Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Competenties met betrekking tot het schrijven van een kinderboek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Competenties met betrekking tot het schrijven van een kinderboek

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog niet zo lang geleden was het 'competentiegericht leren' een relatief onbekend begrip binnen de ROC's. Steeds meer wordt het begrip geïntroduceerd in de Beroeps- en Volwasseneducatie. In dit artikel een kijkje in de onderwijsvernieuwende keuken van de sector Zorg van het Hoornbeeck College te Amersfoort.

Binnen tien weken hebben 23 studenten gezamenlijk een kinderboek geschreven. Binnenkort wordt dit boek onder de titel 'Geen soldaat of generaal' door Uitgeverij Den Hertog uitgegeven, waarbij de opbrengst van het boek bestemd is voor het Isaac Da Costa Fonds.

Inleiding

Jeugdliteratuur staat al jaren op het programma van eerstejaars studenten Verzorgende (niveau 3) aan het Hoornbeeck College. Van belang is dat studenten ook jeugdigen kunnen begeleiden (thuis-, gehandicaptenen kraamzorg). Maar ook bij de zorg voor ouderen kan jeugdliteratuur een cruciale rol vervullen wanneer er hennneringen over vroeger worden opgehaald.

Centraal staat echter de schrijfvaardigheid, omdat het moduul jeugdliteratuur in het kader van het vak Nederlands wordt gegeven. De ervaring leert dat studenten vooral aandacht schenken aan de lay-out en in veel mindere mate taalkundig bezig zijn. In dit artikel een verslag van een poging om studenten ook op dit gebied meer te laten leren.

Competentiegericht

Een van de uitgangspunten van de opdracht was het competentiegericht leren. Niet datgene wat studenten niet kunnen, maar wat ze wel kunnen was het uitgangspunt.

Nadat eenmaal het onderwerp van het boek - een ge-adopteerde jongen uit Israël- vastgesteld was, werd er een voorlopige hoofdstukindeling gemaakt. De studenten hebben in groepjes van 3 a 4 personen bepaalde hoofdstukken voor hun rekening genomen. De keuze van een bepaald hoofdstuk werd gevormd door de connecties die de studenten met het onderwerp hadden.

Studenten met creatieve gaven hebben de illustraties voor hun rekening genomen. De andere studenten hebben zich bezig gehouden met het schrijven van de hoofdstukken. Een belangrijke rol voor alle studenten was het geven van feedback op de geschreven hoofdstukken.

Studenten moesten zelf hun competenties bepalen en hierover reflecteren. Zo hadden sommige studenten een verkeerde inschatting gemaakt. Ze hadden zich ingedeeld bij de tekengroep, maar naar verloop van tijd bleek toch dat ze beter in de schrijfgroep thuishoorden. Uiteindelijk hebben ze toen alsnog een hoofdstuk geschreven. Een belangrijk leermoment, namelijk een groeiend inzicht in de eigen competenties!

De manier van werken doet recht aan de verschillen tussen studenten. Ten eerste aan de competentieverschillen, maar in de tweede plaats ook aan de niveau-en tempoverschillen. Sommige subgroepjes schreven twee hoofdstukken, terwijl anderen vier hoofdstukken schreven. Als docente is het belangrijk om het proces steeds te bewaken. Hoe gaan de studenten om met de gekregen gaven en talenten?

Tenslotte had elk groepje een vertegenwoordigster. Deze vertegenwoordigsters hadden tot taak om het geheel in goede banen te leiden door onder andere overleg te plegen met de andere vertegenwoordigers. Zo werden de overgangen tussen de verschillende hoofdstukken gewaarborgd. En juist voor studenten die hun competenties op het leidinggevende vlak hebben, was dit een uitdagende toevoeging aan de opdracht.

Oriënteren, uitvoeren en evalueren

Elke les bestond uit drie vaste onderdelen: oriënteren, uitvoeren en evalueren. Aan het begin van de les werd er eerst georiënteerd. In het eigen subgroepje werd

nagegaan hoe ver de studenten waren, wat ze nog moesten doen en er werd feedback gegeven op de hoofdstukken die door de andere groepjes waren geschreven. Vervolgens kwamen de vertegenwoordigers van de groepjes bij elkaar en werden de bevindingen uit de oriëntatiefase meegedeeld. Hierbij stond zowel het proces (hoe gaat het in de groep) als het product (feedback op de hoofdstukken) centraal. Terwijl de vertegenwoordigers met elkaar overlegden, werkten de andere studenten aan de uitvoering van hun taken. Aan het einde van de les werd er kort gereflecteerd en geëvalueerd: hoe ver zijn we, hoe vinden we het gaan, wat moet anders of wat moet gehandhaafd worden?

Als docente begeleidde ik met name het leerproces en voelde me als zodanig hier ook verantwoordelijk voor. Echter, door deze werkwijze werden de studenten ook medeverantwoordelijk voor het proces en het product. Uiteindelijk gaat het om het product van de studenten.

Wederzijds motiveren

De studenten waren bijzonder gemotiveerd voor de opdracht. Er was duidelijk sprake van een wederzijdse motivatie. De studenten motiveerden de docente, de docente motiveerde de studenten en de studenten motiveerden elkaar. Ook de uitgever, dhr. A. Bel van Uitgeverij Den Hertog, was door zijn enthousiasme een stimulerende factor.

Juist een eventuele uitgave van het boek stimuleerde de studenten des te meer om er een goed product van te maken. Hierdoor was er nu ook veel meer motivatie om er ook taalkundig het beste van te maken. Ik heb studenten nog niet eerder zo zien letten op zinsbouw en leestekens.

Zelfstandig werken en samenwerken

Sommige studenten gaven er de voorkeur aan om zelfstandig aan de slag te gaan en een gedeelte van een hoofdstuk voor hun rekening te nemen. Anderen schreven in groepjes van twee studenten hun tekst.

Uiteindelijk was samenwerking wel de spil van de opdracht. Had een student zelfstandig een tekst geschreven, dan moest het gedeelte toch besproken worden met andere studenten die hier feedback op moesten geven. Het onderstaande overzicht geeft de rol- en taakverdeling aan.

Beroepshouding

In de opleiding Verzorgende wordt aan de beroepshouding van studenten veel aandacht besteed. Hierbij kan gedacht worden aan de volgende aspecten: feedback geven en ontvangen, samenwerken en afspraken maken en nakomen.

Als docente was ik niet alleen gericht op het overdragen van de leerstof, namelijk hoe schrijf je een goed verhaal, maar ook op de sociaal-emotionele vorming van de studenten. Als orthopedagoge en docente omgangskunde was juist deze pedagogische taak voor mij een uitdaging om de studenten voor te bereiden op hun toekomstig beroep. Daarnaast is het waardevol om omgangskunde c.q. de beroepshoudingsaspecten te integreren in het vak Nederlands.

Studenten vonden het met name erg moeilijk om feedback te geven. Sommigen probeerden dit naar hun docente af te schuiven: 'Mevrouw, zij hebben toch hun best gedaan, nu lijkt het net of ik het beter weet. Kunt u het niet zeggen? '

Beoordeling

Elk subgroepje kreeg een beoordeling waarin zowel het product als het proces werd meegenomen. Het product woog het zwaarst. Aan de hand van verschillende beoordelingscriteria (stijl, spelling, inhoud, verteltechniek, etc) werd het product beoordeeld. Hierbij werd ook tempodifferentiatie betrokken, omdat er nu eenmaal verschillen waren in de bijdrage

die de studenten hebben geleverd. Uiteindelijk waren de studenten ook verantwoordelijk voor een eerlijke beoordeling. Per groepje hebben ze bepaald in hoeverre er differentiatie zou moeten zijn tussen de studenten. In een gesprek met de docente hebben zij dit moeten verantwoorden. Immers, de studenten zijn er bijvoorbeeld zelf verantwoordelijk voor wanneer één student alles op zich neemt. Taak van de andere groepsleden is dan om de student hierop te wijzen.

Stel dat een groepje van 4 studenten een 8, 0 heeft behaald, dan werd dit cijfer vermenigvuldigd met 4. Vervolgens konden de studenten (8 x 4) 32 punten onder elkaar verdelen. Zo kwam het voor dat twee studenten bijvoorbeeld een 7, 5 kregen en de andere twee studenten een 8, 5. Op deze manier werd er ook qua beoordeling recht gedaan aan differentiatie tussen studenten.

Ten slotte

Samengevat kan gezegd worden dat de pijlers van het moduul 'het schrijven van een kinderboek' als volgt zijn te formuleren:

- verantwoordelijkheid van het leerproces en het product ligt vooral bij de student zelf; - oog voor differentiatie tussen studenten; - de student leert te reflecteren op zijn eigen leerproces, waardoor de student inzicht krijgt in de eigen competenties.

Op deze wijze wordt zo'n moduul een belangrijke schakel in de keten van levenslang leren. Om straks ook in het beroep te blijven reflecteren en leren!

Mevr. drs. G. Willemsen,

Docente omgangskunde en Nederlands Hoornbeeck College Amersfoort.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 2003

De Reformatorische School | 40 Pagina's

Competenties met betrekking tot het schrijven van een kinderboek

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juni 2003

De Reformatorische School | 40 Pagina's