Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Morele dilemma's

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Morele dilemma's

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het dagelijks leven kunnen we voor beslissingen en keuzes komen te staan. We moeten dan bepalen wat goed is, minder goed of helemaal niet goed. Die belangrijke beslissingen zou je morele dilemma’s kunnen noemen. Kunnen we kinderen in onderwijs en opvoeding helpen om op een juiste wijze met morele dilemma's om te gaan?

Het was de Amerikaanse psycholoog Kohlberg die op grond van onderzoek tot de conclusie kwam dat de morele argumentatie te onderscheiden is in drie stadia, die weer in tweeën zijn onder te verdelen. Deze stadia verlopen van zwak argumenteren naar sterk argumenteren en wordt gekenmerkt door een eigen aard van moreel argumenteren: ‘Ik doe het omdat…’ Om het moreel oordeelsvermogen te onderzoeken legde Kohlberg aan proefpersonen een moreel dilemma voor. Hij analyseerde de antwoorden en kwam tot de conclusie dat het morele denken een stadia-gewijze ontwikkeling doorloopt.

Preconventioneel niveau
Op dit niveau (6 – 8 jaar) doen kinderen iets omdat een autoriteit zegt dat het zo is. Daarnaast worden ze sterk gestuurd door straf en beloning (stadium 1). Ook vragen kinderen in deze fase zich af ‘wat houd ik er aan over?’ Goed gedrag moet van twee kanten komen. Doe jij iets voor mij dan doe ik iets voor jou (stadium 2). Pietje kiest ervoor om geen snoepjes uit de snoeptrommel te stelen, omdat hij weet dat hij straf krijgt als hij betrapt wordt (8 – 10 jaar).

Conventioneel niveau
Op dit niveau (10-12 jaar) worden de wensen en de goedkeuring van de groep steeds meer gedragsbepalend. Tegelijkertijd is het kind steeds beter in staat zich te verplaatsen in de rol als lid van een groep (stadium 3). Marinus, die met slechte vrienden omgaat, denkt, ‘wat zullen ze wel van mij denken als ik zeg dat winkeldiefstal zwaar gestraft moet worden?’ Bij sommige kinderen wordt al iets zichtbaar van stadium 4: ‘inzicht in heersende regels en wetten’, waarbij andere mensen als voorbeeld een belangrijke rol spelen.

Postconventioneel niveau
Op dit niveau (12 jaar en ouder) bepaalt de persoon steeds meer zelfstandig welk handelen gewenst is in een gegeven situatie (stadium 5). Jan rijdt 3x door rood om zijn zwangere vrouw op tijd in het ziekenhuis af te leveren. In stadium 6 is iets goed omdat het niet tegen eigen principes ingaat. Het persoonlijk geweten weegt het zwaarst en geeft de doorslag. ‘Zelfs al is niemand het met mij eens.’
Globaal gesproken doorloopt men bij het vorderen van de leeftijd de hierboven beschreven stadia van Kohlberg. Dit wil niet zeggen dat uiteindelijk iedereen volledig in het laatste stadium terecht komt.

Kohlberg in het onderwijs
Kohlberg stelt dat onderwijsgevenden de morele ontwikkeling van leerlingen kunnen bevorderen. Zij dienen regelmatig morele kwesties aan de orde te stellen en bij de discussie de leerlingen in aanraking te brengen met het denken dat op één niveau hoger ligt. Ook kan men leerlingen helpen met het verwerken van mogelijk opkomende tegenstrijdigheden in het eigen denken. Door middel van de 3 niveaus en de 6 stadia heeft een leerkracht meer greep op de verschillende niveaus van het moreel denken en een hulpmiddel bij de voorbereiding van een klassengesprek.

Kohlberg in de praktijk?
Daarnaast biedt zijn theorie een kader om de morele ontwikkeling van kinderen te sturen. Als een kind in Kolbergs 1e stadium zit, zijn straffen en belonen geschikte middelen om bepaald gedrag te corrigeren. Zodra het kind in het 2e stadium terechtgekomen is, is het stellen van regels juist erg belangrijk , omdat het orde en structuur biedt aan het kind. Bovendien is het goed je als opvoeder te realiseren dat jezelf ook een model vormt voor het kind, in positieve of in negatieve zin! Bij het vorderen van de puberteit is het mogelijk om het kind aan het denken te zetten over het feit dat bepaalde regels soms voorrang krijgen boven andere regels.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 2009

De Reformatorische School | 1 Pagina's

Morele dilemma's

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 2009

De Reformatorische School | 1 Pagina's