Activiteiten in 1998

Verschillenden van u hebben gedurende het afgelopen jaar telefonisch contact met mij gezocht. De gestelde vragen hadden onder meer betrekking op de invulling van ADV en BAPO-verlof, reïntegratie na ziekte, maar evenzeer op een verstoorde verhouding tussen leerkracht en bevoegd gezag. In een enkel geval kon niet worden volstaan met een advies, maar diende het harmoniemodel te wijken voor het daadwerkelijk verlenen van processuele bijstand. Waar nodig staat de GOLV vierkant achter haar leden.

Andere activiteiten gedurende 1998 waren het schrijven van bijdragen over rechtspositionele zaken in DRS alsmede het voeren van decentraal georganiseerd overleg. Het creëren, toelichten en handhaven van uw rechtspositie verkreeg derhalve aandacht.

Misbruik wordt gestraft

De Tweede Kamer is akkoord gegaan met de verplichting voor onderwijzend personeel om vermoedens van seksueel misbruik door collega's bij het schoolbestuur te melden. Besturen van scholen voor bijzonder onderwijs zijn na het van kracht worden van deze regeling (vervolgens) verplicht aangifte te doen bij de politie van seksueel misbruik van een leerling door een docent. Het bestuur is tevens verplicht de onderwijsinspectie op de hoogte te stellen. Staatssecretaris Adelmund is zelfs van plan boetes op te leggen aan schoolbesturen die deze ver­ plichting verzaken. Aanleiding voor deze verscherpte regelgeving is de grote publiciteit die de affaire op de scholengemeenschap Guido de Brés te Amersfoort kreeg. Deze wettelijke verplichting tot melding en aangifte vereist grote zorgvuldigheid van de leerkracht bij het 'vermoeden' rijst, zowel ten opzichte van de verdachte leerkracht, alsook van de misbruikte leerling die bescherming en hulp behoeft.

CAO-conflict

Op het moment dat u deze rubriek leest is er wellicht al resultaat bereikt in de onderhandelingen tussen minister Hermans en de onderwijsbonden. De onderwijsbonden eisen 6, 25% loonsverhoging voor één jaar. Op het moment dat deze rubriek geschreven wordt heeft minister Hermans drie keer een loonbod gedaan dat door de onderwijsbonden is verworpen. Het laatste loonbod was vergelijkbaar met het akkoord dat minister Peper dacht met de politiebonden te hebben bereikt. Dit zou neerkomen op een loonsverhoging van 2, 5% per jaar. De onderwijsbonden hebben er echter op gewezen dat in de politie-CAO geen salarisachterstand behoefde te worden weggewerkt. Voor het onderwijs ligt dit anders. De stijging van de onderwijssalarissen is over een reeks van jaren gemeten minder groot dan de stijging van de salarissen van rijksambtenaren, gemeente-ambtenaren en met name de salarissen in de marktsector.

Afgelopen jaren is echter een gedeelte van de loonruimte in het onderwijs geïnvesteerd in arbeidsduurverkorting (ADV), BAPOregeling en andere voorzieningen. Daarnaast is een deel van de loonruimte besteed aan het verhogen van de aanvangsalarissen teneinde het starten van een onderwijscarrière aantrekkelijker te maken. De arbeidsduurverkorting is later ingevoerd dan in de marktsector. Hierdoor vertoont de publicatie van de arbeidsinspectie, inhoudende dat de uurlonen bij de overheid en het onderwijs hoger zijn dan in de marktsector, een enigszins vertekend beeld.

De loonstrook en werkdruk biedt beter vergelijkingsmateriaal.

Opvallend is dat in dit CAO-conflict de stakende onderwijskrachten meer aandacht lijken te vragen voor de stijgende werkdruk dan voor de salarisachterstand. Dit terwijl het een loonconflict betreft. Een onderzoek van de economische faculteit van de Universiteit van Amsterdam geeft aan dat leerkrachten met name 'psychisch inkomen' hebben ingeleverd in de vorm van statusverlies. Volgens de onderzoekers zou een loonsverhoging van tenminste 10% nodig zijn om de verloren status te compenseren. Een loonsverhoging van een dergelijke omvang zou het mogelijk maken om 'kwalitatief hoogwaardig menselijk kapitaal naar het onderwijs te lokken'.

Ook de GOLV heeft in het kader van het jaarthema: 'Leerkracht prachtbaan' ruime aandacht gevraagd voor de werkdruk en de aantrekkingskracht van het onderwijs. In een interview met het Onderwijsblad wijst PvdA Tweede Kamerlid M. Barth een oorzaak aan voor dit statusverlies van de leerkracht. Zij wijst op het verminderde gezag dat leerkrachten hebben. Het gezag van de leerkracht is niet meer vanzelfsprekend. Hierdoor wordt de omgang met leerlingen 'ingewikkelder'. Deze ontwikkeling gaat het reformatorisch onderwijs niet voorbij. Zij is uiterst actueel.

Statusverlies, of het verlies aan gezag laat zich niet (alleen) compenseren door een salarisverhoging. Bezinning op normen en waarden en de overdracht daarvan is nodig. Wanneer de resultaten van die bezinning in de onderwijspraktijk gevoeld worden zal de aantrekkingskracht van een loopbaan in het onderwijs kunnen toenemen. Zo ziet u, dat, waar zelfs buiten onze kringen een verband wordt gelegd tussen bezinning en rechtspositie, deze bij de GOLV terecht hand in hand gaan.

Mr. M.J.W. Hoek

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen