Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tegemoetkoming studiekosten en studiefinanciering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tegemoetkoming studiekosten en studiefinanciering

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze rubriek wordt meestal ingegaan op de financiële en rechtspositionele zaken die voortvloeien uit de relatie werkgever - werknemer. Deze keer is mede naar aanleiding van vragen die collega's zo nu en dan stellen, gekozen voor informatie over de (tegemoetkoming voor) studiekosten voor kinderen, vanaf het voortgezet onderwijs.

De volgende indeling wordt daarbij aangehouden.

• Leerlingen jonger dan 18 jaar in het voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs, • Leerlingen vanaf 18 jaar in het voorgezet onderwijs, • Studenten vanaf 18 jaar in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs of op de universiteit.

Leerlingen jonger dan 18 jaar in het voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs

Voor deze leerlingen hebben de ouders in het algemeen recht op kinderbijslag. Als het belastbaar inkomen van de ouders samen lager is dan ca. ƒ 52.000, kan daarnaast een tegemoetkoming in de studiekosten worden aangevraagd. Deze tegemoetkoming heeft betrekking op de kosten voor boeken, leermiddelen, reiskosten, kleding e.d. De uiterste inzenddatum voor deze tegemoetkoming is meestal 31 december van het lopende schooljaar. Uit de meest recente brochure van de IB-Groep blijkt dat voor het huidige schooljaar de datum van 31 juli 2000 geldt. Helaas wordt bij deze tegemoetkoming (nog) geen rekening gehouden met het aantal kinderen in een gezin en/of de reisafstand.

Als een leerling aan het begin van een schooljaar 16 jaar of ouder is, dan zijn de ouders lesgeld of cursusgeld verschuldigd. Deze bijdrage moet worden betaald aan de IB-Groep in Groningen en komt dus niet direct ten goede aan de school waar de leerling is ingeschreven. Het bedrag kan in de loop van het schooljaar in termijnen worden betaald. Ouders die recht hebben op een tegemoetkoming in de studiekosten, ontvangen daarnaast ook een compensatie voor het te betalen lesgeld.

Leerlingen vanaf 18 jaar in het voorgezet onderwijs

Als een leerling aan het begin van een kwartaal 18 jaar of ouder is, hebben de ouders geen recht meer op kinderbijslag. De leerling kan nu zelf een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de studiekosten. Deze tegemoetkoming kan dus met name van belang zijn voor leerlingen in VWO-6 en soms HAVO-5. De tegemoetkoming kan bestaan uit:

• Een basistoelage, onafhankelijk van het inkomen van de ouders, • Een tegemoetkoming in de directe studiekosten, wel afhankelijk van het inkomen van de ouders. De directe studiekosten betreffen het lesgeld, boeken, reiskosten e.d.

Bij de toekenning van deze tegemoetkoming word geen rekening gehouden met het inkomen van de leerling zelf.

Studenten vanaf 18 jaar in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs of op de universiteit

In het middelbaar beroepsonderwijs hebben de studenten vanaf het kwartaal volgend op de 1 & ^ verjaardag recht op studiefinanciering. In de jaren daarvoor hebben de ouders recht op kinderbijslag en eventueel een tegemoetkoming in de studiekosten.

In het hoger beroepsonderwijs en voor het universitair onderwijs gaat de studiefinanciering (de prestatiebeurs) in het algemeen in op 1 september; dus bij het begin van de studie. Studenten die op 1 juli daaraan voorafgaand nog geen 18 jaar waren, ontvangen per

1 oktober de studiefinanciering, ook als ze dan nog geen 18 jaar zijn. De kinderbijslag voor deze studenten vervalt dan uiteraard.

Vanaf de leeftijd van 18 jaar hebben alle studenten bovendien recht op een OV-kaart.

De studiefinanciering kan bestaan uit: • Een basisbeurs, onafhankelijk van het inkomen van de ouders,

• Een aanvullende beurs, afhankelijk van het inkomen van de ouders,

• Een lening bij de IB-Groep.

Voor een student in het HBO of op de Universiteit die in het eerste jaar minstens 21 studiepunten behaalt, wordt de basisbeurs en de aanvullende beurs over dat jaar omgezet in een gift. Studenten die dat aantal punten niet behalen moeten er op rekenen dat zij de ontvangen bedragen een keer zullen moeten terugbetalen. Voor de volgende studiejaren wordt de beurs omgezet in een gift als het afstuderen plaats vindt uiterlijk twee jaar na de normale opleidingsduur.

De studiefinanciering wordt toegekend voor de periode dat de opleiding normaal gesproken duurt. Een langere studieduur levert dus geen extra studiefinanciering op. Het is wel mogelijk om gedurende de extra studietijd (voor maximaal drie jaar) het bedrag dat geleend wordt te verhogen. Ik ga nu niet in op de mogelijkheid om een studie tijdelijk te onderbreken e.d.

Studenten mogen per kalenderjaar netto ƒ 15.000, bijverdienen, zonder dat dit leidt tot een korting op de studiefinanciering. Alles wat de student meer verdient, moet worden terugbetaald aan de IB-Groep.

Bovendien leidt dat tot een extra boete. Door de prestatiebeurs (tijdelijk) stop te zetten, kan een boete voorkomen worden.

De hoogte van de aanvullende beurs is afhankelijk van: • Het inkomen van de ouders,

• Het aantal kinderen waarvoor studiefinanciering is aangevraagd,

• Het aantal andere kinderen, jonger dan 18 jaar, dat voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs volgt.

Een voorbeeld

Vader Belastbaar inkomen over 1997 Hierop in mindering te brengen (drempelbedrag): Rest: Rest X 0, 26 voor de korting per jaar Delen door 12 voor de korting per maand: De aanvullende beurs is maximaal (thuiswonend) Moeder ƒ60.000, 00 ƒ 0, 00 ƒ26.587, 48 ƒ26.587, 48 ƒ33.412, 52 ƒ26.587, 48 ƒ 8.687, 26 ƒ 6.912, 74 ƒ 723, 94 ƒ 576, 06 ƒ 422, 15

De korting per maand, zoals hiervoor berekend, bedraagt ƒ 723, 94 - /- ƒ 576, 06 = ƒ 147, 88. De aanvullende beurs is dan per maand ƒ 274, 27.

Zijn er meer kinderen die recht hebben op studiefinanciering, dan wordt de korting over het aantal aan-

vragende studenten verdeeld. Zijn er andere kinderen jonger dan 18 jaar uit het gezin in het voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs, dan is de korting lager dan de hiervoor genoemde bedragen.

Bij een belastbaar inkomen boven ƒ 75.000, - bestaat geen recht meer op de aanvullende beurs. Om de student toch in staat te stellen de studie te bekostigen, is er de mogelijkheid van een lening bij de IB-Groep. Voor de aanvullende beurs en de lening samen is een maximum bedrag van toepassing (zie tabel). Naast of in plaats van de aanvullende beurs en een lening kunnen, afhankelijk van de financiële situatie, natuurlijk ook afspraken worden gemaakt over een ouderlijke bijdrage.

Voor alle hiervoor weergegeven tabellen geldt dat wanneer het inkomen van de ouders na 1996 of 1997 structureel met tenminste 25 % is gedaald, daarmee rekening gehouden kan worden. Dit kan zich voordoen bij langdurige arbeidsongeschiktheid, werkloosheid e.d.

Voor het aanvragen van een tegemoetkoming in de studiekosten of studiefinanciering, zijn op de scholen formulieren en informatiebrochures verkrijgbaar. Het zal duidelijk zijn dat in dit artikel alle uitzonderingen en bijzonderheden buiten beschouwing zijn gebleven. Voor verdere informatie kunt u ook terecht bij de IB-Groep zelf.

A. Leune

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 2000

De Reformatorische School | 44 Pagina's

Tegemoetkoming studiekosten en studiefinanciering

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 2000

De Reformatorische School | 44 Pagina's