Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Even een paar dagen juf of meester zijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Even een paar dagen juf of meester zijn

LVO-studenten verkennen het basisonderwijs

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Komt u vandaag weer alleen maar kijken of gaat u vandaag ook aan ons lesgeven? We hebben een paar dagen stage gelopen op een basisschool. Een geweldige ervaring. Als duale studenten aan de Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs van Driestar educatief en tegelijk docenten in het VO zijn we benieuwd naar verschillen en overeenkomsten.

Echte kinderen
Als we aankomen bij de basisschool valt ons als eerste op dat het nog echt kinderen zijn waar we mee te maken krijgen. Er wordt nog heerlijk geschommeld, geknikkerd en gevoetbald op het schoolplein. Er hoeft niet opgelet te worden of er misschien rokers tussen lopen. Kortom, alleen al voor schooltijd zien we een groot verschil: enerzijds de rennende, spelende kinderen van de basisschool, anderzijds de kletsende, puberende jongeren op het voortgezet onderwijs.
Als de bel gaat, zien we niet iedereen zich naar binnen wringen, jas ophangen in de garderobe en vervolgens op de monitor kijken of ze nog vrij hebben. Integendeel, de leerlingen van de basisschool staan netjes in rijen voor de deur en elke juf/meester haalt zijn/haar eigen klas op.

Rust
In een basisschool heerst meer rust dan in een school voor voortgezet onderwijs. Weinig leerlingen komen te laat, geen rijen voor de automaten bij de kantine en vooral ook geen drukke leswisselingen waar lokalen eerst leeg en vervolgens weer vol stromen. Het is een heerlijke, vredige sfeer. De meesters en de juffen drinken voordat de lessen daadwerkelijk beginnen rustig hun bakje koffie op. Al pratend gaat de leerlingen de klas binnen.
Opvallend is dat bepaalde regels die op het voortgezet onderwijs echt belangrijk zijn, op de basisschool nauwelijks gehanteerd worden. De leerling die bij het dictee probeert bij zijn buurman te kijken, komt er met een milde waarschuwing van af. Een moeilijke som bij een overhoring van rekenen wordt tijdens de overhoring door de meester of juf nog wat toegelicht. Spieken en leerlingen op weg helpen tijdens een overhoring door bepaalde handvaten aan te reiken, is in het voortgezet onderwijs verre van gebruikelijk. Daar moet de individuele leerling zelf de prestatie leveren, zonder dat hij daarbij door iets of iemand uit zijn omgeving geholpen wordt.
Het is voor ons als docenten aan het voortgezet onderwijs wel allemaal even wennen. Beginnen met een bijbelverhaal, taal, rekenen, verkeer, tekenen etc. En dat allemaal door één en dezelfde meester of juf.
Dit geeft een enorme veiligheid voor de basisschoolleerlingen. Niet elk uur een andere docent die zijn eigen regels heeft, maar een vaste docent met zijn/haar eigen regels. Leerlingen weten waar ze aan toe zijn en raken veel meer gehecht aan hun docent. In het voortgezet onderwijs lopen we er nog wel eens tegenaan dat leerlingen hun docenten tegen elkaar uitspelen. ‘U bent echt de strengste en bij meneer Gerritsen mogen we wel gewoon eten in de les.’ Leerlingen maken heel sterk gebruik van het feit dat ze les krijgen van allerlei verschillende docenten met ieder hun eigen karakter, regels en fouten. Dus qua structuur en rust binnen de school mogen we de basisscholen wel benijden.

Orde
Ook de orde binnen het basisonderwijs is vanzelfsprekender. Leerlingen accepteren dat in die leeftijdsfase als veel vanzelfsprekender dan leerlingen op het VO dat doen. Het lijkt zo te zijn dat veel leerlingen op de basisschool behoorlijk onbevangen en ongeremd te werk gaan. Ze hebben veel minder dan leerlingen van het voortgezet onderwijs de neiging tegen te stribbelen, ongemotiveerd te zijn en opvallend macho gedrag te vertonen. Leerlingen in de leeftijd van 12-18 jaar hebben het vaak moeilijk met zichzelf. Pubers zijn op zoek naar zichzelf. Naar iemand met een eigen unieke persoonlijkheid en met een eigen mening. Ze worden kritischer naar zichzelf toe. Maar ook de docent wordt kritischer bekeken. Thuis wordt niet meer gezegd: ‘Dat zei de juf, dus….’ Nee, niet alles wat docenten zeggen is waar. Waar vroeger de juf of de meester het altijd bij het rechte eind had, is het op het VO maar de vraag of dat zo is. Elke puber meet de woorden van leraar of lerares aan zijn waarheid en inzicht ten aanzien van bepaalde onderwerpen. Deelt de leraar of lerares zijn of haar mening, dan heeft hij of zij gelijk. Is het tegenovergestelde waar, dan hoeft de leraar of lerares vaak ook niet te rekenen op de instemming van de scholier.

Afweging
De gezagsverhouding binnen het basisonderwijs is enerzijds verademend. Niet over alles wat je doet, hoef je de leerling uitleg te geven. ‘De meester of de juf is de baas’, daar wordt minder aan getornd. Op deze manier is het voor de onderwijsgevende ideaal werken. Er kan naar eigen believen informatie verstrekt worden, zonder dat er leerlingen zijn die protest aantekenen. De mening van de meester of juf zal op die manier dan ook vaak bepalend zijn voor de mening van de leerlingen.
Anderzijds is het op de basisschool wel iets stijver.  Alles loopt meer volgens een vast stramien. Leerlingen zien één docent. Ze zullen zich minder vrij voelen om het gedrag van de docent als het echt heel fout is, aan de kaak te stellen. Het luisteren naar verschillende sprekers (in dit geval de meester of de juf) is om diverse redenen niet bevorderlijk voor de prestaties. Eenheid, duidelijkheid en structuur zijn de kernwoorden op het basisonderwijs. Opvallend is dat er bij de lagere niveaus op het voorgezet onderwijs ook voor deze werkwijze gekozen wordt.

Verschillen
Als docenten aan een school voor voortgezet onderwijs valt het ons op dat er op het basisonderwijs behoorlijk verschil bestaat in het aanbieden van vakken. Elke meester of juf heeft zijn voorkeuren voor bepaalde vakken. Zo zal de meester van groep 6 het vak geschiedenis veel boeiender en interessanter aanbieden dan de juf uit groep 5, omdat boeiend vertellen en de historie zijn interesse hebben. De accenten die aangebracht worden, zullen grotendeels door persoonlijke voorkeur ontstaan. Een wat pientere leerling zal dit ook (bewust of onbewust) aanvoelen. De leerling in het voortgezet onderwijs zal normaal gesproken voor elk vak een andere docent(e) hebben. Niet alleen het feit dat er dan lesgegeven wordt door mensen die zich in hun vak gespecialiseerd hebben, vinden wij belangrijk. Ook het idee dat leerlingen elk lesuur met een andere persoonlijkheid te maken hebben, lijkt ons zeer zinvol. Gezien de structuur van het voortgezet onderwijs, vinden wij het zinvol als (eventueel in eerste instantie in projectvorm) ook op de basisschool de verschillende vakken door meerdere leerkrachten zouden worden aangeboden.

Terughoudend?
Terwijl wij als stagiaires door datgene wat we zien en horen nog meegenomen worden naar het verleden, zien we dat er in al die tijd voor ons gevoel toch niet al te veel drastische veranderingen binnen het basisonderwijs hebben plaatsgevonden. Het werken met schriftjes, de vulpen en ‘spulletjes in de kastjes’ is nog altijd in tact. Vakken als dictee, rekenen, taal en verkeer komen nog altijd aan bod. Terwijl het voortgezet onderwijs druk bezig is met allerlei (activerende) werkvormen te ontwikkelen, lijkt het op het basisonderwijs nog niet storm te lopen met deze onderwijsvernieuwingen. ‘Doen jullie wel eens een project op school?’ is dan ook onze vraag. ‘Jawel, twee keer per jaar, voorafgaand aan de contactavond voor ouders’. Het komt op ons over alsof het basisonderwijs een bepaalde terughoudendheid koestert ten aanzien van deze ontwikkelingen.
 
Het is goed om een aantal zaken op de basisschool eens nader te bekijken. Deze stage heeft ervoor gezorgd dat we toch een wat bredere kijk gekregen hebben op de verschillen tussen basis- en voortgezet onderwijs. Al met al een leerzame ervaring.

Dit artikel is geschreven samen met Leander Janse, 1e jaars docent

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2006

De Reformatorische School | 1 Pagina's

Even een paar dagen juf of meester zijn

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2006

De Reformatorische School | 1 Pagina's