Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het nieuwe belastingstelsel in 2001

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het nieuwe belastingstelsel in 2001

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zal best spannend worden in januari. Hoe hoog zal het netto salaris zijn, na de invoering van het nieuwe belastingstelsel? De invoering van dit nieuwe stelsel gaat gepaard met een forse lastenverlichting. Maar niet iedereen zal daar evenveel van merken.

De belangrijkste wijzigingen voor de salarisberekening:

• De belastingvrije sommen (het gedeelte van het inkomen waarover geen belasting wordt betaald) worden afgeschaft.

• De indeling in tariefgroepen vervalt. Er wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld kostwinners en tweeverdieners.

• in plaats van de belastingvrije sommen en tariefgroepen wordt een systeem van heffingskortingen ingevoerd. De heffingskorting kan in tegenstelling tot de belastingvrije sommen niet worden overgedragen.

• De overhevelingstoeslag op het salarisoverzicht vervalt. De bruto salarissen worden daarvoor met 1, 9 procent verhoogd.

• De hoogte van de belastingpercentages en de verdeling van de bedragen over de verschillende inkomensschijven verandert. Het hoogste tarief wordt teruggebracht tot 52 procent (was 60 procent).

• Het maximale belastingvrije bedrag voor de spaarloonregeling wordt niet verder verhoogd. Maximaal kan per jaar ƒ 1.736, 00 gespaard worden door inhouding op het bruto salaris.

• Bij de berekening van het belastbaar inkomen wordt geen rekening meer gehouden met de aftrekpost voor beroepskosten.

De belastingherziening leidt ook tot wijzigingen die geen betrekking hebben op de salarisberekening.

De belangrijkste zaken zijn:

• Verhoging van de BTW van 1 7, 5 procent naar 19 procent.

• Verhoging van milieuheffingen (met name over energieverbruik).

• Afschaffing van de vermogensbelasting.

• Beperking van de mogelijkheden voor aftrek van premies voor lijfrenteverzekeringen. Een bedrag van maximaal ƒ 2.204, 00 mag altijd worden afgetrokken. Hogere premiekosten zijn alleen onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar, als er sprake is van een pensioentekort.

• Als er sprake is van vermogen (bijvoorbeeld spaargeld, beleggingen of een tweede woning), wordt de belasting niet berekend over de werkelijke opbrengst, maar over een genormeerde netto-opbrengst van vier procent. Over deze opbrengst is 30 procent belasting verschuldigd. Ook voor deze inkomsten geldt een belastingvrij gedeelte, zoals vroeger de rentevrijstelling. Over de eerste ƒ 37.463, 00 vermogen wordt de opbrengst niet belast. Voor gehuwden geldt het dubbele bedrag en voor kinderen tot 18jaar ƒ 5.000, 00 per kind.

• De rente over leningen die niet zijn gesloten voor aankoop, onderhoud of verbetering van de eigen woning, is niet meer aftrekbaar.

• De rente over een hypotheek voor de eigen woning is nog maximaal 30 jaar aftrekbaar.

• De forfaitaire aftrek van reiskosten voor het woonwerkverkeer vervalt. Alleen voor reizen per openbaar vervoer of per fiets geldt nog een aftrek als de reisafstand minstens tien kilometer is. De vergoeding die de werkgever betaalt voor deze reiskosten blijft vooralsnog onbelast.

• De mogelijkheid om het geblokkeerde spaartegoed eerder op te nemen wordt verruimd voor bijvoorbeeld studiekosten of het opnemen van geheel of gedeeltelijk onbetaald verlof. De voorwaarden hiervoor zijn nog niet bekend gemaakt.

De hoogte van de te betalen loonheffing/ inkomstenbelasting is als volgt:

Schijf 1 2 3 4 Belastbaar loon op jaarbasis t/m ƒ31.651ƒ 31.652-t/m ƒ 58.300ƒ 58.381-t/m ƒ 99.459ƒ 99.460, -ofmeer Te betalen belasting 32, 55 % 36, 85 % 42% 52%

Op de te betalen belasting worden één of meer heffingskortingen in mindering gebracht. Deze zijn als volgt:

• algemene heffingskorting; geldt voor iedereen met inkomen uit vroegere arbeid. Gehuwden hebben allebei recht op deze korting, ook als één van hen geen inkomen heeft. ƒ3.321, 00

• arbeidskorting; bij inkomsten uit tegenwaarde arbeid maximaal ƒ1.770, 00

• kinderkorting; als er kinderen tot 12 jaar zijn en het gezamenlijke inkomen niet meer is dan circa ƒ 116.000, 00 ƒ 80, 00

• aanvullende kinderkorting; als het genoemde inkomen lager is dan circa ƒ 58.000, 00 ƒ 80, 00

Beide kinderkortingen worden toegekend aan de ouder met het hoogste inkomen.

• Combinatiekorting; als er kinderen zijn tot 12 jaar en het inkomen van betrokkene hoger isdancirca ƒ 8.400, 00. Tweeverdieners kunnen allebei recht hebben op deze korting. ƒ 220, 00

• Voor alleenstaande ouders en ouderen vanaf 65 jaar zijn nog extra kortingen van toepassing.

Hoe wordt de heffingskorting verrekend?

Bij de berekening van het salaris wordt vanaf januari 2001 de algemene heffingskorting en de arbeidskorting verrekend.

Als van gehuwden één van de twee personen geen eigen inkomen of een inkomen lager dan circa ƒ 10.500, 00 per jaar heeft, dan kan bij de belastingdienst een aanvraag worden ingediend voor voorlopige teruggaaf van de algemene heffingskorting. De meeste belanghebbenden zullen daarvoor inmiddels een aanvraagformulier hebben ontvangen. Zonodig kan dit alsnog worden aangevraagd.

Een bijzondere situatie geldt voor mensen met twee of meer dienstbetrekkingen. De kortingen worden dan in slechts één dienstbetrekking verrekend. Voor de andere dienstbetrekking wordt de in te houden loonheffing dus niet verminderd voor een heffingskorting.

Voor de (aanvullende) kinderkorting en de combinatiekorting kan een aanvraag worden ingediend bij de belastingdienst. Deze kortingen worden per maand rechtstreeks uitbetaald.

Als de heffingskorting(en) niet volledig is (zijn) verrekend kan na afloop van het kalenderjaar bij de belastingdienst een aanvraag worden ingediend voor verrekening van het restant.

In onderstaande voorbeelden wordt een vergelijking gemaakt van de berekeningen voor en na de stelselwijziging, in deze voorbeelden wordt geen rekening gehouden met inkomen uit vermogen, aftrek voor hypotheekrente, persoonlijke verplichtingen e.d. Tegenover de berekende belastingvermindering staan extra lasten voor de verhoging van de BTW en de energieheffingen. In de berekeningen is geen rekening gehouden met het vervallen van de overhevelingstoeslag. Deze toeslag bedraagt 2, 15% met een maximum van ƒ 1.830, 00 per jaar.

In het salaris wordt dit gecompenseerd met een verhoging van 1, 9%.

Voorbeeld 1

Gehuwde man, kostwinner/alleen verdiener, tenminste één kind tot 12 jaar woon-werkverkeer 18 km zonder openbaar vervoer

Omdat de heffingskorting voor de echtgenote c oor de be astingdienst rechtstreeks wordt uitbetaald. zal het netto salaris per maand lager zijn dan in het jaar 2000.

Zoals reeds eerder opgemerkt, zal de verlaging ran de inkomstenbelasting voor een belangrijk deel wegvallen door de hogere BTW en andere heffingen.

Voorbeeld 2

echtpaar/tweeverdieners, met tenminste één kind tot 12 jaar reisafstand woon-werkverkeer mir iderdan 10 km.

A. Leune

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2000

De Reformatorische School | 44 Pagina's

Het nieuwe belastingstelsel in 2001

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2000

De Reformatorische School | 44 Pagina's