Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Het beeld dat de leerkracht heeft van het kind is het belangrijkste!’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Het beeld dat de leerkracht heeft van het kind is het belangrijkste!’

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de scholen in Nederland wordt veel getoetst. Dit gebeurt niet pas vanaf groep 3 in het basisonderwijs, ook bij de kleuters is dit al het geval. In een gesprek met ervaringsdeskundige Jolien Verhage, wordt duidelijk hoe het toetsen bij kleuters kan gaan. Jolien Verhage werkt sinds acht jaar op de Graaf Jan van Nassau school in Gouda. Deze school heeft zes kleutergroepen. Dit jaar staat zij als leerkracht voor groep 1 en is zij onderbouwcoördinator, waaronder ook het uitvoeren van de IB taken valt.

Op de Graaf Jan werken de leerkrachten niet expliciet vanuit één onderwijsconcept. ‘Eigenlijk wordt er vanuit verschillende concepten wat opgepikt en wordt dit gecombineerd tot een soort van eigen concept. Binnen de school wordt gewerkt met het leerstofjaarklassensysteem, en is er sprake van differentiatie om ieder kind tot zijn recht te laten komen. Ook bij de kleuters wordt er al gewerkt met aparte groepjes, zodat iedereen op zijn eigen niveau instructie krijgt. Het team heeft ook  scholing gevolgd in coöperatief leren; dit hopen we in de toekomst nog verder uit te bouwen.’

Wat is toetsen?
Jolien verstaat onder toetsen bij kleuters als ‘echte toets’ de Cito- toets Taal voor kleuters. ‘In groep 2 neemt de leerkracht deze twee keer per jaar af. In groep 1 gebeurt dit één keer. In groep 0 wordt bewust niet getoetst. De kinderen zijn in groep 0 nog te kort op school en zijn de manier van werken bij toetsen niet gewend. Je hebt er dan niets aan. In groep 1 wordt dit al beter omdat er dan al iets  meer gewerkt wordt met opdrachten en eenvoudige werkjes en werkbladen. Het sluit dan meer aan bij hun manier van werken en denken.
In groep 1 en 2 zien de kleuterleerkrachten het spelen als heel belangrijk, maar ook werken ze aan de vaardigheden die vanaf groep 3 belangrijk zijn. Stapje voor stapje wordt dit opgebouwd. In groep 2 worden bijvoorbeeld de schrijfpatronen geoefend.’

Taal voor kleuters
‘Bij de Cito-toets Taal voor kleuters staan er bijvoorbeeld drie plaatjes op een rij, de leerling moet dan bijvoorbeeld het plaatje van de bakker aanwijzen. Ook moeten kinderen bijvoorbeeld een letter aanwijzen tussen letters en cijfers.’
‘Wanneer de kleuters de Cito-toetsen maken, gebeurt dit met een groepje van maximaal acht leerlingen onder begeleiding van de eigen leerkracht. De kinderen  zitten apart van elkaar en krijgen instructie over wat ze moeten doen. De leerkracht benadrukt zo min mogelijk dat het een toets is, dit om onnodige spanning te voorkomen. Er wordt gestimuleerd: probeer het maar, vul maar in waarvan je denkt dat het is. Kleuters vinden lastig dat ze na elke vraag weer door moeten naar de volgende. De leerkracht houdt dit goed in de gaten houden. Het kan gebeuren dat het bij kinderen echt niet lukt en dat ze overstuur raken. Het heeft dan weinig zin om door te gaan. De toets wordt in dat geval opnieuw afgenomen in een ander groepje of met het kind individueel.’

Totaalbeeld
De vraag is natuurlijk wel of het toetsen bij kleuters niet een vertekend beeld kan geven: meet de toets wat het kind weet of de vaardigheid in het maken van toetsen? Jolien geeft aan dat niet alleen van de toets uitgegaan wordt om een beeld van het kind te vormen. ‘Het gaat om een totaalbeeld. Het beeld dat de leerkracht heeft van het kind is het belangrijkste! De leerkracht ziet het kind iedere dag in verschillende situaties.’
Om het beeld volledig te maken vullen de leerkrachten ook  het ontwikkelingsvolgmodel van Memelink in. ‘Dit model gaat uit van observaties van de leerkracht. Met dit model zie je het kind zoals het dagelijks in het spelen  en het doen van opdrachten is. De echte Cito-toets zien we als een aanvulling. Het is echt een momentopname. Als het kind op de toets uitvalt terwijl vanuit de andere perspectieven het beeld wel goed is, wordt er geen actie ondernomen. Het kan zijn dat een kind gewoon een keer zijn dag niet had. Als een kind vanuit de verschillende perspectieven uitval vertoont of juist heel goed is, wordt het beeld door de bouwcoördinator besproken met de leerkracht en wordt daarna actie ondernomen. Bij het beoordelen van de toetsen houdt de leerkracht ook rekening met de leeftijd van het kind, bijvoorbeeld als een leerling pas in september vijf wordt.’

Van groep 2 naar groep 3?
‘In groep 2 is er nog een speciale toets voor kinderen wanneer er getwijfeld wordt of ze naar groep 3 kunnen. We kijken dan vooral naar het leren lezen en leren rekenen. De toets neemt de IB’er of RT’er af. De toets meet  bijvoorbeeld of kinderen cijfers kunnen onthouden of dezelfde letters of woordjes bij kunnen elkaar zoeken. Conclusie kan dan in een heel enkel geval zijn dat het kind beter nog een jaar in groep 2 kan blijven. Ook kan er met RT’er nog extra geoefend worden op de gebieden waar het kind uitvalt. Op grond van deze toets kan ook extra advies gegeven worden aan de leerkracht van groep 3, zodat de leerkracht weet waar rekening mee gehouden moet worden.’

Rapport
‘De leerlingen krijgen aan het einde van groep 1 en groep 2 een rapport mee naar huis. Dit is een geschreven rapport, dus niet met beoordelingen door cijfers en letters. Als leerkracht schrijf je een verhaal aan de hand van de ontwikkelingsgebieden n.a.v. het ontwikkelingsvolgmodel van Memelink. Het verhaal is dan gericht aan het kind: ‘Je kunt dit al heel goed of je hebt nog wat moeite met…’

Reacties van ouders  
‘Er zijn ouders die graag de toetsuitslagen willen hebben. Binnenkort kan dit via de ouderportal van Parnassys. De leerkracht geeft hierbij een uitleg mee waarop staat wat de kolommen met cijfers en letters betekenen. De nadruk wordt ook gelegd op het feit dat het een momentopname is, zeker als kinderen in groep 1 voor het eerst met een boekje met opgaven werken. Het is wisselend hoe ouders met de uitslagen omgaan. Bij oudste kinderen geven ouders wel eens aan dat ze meer hadden verwacht omdat het kind thuis zo bijdehand is. Ouders kunnen altijd met de leerkracht in gesprek om vragen te stellen bij de toetsuitslagen van de door hun kind gemaakte toets.’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 2009

De Reformatorische School | 1 Pagina's

‘Het beeld dat de leerkracht heeft van het kind is het belangrijkste!’

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 2009

De Reformatorische School | 1 Pagina's