukkelijk en overdreven zijn toegevoegd. De invulling van het christelijk geloof gaat vaak niet verder dan het voor elke maaltijd bidden en danken, bijbel lezen en op zondag twee keer naar de kerk gaan. Uiteraard is op deze invulling geen kritiek te geven, maar het zijn voor mij niet de belangrijkste kenmerken van een christelijk boek. Een boek bereikt een hoger niveau, als het de auteur gelukt het verhaal een zodanig christelijke inhoud te geven, dat deze a.h.w. "tussen de regels door" te lezen is. Een boek kan "christelijk" zijn door bijvoorbeeld de ontwikkeling of de verandering die een persoon doormaakt te beschrijven, of door het uitwerken van een thema.

Overigens hoeft, naar mijn idee, ook een christelijke uitgever niet alleen boeken uit te geven met een christelijke inhoud. Boeken die spannend en/of informatief zijn, moeten zeker ook tot het fonds van een uitgever behoren.

Ook het taalgebruik verdient bij christelijke uitgevers niet altijd een schoonheidsprijs. Regelmatig vraag ik mij al lezend af: Waarom is hier door een neeriandicus niet kritisch naar geke­ ken? Of doelen uitgevers met het criterium "wij letten op de taal" vooral op het voorkomen van vloeken, etc?

Informatief

Naar aanleiding van het streven van De Vuurbaak om informatieve fictie uit te geven, merkt mevr. Macdaniel op: "Lemniscaat maakt dit waar in haar uitgaven. Wat uitgeverij De Vuurbaak betreft, moet ik dan alleen denken aan de boeken van Henk Koesveld. Het informatieniveau in de boeken van Piet Prins en Bert Wiersema vind ik niet hoog."

Met zijn boeken "Rowan" en "De Zwarte Kaproenen" is het Henk Koesveld inderdaad gelukt om naast spanning ook veel informatie over de Middeleeuwen te verwerken. Lemniscaat kent meer van dit soort auteurs. Thea Beekman (met o.a. een trilogie over de 100-jarige ooriog) en Simone van der Vlugt zijn slechts twee namen als voorbeeld.

Conclusie

We laten nog één keer mevr. Macdaniel aan het woord: "In het algemeen stel ik dat er nog wel eens boeken verschijnen die öf stilistisch slecht taalgebruik bevatten öf inhoudelijk helemaal niet zo spannend en boeiend zijn als de uitgever had gewild." Een veelzeggende opmerking.

Met leeriingen pratend over kinderboeken, blijkt dat het grootste deel een voorkeur heeft die niet afwijkt van leeftijdgenoten zonder christelijke opvoeding. Nog altijd worden klassiekers als de Kameleon, Snuf de Hond en Pietje Bell gelezen. Andere favoriete auteurs zijn: Thea Beekman, Evert Hartman, Bert Wiersema, Ellen Tijsinger, Jacques Vriens, Jan Teriouw en zelfs Paul van Loon ( o.a. de griezelbus).

Waarom? Omdat het voor kinderen öf heel herkenbare boeken zijn öf boeken vol spanning en humor.

Natuuriijk zijn kinderen in hun keus te sturen door ouders en leerkrachten. Dat moet ook. De boeken van de hierboven genoemde favoriete schrijvers van dit moment zijn niet allemaal aan te bevelen. Hierin ligt dan vooral een opdracht voor de christelijke auteurs en uitgevers: Zorg nog meer dan nu het geval is voor verantwoorde boeken, zowel wat betreft de inhoud als het taalgebruik!

J. Mijnders

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Welke criteria hanteert een uitgever?

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

De Reformatorische School | 52 Pagina's