Drie woordjes meer op een leestoets is al een geweldige prestatie!

Aanvankelijk leesonderwijs

Aan enthousiasme ontbreekt het mijn gesprekspartners, Lea Luiten en Hennie Groenendijk niet. Ze praten over het leesonderwijs op hun school alsof ze als Interne Begeleiders dagelijks het leesonderwijs van de hele school zelf uitvoeren. ‘Wij gebruiken vanaf groep 3 de methode ‘de Leeslijn’, waarmee we in twee weken tijd steeds drie letters aanleren. We doen dat erg intensief. Al snel gaan de kinderen in groepjes lezen onder leiding van de leerkracht en de verschillende onderwijsassistenten,’ vertelt Lea. Op mijn vraag: wat maakt het verschil dan?, springt Hennie bij: ‘De letters bieden we in grotere context aan. We maken bijvoorbeeld gebruik van een lettermuur, waarop alles komt de hangen wat met die letter te maken heeft. Ook sluiten we aan bij de interesse en beleving van het kind. Maar het voornaamste is wel intensief oefenen: vijf keer drie kwartier ’s morgens en elke dag ook nog ’s middags.’

Voortgezet technisch lezen

Ook het voortgezet lezen in de groepen 4, 5 en 6 gaat heel intensief. ‘Vier keer een half uur oefenen de leerlingen met Leeslijnboekjes,’ vertelt Hennie verder, ‘en we bespreken daarbij ook de gelezen tekst. Het gaat dan om diverse werkvormen als voorlezen, koorlezen en apart lezen.’ Lea vult aan: ‘We doen dit door middel van herhalend lezen. Dat wil zeggen dat we een hele week oefenen met een en dezelfde tekst. Het is dan leuk om daarbij de stopwatch te gebruiken. Hoe lang doe je de eerste keer over deze tekst en hoe lang na een week oefenen. Je moet het dan ook voor de kinderen inzichtelijk maken door bijvoorbeeld een grafiekje te tekenen met de behaalde resultaten. Ze gaan altijd vooruit, dus weer een positieve ervaring erbij. Dat hebben onze kinderen zó nodig.’

Leesplezier

‘We doen veel aan het groepslezen op hun eigen niveau, maar daarnaast willen we ook de kinderen stimuleren tot het lezen naar interesse,’ zegt Lea. ‘Ze moeten plezier in het lezen krijgen. We laten ze uit hun eigen leesboek soms stukjes voorlezen aan de klas of er over vertellen. We laten ze op bepaalde momenten ook informatieve boekjes lezen. Dat is voor sommige kinderen heel stimulerend.’

‘Wat ook heel specifiek is voor onze school’, merkt Hennie op. ‘is dat de kinderen met busjes vervoerd worden en daarom vanwege het verkeer niet altijd op tijd op school zijn. We beginnen de dag dan niet zoals op de basisschool met Bijbelse geschiedenis, maar altijd met rustig voor jezelf gaan lezen. Zo bouw je meteen rust in en maak je leeskilometers.’

Resultaten

En de resultaten? Met een stralend gezicht geeft Hennie toe dat ze een leerrendement van 90 % hebben in deze periode. ‘En dat is inclusief de dyslecten.’ Wat is het geheim daarachter?

‘Niet zo moeilijk, hoor,’ bekent Lea. ‘We maken inzichtelijk de vooruitgang op de AVI-toetsen en geven de kinderen wanneer ze een AVI-niveau omhoog zijn gegaan een AVI-diploma en na AVI-9 een DMT-diploma. Zo gaan de kinderen een competitie aan met zichzelf en ze vergelijken zich niet met andere leerlingen. Sommige leerkrachten maken er een feest van als je vooruit bent gegaan. Het enthousiasme van onze collega’s is onmisbaar in dit hele proces, zij motiveren en stimuleren onze leerlingen. Zij zijn het die het daadwerkelijke leesonderwijs op een positieve manier vormgeven!’

Hennie: ‘Ook al lees je op AVI-1 niveau en lees je op de toets slechts drie woordjes meer, dan heb je al een grote prestatie geleverd. Tenminste, dat gevoel geven we de kinderen.’

Uitvallers

Wat doet men met de kinderen die toch nog uitvallen? ‘We werken heel veel met Connect lezen en Ralfi,’ zegt Hennie. ‘Als we zien dat iemand het net aan kan bijhouden, dan beginnen we er al mee. We wachten dus niet af tot hij of zij pas uitvalt, maar we gaan al vrij snel over op de preventie. Om de motivatie te verhogen gebruiken we teksten van Nieuwsbegrip bij Ralfi.’

Lea: ‘We oefenen dan buiten de klas en niet altijd op de tijden waarop de klas normaal leest. Dus krijgen de (mogelijke) uitvallers extra instructie en leestijd t.o.v. de andere kinderen. Sommige kinderen kunnen zoveel niet aan, dan doen we het wat minder. Het programma is dus afhankelijk van het kind. In ieder geval proberen we het extra oefenen op een leuke manier te doen en het kind te belonen, bijvoorbeeld door een spelletje aan het eind van de sessie te doen.’

Tips voor de collega’s

Wat zou je andere leerkrachten aan raden? Hennie hoeft niet lang na te denken: ‘Maak van lezen een speerpunt in je school. Je moet met je hele team er voor willen gaan. Daarnaast krijgen de ouders een infofolder over het leesonderwijs bij ons op school, met tips voor thuis. Zo maken we ze medeverantwoordelijk voor het lezen bij ons op school.’

De suggesties van Lea liggen meer op het kindniveau: ‘Als kinderen toetsen spannend vinden, is het heel leuk dat de leerling voordat hij of zij getoetst wordt zelf de juf mag toetsen. Dit vermindert vaak de spanning. Het allerbelangrijkste is: Kijk naar het kind en speel in op de interesses. Beloon iedere prestatie, hoe klein ook. Wees blij met het kind!’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen