Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van bibliotheek tot mediatheek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van bibliotheek tot mediatheek

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een willekeurige morgen in de mediatheek van een van onze reformatorische scholen. Bij de balie staat een brugklasleerlinge een boek te verlengen. Rond de overlegtafel praten leerlingen over de presentatie die ze straks bij biologie hopen te houden. Langs het raam zijn leerlingen druk aan het 'studeren'.Hetzelfde geldt voor de stilteruimte. Daar wordt geconcentreerd de laatste stof voor de toets doorgenomen. Computerschermen laten verschillende beelden zien: ruimtevaartfoto's uit de Encartaencyclopedie; werkverslagen voor het vak ANW; een kunstdossier van CKV; opdrachten voor het vak wiskunde enzovoort. Vlakbij de balie geeft de 'RD-net+ computer' het laatste nieuws door: leeuwen ontsnapt in het centrum van Heerenveen!

De mediatheek. Niet meer te vergelijken met de 'oude' schoolbibliotheek. Een boekenverzameling van meest literatuur voor de talen waar leerlingen in pauzes bij een docent of bibliothecaresse boeken konden lenen. Nu: een leer- en kenniscentrum waar leerlingen op allerlei manieren bezig zijn kennis te verwerven. Dat kan nu op allerlei moderne manieren. Het is te begrijpen dat zo'n ingrijpend nieuw fenomeen in de scholen vraagt om een gedegen aanpak. In alle publikaties over de mediatheek wordt ze immers het hart van het studiehuis genoemd. En dat heeft consequenties

In dit artikel een terugblik op het werk van de DGS-netwerkgroep mediatheek, die de voorbereidingen voor de totstandkoming van de mediatheken in de reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs heeft begeleid. De netwerkgroep begon haar werkzaamheden in september 1996 in het kader van de voorbereidingen voor de Tweede Fase in het voortgezet onderwijs. Het bleek immers al snel uit diverse publicaties over de inrichting van het onderwijs in de Tweede Fase dat zelfstandig werken ook een mediatheek vraagt met diverse mogelijkheden tot kennisverwerving.

Met vertegenwoordigers van bijna alle reformatorische scholen (en later alle) begonnen we ons werk. En dat was in het begin niet gemakkelijk. Een citaat uit de rapportage in 1996/1997 illustreert dat: 'De moeilijkheid was dat sommige scholen nog geen stap in de

richtingvan een mediatheek hebben gezet. Na een eerste inventarisatie naar wat er zo al gedaan werd aan ICT/mediatheek binnen de scholen kwamen we tot de conclusie: veel tot weinig of niets'. Omdat de basis in de scholen zelf lag, begonnen we met het opstellen van een projectplan geënt

op de situatie in de eigen school. De ene school beschikte namelijk wel over een geëigende ruimte; de andere niet. De ene school wilde alle onderdelen van de mediatheek centraliseren; de andere liever niet. Binnen de school moest daar dus eerst overeenstemming over worden bereikt.

En toen kon het werk beginnen. Cursussen van het Katholiek Pedagogisch Centrum (KPC) werden afgewisseld met leerzame bezoeken aan mediatheken in de praktijk. De overheid had namelijk geld beschikbaar gesteld aan scholen in het land om als voorhoedescholen mediatheken in te richten. Een zo'n school is het Cals College in Nieuwegein. Wat we daar zagen

deed onze harten sneller kloppen. Wat een mogelijkheden: een ruimte met diverse computers

met de nieuwste snufjes, studiecabines, ruimtes

om video's te bekij ken en ook nog 'gewone' boeken.

Zo ver waren we nog lang niet. De eerste alinea van

dit artikel laat echter zien dat de utopie toch ook in

een aantal van onze scholen werkelijkheid is geworden.

Op basis van de nota 'Naar een multimediale bibliotheek' werd een aantal randvoorwaarden vastgesteld:

1. Goede afspraken over de selectie en aanschaf van aan te bieden informatie binnen de mediatheekcommissies van de scholen zijn absoluut nodig. Je kunt wel allerlei mooie programma's aanschaffen of boeken kopen, maar ze moeten wel gebruikt worden door de secties. Met andere woorden: het onderwijskundig nut (en eventueel de meerwaarde) moet eerst aangetoond worden. Daarbij komt nog dat veel informatie-middelen ethisch gezien niet of nauwelijks aanvaardbaar zijn. Hoe ga je hier mee om zeker in een tijd waarin de beeldcultuur nog steeds belangrijker wordt?

Alle informatiedragers, van boek tot multimediaal computerprogramma, vragen dus een kritische benadering en een ethische toetsing. De school moet duidelijk aangeven op welke manier zij dit selectieproces regelt of gaat regelen! Bovendien blijven ook boeken natuurlijk hun waarde houden! De waarde van het boek staat in onze kringen natuurlijk nog hoog genoteerd!

. Welke informatietechnologie gaan we gebruiken om raadpleging van nieuwe informatiemiddelen mogelijk te maken? Dat voor de beantwoording van deze vraag veel technische

'hobbels' genomen moesten worden, hoeft geen nadere uitleg. We zijn dan ook veel dank verschuldigd aan de systeembeheerders binnen de scholen. Om een indruk te geven van de problematiek enkele vragen: welk netwerktype gaan we gebruiken? ; welk beveiligingsprogramma voor de computers moeten we hanteren/ontwikkelen? ; Hoe organiseer je de toegang? ; enzovoort.

3. De mediatheek moet in het geheel van de inrichting van de Tweede Fase een centrale plaats innemen. De wortels van de mediatheek liggen immers in het onderwijsproces. Dat betekent in de praktijk dat de mediatheek in de eerste plaats faciliteiten moet bieden voor de bovenbouwleerlingen. Ook moet de mediatheek bouwtechnisch centraal in het gebouw worden gesitueerd. Dat dit een ideaalsituatie is, bewijst de praktijk. In sommige scholen lukte dat niet, zeker niet als de school ook een tweede locatie heeft waar hetzelfde type onderwijs gegeven wordt. Andere scholen konden door ruimtegebrek geen lokalen 'opofferen' voor de mediatheek. In de meeste scholen is het uiteindelijk wel gelukt een min of meer centraal gelegen mediatheek in te richten.

De communicatie binnen de school moet goed geregeld zijn en goed verlopen. Op welke

manier werkt de communicatiestructuur en wat is de

plaats van de mediatheekcommissie in

het grote geheel? Ondersteuning vanuit de directie

is een must voor het welslagen van de inrichting

van de mediatheek.

Met deze randvoor­

waarden bij de hand heb­

ben de leden van de media­

theekwerkgroep een projectplan voor hun school geschreven. Dat was een hele klus, want er doken steeds weer nieuwe vragen op. Een van deze vragen was of de mediathecaresse een professional moest zijn of niet.

Op de meeste scholen was de mediathecaresse of mediathecaris of een docent met een aantal taakuren of iemand die vanuit de administratie dit werk deed. Daar is langzamerhand verandering in gekomen. Een aantal scholen heeft een mediathecaresse kunnen benoemen die de HBO-opleiding gevolgd heeft. In andere scholen is de professionaliteit vergroot doordat de mediathecaresse cursussen heeft gevolgd. En laten we eerlijk zijn, de aard van de werkzaamheden in de nieuwe mediatheek

is ook veel omvattend. Dat vereist deskundigheid.

Een andere vraag was het gebruik van de mogelijkheden die internet biedt. De meeste scholen voeren een voorzichtig beleid variërend van gebruik maken van het RDnet+ tot gecontroleerd open internet. Gelukkig biedt het RDnet+ ook uitbreidingsmogelijkheden.

Een sectie die een bepaalde internetsite nodig acht voor de stofverwerking kan via de systeembeheerder bij het RD plaatsing op het RD-net+ aanvragen. En als het om een site gaat die een educatief karakter heeft, is daarvoor ook geen bezwaar. Bovendien: allerlei nuttige sites blijken ook via het intypen van het internetadres bereikbaar via het RD-net+.

Nadat op de meeste vragen binnen de scholen een afdoend antwoord gevonden werd, brak de fase van het tekenen van (ver)bouwontwerpen aan. Dat was op de ene school gemakkelijker dan op de andere. Ruimtegebrek was een belangrijk struikelblok.

Niet elke school beschikt over de ruimte om een leshuis op een centrale plaats in het gebouw in te richten als mediatheek.

Toch is met de nodige creativiteit wel het een en ander bereikt. Het traject laat zich gemakkelijk omschrijven: van tekening naar inrichting en uiteindelijke realisatie. Op papier is dat snel opgeschreven; in de praktijk kostte dat meer moeite.

Duidelijk wordt tenslotte dat het werken aan een geschikte en goed geoutilleerde mediatheek een doorgaand proces is. De mediatheek is eigenlijk nooit af. Je toetst het gebruik, je breidt uit, je vervangt boeken, je verplaatst, je richt nieuwe ruimten in enzovoort. Maar dat is ook niet erg. Het toont in ieder geval dat de mediatheek leeft.

Wat was de mediatheek ook al weer? Het hart van het studiehuis, het centrum van de school? En als dat leeft, heb je een gezonde uitgangspositie!

De praktijk wijst ook uit dat het leeft. Onderzoekjes laten zien dat de mediatheek in toenemende mate gebruikt wordt door leerlingen. Soms zijn er 60 a 70 leerlingen (dat zijn dan wel de piekuren) actief bezig met allerlei activiteiten binnen de mediatheek. En dat is mooi. Het laat zien dat we ons werk in ieder geval niet voor niets hebben gedaan.

H. van Grol Scherpenzeel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 2001

De Reformatorische School | 40 Pagina's

Van bibliotheek tot mediatheek

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 2001

De Reformatorische School | 40 Pagina's