Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is er wel verschil tussen jeugdboek en volwassenenboek?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is er wel verschil tussen jeugdboek en volwassenenboek?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er bestaat een wetenschappelijk tijdschrift met de naam "Literatuur zonder leeftijd". Een uitdagende titel, want het blad is een uitgave van de Stichting ter Bevordering van de Studie van de Kinder- en Jeugdliteratuur, en gaat dus over het jeugdboek en de auteurs daarvan.De naam suggereert dat een kinderboek pas goed is, als ook volwassenen erdoor geboeid worden, en dat er eigenlijk geen scherpe grens te trekken valt tussen jeugd- en volwassenenliteratuur. Daar valt natuurlijk heel wat voor te zeggen, althans vanuit het gezichtspunt van volwassenen.

Eisen

Literaire fijnproevers kunnen evenveel genieten van bijv. "De aanslag" van Harry Mulisch als van "Pluk van de Petteflet" van Annie M.G. Schmidt. Maar is dat omgekeerd ook zo? Vraag het docenten Nederlands op de middelbare school. Hoeveel moeite ze ermee kunnen hebben, jongeren die vroeger kinderboeken verslonden, voor de literatuur te winnen. Nee, er is een grens. Al schuift die met het toenemen der (kinder)jaren op. En er zijn bepaalde specifieke eisen die je aan jeugdlitera­ tuur moet stellen en die niet voor het volwassenenboek behoeven te gelden.

Kindertaal

Uiteraard bestaat er zo'n eis voor het taalgebruik. Volwassenentaal is geen kindertaal. Het heeft eeuwen geduurd, voordat men dat besefte. Zoals op oude schilderijen kinderen gekleed zijn als kleine volwassenen, zo moest in die tijd de jeugd het doen met teksten in de taal van hun vaders en moeders. Met de bijbel bijvoorbeeld, in de Statenvertaling. En ook als er speciale boeken voor kin­ deren werden geschreven - we staan hier aan de wieg van de jeugdliteratuur - stemde men het taalgebruik niet op hen af. Neem het in 1614 verschenen en nog tot halverwege de achttiende eeuw op school gebruikte "Spieghel der Jeught, ofte korte kronyck der Nederlandse geschiedenissen":

"Sone, naest de vreese Godes en recommandere ick u geen dingh soo seere, noch zoo hooge als de gedachtenisse der Spaensche wreetheden, die tegen ons en onze compatriotten bedreven zijn. Vele schoone en diversche Dorpen, als Katwijck op Zee, Santvoort, Alphen, Wassenaer, Reynsburgh, Warmont, Voorschoten, ende alle de andere, langs den Zee-strant hebben ze geplondert ende daerna afgebrandt Zij hebben vrouwen en dochteren geschent in tegenwoordigheyt der vaderen en der manne, ja sy dwongen deselfde dataen te s/en..."enz.

Wie dit leest, beseft hoe taalvernieuwend Hieronymus van Alphen aan het einde van de achttiende eeuw is bezig geweest en nog een dikke eeuw later C. Joh. Kieviet en W.G. van der Hulst, al doen ze alle drie nu toch - de een wat minder dan de ander - ouderwets aan, en daardoor ook "volwassener". Maar wij hebben intussen de kinderboekentaaivernieuwing van o.a. Annie Schmidt alweer meegemaakt.

In de praktijk

Nu het jeugdboek, anders dan in mijn studiejaren, net als al meer dan een eeuw de volwassenenliteratuur, het onderwerp van wetenschappelijke belangstelling is geworden, beseffen we dat aan de taal de hoogste eisen gesteld moeten worden. En we weten ook wel welke. Wat niet wil zeggen, dat er nu geen slechte triviale kinderteksten meer verschijnen.

Twee na-oorlogse citaten ter illustratie en vergelijking. Het eerste uit een be-

werking (schrijver onbekend) van het sprookje "De wolf en de zeven geitjes."

"Op een dag wilde de oude geit voor haar hongerig l< roost eten halen uit het bos. Toen riep ze hen alle zeven bij zich en zei: 'Lieve kinderen, wees op je hoede voor de wolf terwijl ik weg ben, want hij is slecht en gemeen; als jullie hem binnenlaat, eet hij jullie allemaal met huid en haar op. De booswicht verkleedt zich vaak, maar je herkent hem onmiddellijk aan zijn schorre stem en zwarte voeten.' De geitjes zeiden: 'Lieve moeder, we zullen goed oppassen en de deur niet voor hem opendoen. U kunt zonder zorgen weggaan.' Onnodig om te zeggen: dit is (heel slechte) volwassenentaal en bepaald geen kleuterjargon. Stel u voor, dat een van uw eigen kinderen zou zeggen: 'U kunt zonder zorgen weggaan.' U sleurde hem meteen mee naar de psychiater.

Jip en Janneke

Het andere citaat is uit één van de verhaaltjes van Annie Schmidts "Jip en Janneke". Let wel: bestemd voor dezelfde leeftijdscategorie. Er is een man in de straat die veters verkoopt, en daarbij als cadeautje ballonnen geeft. "Jip en Janneke rennen weer naar de straat. Daar staat de man. Hij heeft een kist voor veters. En hij heeft een hele bos ballonnen. Zulke mooie. Van die lange. Jip koopt veters en hij mag een ballon uitzoeken. En omdat Janneke er ook bij is, mag Janneke ook een ballon uitzoeken. Jip neemt een rode. En Janneke neemt een gele."

De korte verhaaltjes over Jip en Janneke, ooit in 'verloren kwartiertjes' ontstaan achter de schrijfmachine in een lawaaierig redactielokaal van het Parool, vormen de na-oorlogse grondslag van allerlei theoretische hoe-het-moetregeltjes voor het kinderboek. U kunt ze zelf uit de geciteerde tekst halen. Korte zinnetjes, maar toch afwisselend van opbouw. Aan de leeftijd aangepast woordkeus, ook wat leesbaarheid betreft.

Hoe jonger het kind, dat zelf wil lezen, hoe korter de zinnen en hoe korter ook de woorden. In groep 4 bijvoorbeeld zinnen met een gemiddelde lengte van vijf a zes (zoveel mogelijk eenlettergrepige) woorden, en voor de hoogste groep zinnen van gemiddeld tien of elf worden, die gerust meer lettergrepen kunnen omvatten. En zo bepaalt men. in navolging van de Amerikaan dr. Rudolf Flesch (The Art of Readable Writing, 1949) aan de hand van leesbaarheidsformules wiskundig het technisch leesniveau.

Dat niveau is dan afhankelijk van de gemiddelde zinslengte en de gemiddelde woordlengte van de tekst. Zoiets mag natuurlijk nooit het enige criterium zijn! Anders zou bijvoorbeeld "Bint" van Bordewijk (korte zinnen, korte woorden) ook tot de eerste leesboekjes gerekend kunnen worden.

Woordenschat

Van minstens zo groot belang blijft de woordenschat, die bij een kind verondersteld mag worden, en die uiteraard ook net zo sterk varieert als er kinderen zijn.

En dan is er ook nog de manier waarop men die kinderlijke taal hanteert: de herhalingen bijvoorbeeld, waar kleuters zo dol op zijn; het spelen met klanken, alliteraties en assonances, wat ze op die leeftijd ook graag doen. Van der Hulst bijvoorbeeld was daar meester in. "Die wilde wind, - hij giert en blaast... joeieiet! - hij blaast het rokje rond en het broekje bol."

Of zoals Paul Biegel hetzelfde doet voor oudere kinderen, maar dan met woorden die helemaal niet bestaan. Tante Jo (in "Het ijzeren tapijf) houdt zich schuil in een donkere kelder: "Heel langzamerhand kreeg de pikzwarte duisternis greep op haar en vulde zich met verzinsels. Ze zwommen voor haar ogen, zwak oplichtend: krinkels en krankels, workels en wroten, wierings en wirren, op en neer voor haar ogen. Maar ook in haar oren kwamen krikken en kraken, schuifsels en knirpsels en vaag gezucht ineen hoek."

Kinderlogica

Dat heeft allemaal weer te maken met de denkwereld en de logica van het kind, die, zoals Bomans eens zei, "ontsnapt aan onze rationele wetten, maar die er niettemin is. Het kan alleen maar begrepen worden door mensen die het zelf nog een beetje hebben."

Over het taalgebruik is uiteraard nog veel en veel meer te zeggen, maar ik wilde het bij deze paar opmerkingen laten. We moeten ons gewoon voor ogen houden, dat iemand die voor het kind wil schrijven, dat kind literair moet benaderen als zijn gelijke.

Plaatjes

Er zijn nog andere zaken die kinderboeken (moeten) doen verschillen van boeken voor volwassenen. Daar is bijvoorbeeld het uiterlijk. Meer dan de volwassenen gaat het kind daarop af bij zijn keuze. Daarom is de titel zo belangrijk en ook de omslagtekening. Daarom moet het kind bij vluchtig doorbladeren aantrekkelijke illustraties tegenkomen en moet de typografie geen tegenzin wekken. Uiteraard gelden deze criteria ook wel voor volwassenenboeken, maar dan wel in veel geringere mate.

Grijze pagina's schrikken, zeker jonge lezers, af. Voor nog onervaren lezertjes (het jonge kind, het oudere kind met leesachterstand) moeten de (korte) zinnen steeds op een nieuwe regel beginnen. Het lettertype moet duidelijk en niet te klein zijn. Voor gevorderde lezers mag dat allemaal juist weer niet, want dat vinden ze te kinderachtig. Alinea's dus, en een normale leesletter.

Nu heb ik het nog niet eens gehad over de boeken voor de nóg jongere kinderen: de prentenboeken, waarin tekst en tekeningen één geheel vormen. Maar het bovenstaande is al genoeg om aan te tonen, dat ook het uiterlijk bij de jeugdigen van wezenlijke betekenis is, meer dan bij het boek voor volwassenen.

Niet alle onderwerpen

En tenslotte is daar ook nog de inhoud. Ik ben van mening dat je een kind niet alles kunt voorzetten, wat in je volwassen hoofd opkomt en rondspookt. Er zijn ondenwerpen waar je af moet blijven, omdat kinderen het niet op prijs stellen ermee geconfronteerd te worden, of er nog helemaal niet aan toe zijn. Ook dat heeft te maken met leeftijd en ontwikkeling. Laten de volwassenen die dingen maar voor zichzelf en hun eigen literatuur houden. Waarmee Ik niet wil zeggen, dat onderwerpen als seks, echtscheiding, incest, drugs enz. helemaal niet ter sprake zouden mogen komen. Maar dan wel op de juiste leeftijd, en alstublieft niet geforceerd en overtrokken. Maar ja, misschien ben ik ouderwets.

Kinderjury

In verband daarmee moet ik toch weer denken aan een brief die een kinderjury in 1977 (intussen nu ook zelf al aardig volwassen) schreef, toen "Wim" van Wim Hofman (een triest boek over echtscheiding) en "Kon hesi baka" van Henk Barnard (over Surinamers in Nederland) waren bekroond:

"De kinderjury uit Schagen heeft er bezwaar tegen, dat grote mensen oordelen over l< inderboel< en. Want kinderen kunnen best zelf oordelen over hun boeken. Ze zijn toch zeker voor ons geschreven! Wij hebben zelf samen met 20 kinderen boeken gelezen en we zijn het niet eens met uw beoordeling. 'Kon hesi baka' en 'Wim' stonden ook op het lijstje met 8 boeken die wij moesten lezen. Deze 2 boeken heeft u bekroond, maar daarmee zijn we het totaal niet eens. U bekroonde 'Kon hesi baka' waarschijnlijk omdat u het een leerzaam boek vond. Maar wij houden niet van boeken die alleen maar leerzaam zijn. Het boek 'Wim' (bekroond met de zilveren griffel) vonden wij heel slecht. We vonden het een slecht onderwerp, en zwaar geschreven. Wij kozen het boek 'Geef me de ruimte' van Thea Beekman, omdat het mooi, spannend, goed geschreven, avontuurlijk, en toch ook nog een beetje leerzaam is. Wij hopen dat u in 't vervolg een beetje rekening met onze wensen wilt houden. Anders kunnen we voortaan beter soep van grote mensen koken."

Dat laatste slaat op de titel van een boek van Guus Kuijer. Zouden wij ons inderdaad niet met ons eigen wijze volwasseneninzicht een beetje te veel met het kinderboek bemoeien? Toch iets om even over na te denken.

J.C. van Holten

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Is er wel verschil tussen jeugdboek en volwassenenboek?

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

De Reformatorische School | 52 Pagina's