´Het vergt moed om hulp te vragen´
Jeugdzorg laat nog wel eens steken vallen. Met zon uitspraak zit je meteen midden in een gesprek. DRS Magazine had een gesprek met de directeur van SGJ Christelijke Jeugdzorg, Bart Nitrauw. Hoe reageert hij op bovenstaande uitspraak? Het is misschien wel een aardige start. Het laat namelijk goed zien dat jeugdzorg mensenwerk is. Jeugdzorg is moeilijk werk om het aan alle kanten goed te doen. Neem bijvoorbeeld een uithuisplaatsing. Dat kun je te vroeg, op tijd of te laat doen. Op tijd komt gelukkig het vaakst voor, maar het komt ook voor dat er te laat wordt ingegrepen. Met het gevolg dat er veel schade bij de kinderen is opgetreden. Te vroeg levert ook schade op. Dan haal je kinderen uit hun veilige omgeving op grond van verkeerd geïnterpreteerde signalen. Bart Nitrauw tekent hiermee het dilemma van Jeugdzorg.
Volgens berichten in kranten zou uithuisplaatsing meer voorkomen dan vroeger. Wie kent niet de geschiedenis van “Savannah” of het “maasmeisje”? Bart: ‘Je ziet wel dat er na deze verschrikkelijke gebeurtenissen een sfeer ontstaat bij zowel rechters als gezinsvoogden van “beter iets te vroeg dan te laat”. Dan wordt er voor zekerheid gekozen. Met het risico dat je het te vroeg doet. Daar hebben we ook schrijnende voorbeelden over gelezen. In Amsterdam was jaren geleden een moeder met vier kinderen.
Daar hebben alle mogelijke hulpverlenende instanties naast elkaar gewerkt en verkeerde signalen doorgegeven. Toen kwam het tot een verkeerde gevolgtrekking. Daar leer je van, maar het risico om dan te lang te wachten is er ook. Het blijven moeilijke beslissingen: wanneer ga je over tot uithuisplaatsing en wanneer niet? Verkeerde taxaties kunnen daarbij nooit helemaal uitgesloten worden. Maar het is echt funest als je je niet aan de procedure houdt.’
Besluitvorming
Gezinsvoogd is geen gemakkelijk vak. Ook een eenzaam vak. Een gezinsvoogd gaat alleen naar een gezin, maakt zelf een verslag. Hoe borgt Jeugdzorg objectiviteit? Bart Nitrauw: ‘In de eerste plaats door een goede opleiding. Iedere gezinsvoogd die bij SGJ komt werken is HBO-opgeleid en krijgt een functiescholing via de Delta-methode. Dat is een methode waarmee de Jeugdzorg werkt in Nederland. Daarmee proberen gezinsvoogden de situatie samen met de ouders zo snel mogelijk weer te normaliseren.
De individuele verschillen proberen we zoveel mogelijk te benutten door de besluitvorming niet te laten afhangen van één man of vrouw. Als een gezinsvoogd een beslissing moet nemen over een al of niet uithuisplaatsing neemt hij deze beslissing niet alleen. Hij schrijft dit in zijn hulpverleningsplan. Dit plan moet hij dan in een multidisciplinair overleg binnen SGJ verdedigen. In zo’n overleg zit een gedragswetenschapper en een collega. Met z’n drieën bekijken ze een casus van alle kanten en zoeken daarover consensus.
Is het een beslissing om het kind thuis te laten dan is dat de verantwoordelijkheid van SGJ. Wordt het uit huis plaatsen dan dient de gezinsvoogd een verzoek tot uithuisplaatsing in bij de Kinderrechter. Ook bij de rechter moet de gezinsvoogd uitleggen waarom. De rechter toetst dat. Zo heb je in je processen geborgd dat het niet alleen maar afhankelijk is van de beslissing van een persoon. De timing en besluitvorming worden beter door multidisciplinair overleg en door een maximale informatie-inwinning.
Er zijn nu ook risicotaxatie-instrumenten. Er zijn vragenlijsten ontwikkeld waarbij niet alleen op “onderbuik” gevoel maar ook op basis van een reële inschatting van de risico’s de balans opmaakt.’
Gezinsvoogden
Bart Nitrauw: ‘Gezinsvoogden moeten vooral leren de situatie vanuit het kind in te schatten. De meeste gezinsvoogden zijn zelf afkomstig uit harmonische middenklasse en bovenklasse milieus. Als je dan te maken krijgt met kinderen uit heel andere milieus is dat wennen. Als vaders tegen de kinderen, tegen hun vrouw of vriendin schreeuwen, als ze grover zijn en een ander taalgebruik hebben kan dat voor de kinderen in dat gezin heel normaal zijn. Ze zijn niet anders gewend. De focus van een gezinsvoogd moet liggen op: “Wat ligt binnen de bandbreedte van acceptatie en wat niet. ” De voogd kijkt waar de veiligheid in het geding is. En dat zijn lastige afwegingen. Als een gezinsvoogd vindt dat er een grens is overschreden vinden ouders dat soms helemaal niet. Dan moet de gezinsvoogd kiezen.’
Dubbelstructuur
Naast de zorg voor de kinderen wordt ook het gezin begeleid. Bart Nitrauw: ‘Jeugdzorg heeft een dubbelstructuur. Jeugdzorg heeft een plaatser en een opnemer. De gezinsvoogd is de plaatser, die heeft de taak de veiligheid van het kind te waarborgen en zo (snel) mogelijk terug te brengen in het gezin. Als het kind uit huis geplaatst is en het zich laat aanzien dat de plaatsing tijdelijk is, dan moet de gezinsvoogd het bedje weer spreiden in het gezin. De gezinsvoogd gaat met de ouders aan de slag zodat het kind weer zo snel mogelijk terug kan. De gezinsvoogd regelt bijvoorbeeld dat de biologische ouders een opvoedcursus volgen of op een andere manier leren beter voor hun kind te zorgen. Ook de bezoekregeling wordt geregeld door de gezinsvoogd om de verhouding met hun kind weer te normaliseren.
De “opnemer” neemt de opvoeding waar, dat kan in een huis zijn of een pleeggezin. De pleegzorgbegeleider schakelt met thuis. Dat is een lastige kant van het werk. Pleegouders hebben soms te maken met jaloerse “eigen” ouders. Ook kunnen de contacten tussen het kind en de biologische ouder voor spanningen zorgen in een pleeggezin. De pleegzorgbegeleider moet dit soort situaties in goede banen zien te leiden. Hoe vreemd kinderen soms worden grootgebracht, de bloedband tussen de biologische ouders en hun kind is enorm sterk’.
Papierwerk
Alles rond de situatie in gezinnen en kinderen wordt vastgelegd. Dat betekent veel papierwerk. Bart Nitrauw: ‘Voorop staat dat dat nu eenmaal nodig is maar soms word je er wel eens gek van. Dat betekent wel dat gezinsvoogden vele uren achter de computer doorbrengen. Tijd die ze liever in het gezin zouden steken.´
Vrijwillig of verplicht
Als ouders vragen hebben over de opvoeding of als er gevaar dreigt voor kinderen in een opvoedingssituatie komt Jeugdzorg in beeld.
En er is nogal verschil tussen een vrijwillige hulpvraag van ouders of een verplichting die door de rechter wordt opgelegd.
Nitrauw: ‘Ouders die zelf om hulp vragen komen meestal naar ons toe. Zij zóeken hulp. In het andere geval komt er een gezinsvoogd thuis. Die ouders krijgen gedwongen hulp en hebben meestal niet zo’n zin om naar ons toe te komen. Daarnaast krijgt een gezinsvoogd in de thuissituatie meer zicht op de hulp die geboden moet worden.’
Pleeggezinnen
Zijn er genoeg pleeggezinnen? Bart: ‘Binnen Jeugdzorg heeft SGJ de bevoorrechte positie dat wij genoeg pleeggezinnen hebben. Dat komt door onze christelijke achterban. Kinderen worden ook vaak al opgevangen door het eigen netwerk: bij familie of bij mensen van de kerk.
Dat wil niet zeggen dat er geen nieuwe pleegouders nodig zijn. Ieder jaar starten enkele cursussen met elk ongeveer 10 cursisten. Dat lijkt veel, maar daarvan blijft ongeveer de helft over. Sommigen haken halverwege af. Dat zien wij niet als falen, maar ouders moeten reëel zijn. Je krijgt niet de makkelijkste kinderen in huis. Het moet passen binnen je eigen gezin.’
Kindermishandeling
Wat moeten scholen doen bij een vermoeden van kindermishandeling? Bart Nitrauw: ‘Allereerst kunnen zij advies inwinnen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) . Ik wil meteen een misverstand wegnemen: het AMK is niet alleen om vermoedens van kindermishandeling te melden. Het is ook een adviesdienst. Weet je het niet zeker, dan kun je daar ook terecht. Je kunt dan overleggen. Er worden dan ook geen stappen ondernomen, er komt nog niets op papier, maar je kunt praten over je vragen en eventuele vermoeden.
Neem je eigen onderbuikgevoelens serieus. Bespreek het met de IB-er of in een ZAT-overleg. Je kunt ook overleggen met een medewerker van SGJ.’
Movisie
Kort geleden kwam het rapport van Movisie uit. Dit rapport is gemaakt omdat hulpverleners van niet-christelijke instellingen zeiden dat zij in aanraking kwamen met een doelgroep van bevindelijk gereformeerden, waarvan zij de “taal” niet spraken. De directeur van SGJ vindt het een fraai rapport. ‘Er staan goede handreikingen in. In het rapport wordt genoemd dat de risicofactoren in gesloten culturen groter zijn. Er bestaat een spanning tussen de zorgvuldig gecultiveerde “inner circle” en daarbuiten. Dat zie je in de Reformatorische wereld het sterkst.
Ouders willen hun kinderen afschermen tegen de buitenwereld. De wereld is tegenwoordig heel dichtbij door bijvoorbeeld i-phones. Dan gaan spanningen ontstaan. SGJ wil die ouders helpen om hun kinderen op te voeden in deze wereld. Wij hebben ook veel mensen uit die kerkgenootschappen in dienst omdat zij die cultuur herkennen en van binnenuit kennen.’
Preventie
SGJ heeft ook een preventieafdeling. Daar zijn een aantal cursussen ontwikkeld. Zo is er ondermeer een cursus “omgaan met pubers” en een cursus “omgaan met boosheid”. Die zijn bedoeld voor ouders die meer informatie willen over bijvoorbeeld hun puber. Deze avonden zijn puur preventief. Dan zijn er geen problemen. Ouders willen die juist voor zijn.
SGJ werkt al veel samen met Eleos. Bart Nitrauw: ‘De preventieafdelingen van beide organisaties zullen steeds meer gaan samenwerken.’
Sinds 1999 is Bart Nitrauw directeur van SGJ. Jeugdzorg heeft zijn hart. ‘Jeugdzorg is altijd in beweging. Het is een moeilijk onderwerp. Ook voor ouders. Het is nogal wat om toe te moeten geven dat het niet goed gaat met je kind. Het vergt moed om hulp te vragen.’
SGJ
SGJ Christelijke Jeugdzorg is een landelijk werkende instelling. SGJ kan en wil op deskundige wijze en door een resultaatgerichte manier van werken, bijdragen aan het jeugdwelzijn binnen haar doelgroep. Cliënten van SGJ zijn afkomstig uit verschillende christelijke kerken. Cliënten vragen naar hulpverlening van SGJ, omdat ze het belangrijk vinden dat de hulpverleningsinstelling uitgaat van normen en waarden die de Bijbel aanreikt. En dat de hulpverleners in hun eigen leven ook vanuit diezelfde normen en waarden leven.
De SGJ heeft haar werkzaamheden in twee sectoren ondergebracht:
• SGJ Toegang en Jeugbescherming: Toegang is het loket, de voordeur naar (christelijke) jeugdzorg. SGJ Toegang ondersteunt daarnaast zorgstructuren in het reformatorische en gereformeerde onderwijs. Ook de jeugdbeschermingstaken voogdij en gezinsvoogdij vallen onder deze sector.
• SGJ Jeugd en Opvoedhulp is de zorgaanbieder van intensieve ambulante hulp, pleegzorg en residentiële zorg.
Meer weten? Kijk op de website: www.sgj.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 2012
De Reformatorische School | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 2012
De Reformatorische School | 40 Pagina's