Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op zoek naar de synthese

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op zoek naar de synthese

In beweging

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is niet ondenkbeeldig dat dit themanummer de lezer in volstrekte verwarring achterlaat. Nu schijnt dit een beproefde en effectieve leermethode te zijn. Desondanks doen we hier een poging in te zoomen op een aantal meningen die in dit themanummer naar voren worden gebracht en middels enkele kernvragen te zoeken naar een voorzichtige synthese. Hierbij maken we gebruik van de artikelen en interviews in dit nummer, maar ook van verschillende andere artikelen die we op deze website voor de geïnteresseerde lezer hebben verzameld.

Doet Nederland het nu goed of slecht op rekengebied?
‘Verre van slecht’, zo luidt de interpretatie van Wim van de Geer. Jan van de Craats leest een PPON-rapport blijkbaar anders en beweert dat leerlingen uit groep 8 zelfs de meest eenvoudige rekensommen niet meer kunnen maken. Gert Gelderblom ziet ‘duidelijke signalen van terugval van de resultaten van het rekenonderwijs.’ Deze vraag blijkt bijzonder moeilijk te beantwoorden. Feit is wel dat zowel het ministerie van OCW als de onderwijsinspectie nadrukkelijk de aandacht vestigen op de basisvaardigheden: rekenen en taal.

Moet een leerling altijd begrijpen wat hij rekenkundig doet?
‘Kletskoek’, zegt Jan van de Craats. ‘Inoefenen zou pas met succes plaats kunnen vinden als de leerling inzicht in de vaardigheid heeft? Leren rekenen gaat heel anders. Juist door het oefenen ontstaat geleidelijk begrip. Oefening baart kunst. Zeker wanneer het oefenen systematisch opgezet is.’  Dit is een weg terug naar de donkere Middeleeuwen, meent Wim van de Geer. ‘Critici die pleiten voor het inslijpen van vaardigheden, zonder dat betekenis wordt gegeven aan de rekenhandelingen, geven blijk niet gehinderd te worden door enige historische kennis.’ Realistisch rekenen sluit nog steeds aan bij de eisen van de maatschappij, zo vindt de rekendocent. ‘Het kan toch niet zo zijn dat in deze tijd, waarin in alle verbanden van onze samenleving inzicht centraal staat, wij als opleiders net doen alsof een kind een (hooguit veredeld) dier is, dat we een aantal kunstjes aanleren! Dat zou honds didactisch gedrag zijn!’

Hoe belangrijk is een realistische context?
Belangrijk! ‘Vanuit een context los je een probleem op’, geeft Van de Geer aan. ‘En met behulp van modellen (bijvoorbeeld een getallenlijn) en interactie activeer je het denken van kinderen, waarbij de eigen inbreng van kinderen gehonoreerd wordt.’
Van de Craats wil de positieve elementen van het realistisch rekenen zeker integreren in de nieuwe methode Reken zeker. ‘Positieve elementen als de aansluiting bij opgaven uit het dagelijks leven, worden gecombineerd met een  systematische opbouw en verantwoord oefenmateriaal.’

Welke rol speelt de rekenmethode?
De problemen komen voort uit het gebruik van de huidige, realistische rekenmethoden, vindt prof. Van de Craats. ‘Als je die bekijkt zie je prachtige plaatjes, leuke rekencontexten, mooie voorbeelden en uitdagende puzzeltjes. Maar dit materiaal bevat tegelijkertijd ernstige didactische manco’s.’
Gert Gelderblom ziet de methode als een belangrijk gereedschap. ‘Maar onafhankelijk van de methode dient een team helder te hebben wat ze met het rekenonderwijs wil bereiken. En dan is het goed ambitieuze doelen te stellen.’
Wim van de Geer kiest voluit voor het realistisch concept. Toch neemt hij ook lacunes waar. ‘Bijvoorbeeld de vaardigheden op het terrein van de parate kennis en het aanleren van meerdere manieren (strategieën), die een kind moet leren om tot de oplossing van een probleem te komen. Sommige methoden zijn hierin wat doorgeschoten en zijn (evenals sommige leerkrachten!) van mening dat ieder kind alle aangeboden strategieën moet aanleren.’

Hoe nu verder?
‘Over 10 jaar staat het rekenonderwijs weer op de rails’, luidt de voorspelling van Van de Craats. Gelderblom draagt drie interessante aspecten aan om het rekenonderwijs een impuls te geven: het opbrengstgericht werken, effectief rekenonderwijs en effectief innoveren. Op pag. 10-11 leest u er meer over. Samen met overzichtelijke en eenduidige methodes, goed opgeleide leerkrachten en actie in plaats van debat – ook binnen de scholen - kan de vereiste inhaalslag gemaakt worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2009

De Reformatorische School | 1 Pagina's

Op zoek naar de synthese

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2009

De Reformatorische School | 1 Pagina's