Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe leren (aanstaande) leerkrachten?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe leren (aanstaande) leerkrachten?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarom lijkt bij de ene aanstaande leerkracht de ontwikkeling zo makkelijk te gaan en zie je duidelijk vooruitgang, terwijl het bij de ander lijkt of deze niet open staat voor reflectie en niets wil leren? Leerkrachten die regelmatig stagiaires in hun klas hebben of veldopleider zijn, zullen dit verschil herkennen. Echter: leren stopt niet als je van de Pabo of lerarenopleiding af komt, verschil in leerstijl op het gebied van (leren) onderwijzen kunt u ook herkennen bij uzelf of bij collega’s binnen de eigen school...

Soorten leerstijlen
Uit onderzoek van Oosterheert en Vermunt (2002) komt naar voren dat er vier manieren van leren onderwijzen zijn te onderscheiden.

  • Overlevingsgerichte of inactieve leerstijl: Aanstaande leerkrachten met een overlevingsgerichte of inactieve leerstijl leren vooral door te doen en hebben geen specifieke persoonlijke leerdoelen die ze nastreven. Wat ze automatisch goed doen, vinden ze belangrijk. Als het ‘lekker loopt’ zien ze geen aanleiding om hun lesgeven te verbeteren. Het kenmerk van hun leren is dat het stuurloos is. Als er problemen zijn, worden er ad hoc oplossingen gezocht. Oplossingen van anderen worden alleen geaccepteerd als het gaat om problemen waar ze zelf tegenaan gelopen zijn. Ze zijn vooral met zichzelf bezig en niet gericht op het meer horen en zien in de klas. In het reflecteren op hun lessen zijn ze dan ook niet gericht op de leerlingen. Over negatieve leerervaringen maken ze zich geen zorgen en ze vergeten deze zo snel mogelijk.
  • Gesloten reproductiegerichte leerstijl: Aanstaande leerkrachten met een gesloten reproductiegerichte leerstijl verbeteren hun lesgeven vanuit de kennis die ze reeds hebben. Dit kunnen bijvoorbeeld beelden van zichzelf zijn als leerkracht en van de ideale onderwijssituatie. Deze beelden kunnen bijvoorbeeld gevormd zijn door leerkrachten waarvan zij vroeger zelf les hebben gekregen. Ze zijn hier tevreden mee en ze zijn niet gericht op het verder ontwikkelen van deze kennis. Het streefbeeld dat ze hebben, wordt afgezet tegen de ervaringen die ze opdoen in de praktijk en ze lossen verschillen daartussen op met praktische oplossingen. Als ze problemen hebben, leggen ze deze niet snel voor aan anderen, maar ze benutten informatie wanneer die ‘langskomt’ en meteen aansluit op een behoefte die ze ervaren. Over negatieve leservaringen maken deze leerkrachten zich ernstig zorgen. Hiermee zijn ze veel bezig en ze zoeken naar oplossingen om dit te voorkomen.
  • Gesloten betekenisgericht: Deze aanstaande leerkrachten zijn bezig hun lesgeven stap voor stap en doelgericht te verbeteren. Hun eigen waarnemen, reflecteren en denken over zichzelf vertrouwen ze niet en ze zijn in hun bewustwordingsproces sterk afhankelijk van de begeleider. Zij erkennen dit zelf en zoeken deze sturing. In vergelijking met de andere leerstijlen zijn deze aanstaande leerkrachten het meest bezig met zich zorgen maken over negatieve leservaringen.
  • Open betekenisgericht: Aanstaande leerkrachten met deze leerstijl zijn het meest onafhankelijk van anderen in hun leren. Het lesgeven proberen zij te verbeteren door hun basis van kennis te ontwikkelen. Zij maken hierbij gebruik van informatiebronnen die in de opleiding en daarbuiten beschikbaar zijn. Deze bronnen brengen zij zelf in relatie met elkaar en ervaren daarbij dat het leerresultaat niet altijd direct tot stand kan komen. Negatieve lesgeefervaringen kunnen zij relativeren, hierover maken zij zich dan ook geen zorgen.

Hoe begeleiden?
De verschillende stijlen van leren vragen om verschillende manieren van begeleiden. Idealiter moet het leren altijd ontwikkelen in de richting van een open betekenisgerichte leerstijl.
De ‘overlevingsgerichte-aanstaande-leerkracht’ is gebaat bij begeleiding die hem steeds met kleine opdrachten en directe feedback aanzet tot leren. Door de kleine stapje moet succes verzekerd zijn. Deze leerkrachten moeten uitgedaagd/aangezet worden om na denken over hun opvattingen over leren. Reflectie moet concreet gekoppeld worden aan hun handelen omdat ze reflecteren over minder positieve ervaringen vermijden. Sterke externe druk richting ‘meer gaan zien en horen in de klas’ is nodig, omdat doorgroei anders nauwelijks plaats vindt.
De ‘gesloten-reproductiegerichte-aanstaande-leerkracht’ staat kritisch en weifelachtig ten opzichte van de waarneming en het denken daarover. Hierin moet hij begeleid worden. Acceptatie van gevoelens van onzekerheid en controleverlies die bij deze leerkrachten soms door het leren opgewekt kunnen worden, helpt hierbij. Ze hebben behoefte aan positieve bekrachtiging. Met deze manier van leren zal verdere ontwikkeling op een bepaald moment stagneren.
De ‘gesloten-betekenisgerichte-aanstaande-leerkracht’ heeft er veel aan als een begeleider hem tijdens de begeleiding helpt bij het verhelderen van zijn problemen en de situatie waarin deze zijn ontstaan. Ook moet hij leren om te vertrouwen op zijn eigen denken door zelf te leren volgens bepaalde stappen. Ook is er behoefte aan positieve bekrachtiging en acceptatie van gevoelens van onzekerheid en controleverlies die gepaard kunnen gaan met het leren.
De ‘open-betekenisgerichte-aanstaande-leerkracht’ heeft baat bij begeleiding die flexibel is, waarin veel gecommuniceerd en lesgegeven kan worden en waarin ruimte is voor een interessegestuurde manier van leren. Het reflecteren hoeven deze aanstaande leerkrachten nauwelijks meer te leren. Soms moet ze geleerd worden dat ze in het begin niet alles in één keer moeten willen leren. Ze zullen hierin keuzes moeten maken. Sterke gevoelens die inherent zijn aan leren en ontwikkelen gaan zij niet uit de weg.

De praktijk
In de ontwikkeling van het ‘worden tot leerkracht’ is de begeleiding essentieel. De kwaliteit hiervan is een voorwaarde om succesvol te leren onderwijzen. In de literatuur wordt aan deze kwaliteit getwijfeld, omdat mentoren vaak onvoldoende toegerust zijn voor deze taak (Geldens, 2007). Mentoren blijven vaak hangen in het geven van tips en oplossingen. In het ergste geval zijn ze tevreden als de aanstaande leerkracht de lessen precies zo geeft als de mentor doet. Er moet gestreefd worden naar aanstaande leerkrachten die zelf kunnen reflecteren op hun eigen handelen. Het is dan belangrijk dat een mentor de aanstaande leerkracht respecteert als iemand die kennis heeft. De mentor stelt binnen deze opvatting eerder de juiste vragen op het juiste moment, dan dat hij antwoorden geeft.
Er zijn aanwijzingen dat mentoren hun eigen onderwijspraktijk nauwelijks baseren op onderliggende theoretische inzichten. Ze zijn vaak niet in staat om voor de aanstaande leerkrachten een relatie te leggen tussen hun eigen handelen en de onderwijskundigen theorieën die de aanstaande leerkrachten leren op de hogeschool. Hierdoor blijft voor de aanstaande leerkracht een kloof bestaan tussen theorie en praktijk, soms kan deze kloof zelfs groter worden.

Leren begeleiden
Wanneer mentoren geschoold worden in het begeleiden van aanstaande leerkrachten blijkt dat de aanstaande leerkrachten beter functioneren in de onderwijspraktijk en ook sneller vorderingen maken. (Evertson & Smithey, 2000 in Geldens, 2007). De ontwikkelde begeleidingsvaardigheden kunnen ook gebruikt worden bij collegiale consultatie binnen de school in het kader van IPB en de wet BIO. Leerkrachten leren, door goede vragen te stellen en andere begeleidingsvaardigheden, bewuster nadenken over hun handelen en onderliggende keuzes hiervan. Hier worden de leerlingen in de klas uiteindelijk beter van!

Gebruike literatuur:

  • Geldens, J.M. (2007). Leren onderwijzen in een leerwerkplekomgeving. Helmond: Hogeschool de Kempel.
  • Oosterheert, I. en Vermunt, J.H.A.M. (2002). Hoe leraren-in-opleiding leren. Velon: 23 (3), 4-10.
Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2008

De Reformatorische School | 1 Pagina's

Hoe leren (aanstaande) leerkrachten?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2008

De Reformatorische School | 1 Pagina's