Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Werk voor professionals met vrijwilligershart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Werk voor professionals met vrijwilligershart

Godsdienstig vormingsonderwijs op de openbare basisschool

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit jaar wordt de Bijbel geopend voor 32.000 kinderen op de openbare basisschool. Godsdienstig vormingsonderwijs was ruim anderhalve eeuw vrijwilligerswerk, maar werd in 2009 een betaalde baan. Met een eigen cao, vallend onder de Wet op de beroepen in het onderwijs (Wet BIO). Dat betekende een grote omslag. Het werkgeverschap en de professionalisering staan nu op de rit. Nieuwe collegas zijn van harte welkom. Ook de band met kerkenraden en plaatselijke commissies wordt aangehaald. Wij drijven op lokaal draagvlak.

Openbare basisscholen zijn wettelijk verplicht godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs (gvo en hvo) te faciliteren als ouders erom vragen. Gvo wordt verzorgd door protestantse, rooms-katholieke, islamitische en hindoeïstische docenten. Het Protestants Centrum GVO is sinds 2009 de werkgever van de protestantse docenten. Het centrum is opgericht vanuit de commissie onderwijs van het Interkerkelijk Contact in Overheidstaken (CIO). De dertig kerken participeren in het centrum ‘in erkenning van elkanders verscheidenheid en verbondenheid, om het doel na te streven.’ Secretaris Gerard van der Hoek vertegenwoordigt in het bestuur de ‘orthodoxe kerken’: ‘Elke kerk neemt deel met behoud van zijn identiteit. De docent brengt de boodschap op de hem eigen wijze.’

Van der Hoek: ‘Je moet gvo niet verwarren met het vak geestelijke stromingen. Dat wordt gegeven door de groepsdocent, is verplicht voor elke leerling en gaat over de levensbeschouwelijke diversiteit. De groepsdocent spreekt geen voorkeur uit. Gvo beperkt zich daarentegen tot één godsdienst en de docent geeft het vanuit de eigen overtuiging. Hij komt van buiten de school. De lessen zijn alleen bedoeld voor kinderen die door hun ouders zijn opgegeven.’

Evangeliseren

De vraag van ouders om gvo kan verschillende achtergronden hebben. ‘Soms gaan leerlingen naar een openbare school omdat er geen christelijk alternatief is in de omgeving. Andere ouders kiezen bewust voor openbaar onderwijs, bijvoorbeeld omdat ze willen dat hun kinderen in een multiculturele omgeving leren staan. Maar ze vinden het toch fijn als op school de Bijbelse waarden en normen en kennis van de christelijke traditie worden bijgebracht.’

De lessen mogen niet gebruikt worden om te evangeliseren. ‘Als docent wil je de Bijbelse boodschap zo dicht mogelijk aan het hart van de leerling leggen, maar je moet voorkomen dat de school of ouders vinden dat je te ver gaat. Dat wringt soms. Maar de Bijbel gaat wel open op de openbare school. Dat is het belangrijkst. Daar mag je dankbaar voor zijn. Een sollicitant drukte het onlangs mooi uit. “Ik hoef niet te evangeliseren”, zei hij, “want Gods Woord heeft kracht in zichzelf”.’

Bloemetje

Tot enkele jaren geleden was gvo vrijwilligerswerk, dat dreef op gemotiveerde mensen. Het werd aangeboden vanuit plaatselijke kerken, interkerkelijke commissies of afdelingen van het Interkerkelijk Overleg in Schoolzaken (IKOS). Van der Hoek: ‘Dat had iets moois, er straalde iets van af. Maar er waren ook grote contrasten: de ene docent gaf een heel jaar les voor een bloemetje, de ander werd behoorlijk betaald door de plaatselijke kerken. In 2009 wilde de overheid formeel toezicht op de kwaliteit van gvo, door toepassing van de Wet op de beroepen in het onderwijs. Daartoe werd besloten dat docenten moesten gaan werken volgens een cao en er werd een jaarlijkse financiering van tien miljoen beschikbaar gesteld.’

Protestants gvo wordt nu verzorgd op bijna veertig procent van de openbare scholen. ‘Op de andere scholen helaas niet. Voor een deel is dat wellicht toch een kwestie van onbekendheid. Daarnaast komt het voor dat directeuren het te lastig vinden om onder schooltijd lessen vrij te maken. In grote steden als Rotterdam en Den Haag is er een trend om liever lessen ‘levensbeschouwelijke vorming’ te geven, ook om integratie te bevorderen. De scholen willen die lessen dan zelf invullen. Maar dan gaat het meer op het vak geestelijke stromingen lijken, dat niet vanuit de eigen overtuiging van de docent wordt gegeven. Deze constructie lijkt ons op gespannen voet te staan met de wet. Daar zijn we dus stevig over in gesprek.’

Goede ingang

Om gvo goed van de grond te laten komen, is het volgens Van der Hoek belangrijk dat directeuren erachter staan, goede informatie verstrekken aan ouders en goed de belangstelling peilen. ‘We proberen hen te laten zien dat onze lessen een verrijking zijn voor de school. En soms voegen we eraan toe dat het een recht is van de ouders, maar dat is een argument van de tweede orde. Als je het alleen daarvan moet hebben, is het niet gezond.’ Als succesvol voorbeeld noemt Van der Hoek de samenwerking met de openbare basisscholen in Krimpen aan den IJssel. ‘Hier heeft gvo zo’n goede ingang dat per klas op twee of drie na alle leerlingen de lessen volgen. Dat komt vooral door het vertrouwen dat de docent in de loop der jaren heeft opgebouwd, in de school en bij de ouders.’

Op dit moment telt het protestants docentencorps ruim vierhonderd mannen en vrouwen. Samen verzorgen ze zo’n tweeëntwintighonderd lessen per week. ‘Gezien ons vrijwilligersverleden hebben we veel kleine arbeidscontracten, van maar twee tot zes uur. Sommige docenten vinden dat ze te weinig lessen geven in relatie tot de tijd die nodig is voor professionalisering. Zij zijn dankbaar dat ze het werk mochten doen, maar zeggen dat het nu een mooi moment is om het te beëindigen. Veel docenten zijn al wat ouder. Ook daardoor verwachten we de komende jaren veel verloop. We zijn dan ook blij met belangstelling van de jongere generatie.’

Vrijwilligershart

Nieuwe collega’s zijn verplicht de opleiding tot docent gvo te volgen, die in samenwerking met een aantal hogescholen werd ontwikkeld. Vorig jaar werd deze al aangeboden in het noorden van het land. Afgelopen september startten Windesheim, CHE, Inholland en Driestar Hogeschool een gezamenlijke opleiding in Utrecht. ‘We konden starten met zestien studenten. Dat is een mooi aantal.’ De opleiding is toegankelijk voor studenten en gediplomeerden van de pabo en de opleidingen Leraar Godsdienst en Godsdienst Pastoraal Werk.

Gvo is werk voor professionals met een vrijwilligershart, meent Van der Hoek. ‘Het idealisme en de betrokkenheid uit ons verleden willen we graag behouden. Als je een goede gvo-docent wilt zijn, moet je iets met kinderen en hun levensbeschouwelijke vorming hebben. Je moet het belangrijk vinden om kennis van de Bijbel en de Bijbelse waarden en normen over te dragen. Maar je moet ook een drive hebben om juist in het openbaar onderwijs te werken. Dat kan ook in een achterstandswijk zijn. Je bent niet voor niets een protestants gvo-docent. Je moet staan voor je eigen opvattingen en daar authentiek in zijn. Maar je moet tactisch kunnen zijn naar collega’s en naar de buitenwacht en kunnen samenwerken met andersdenkenden. Dat kan moeilijk zijn, maar het kan je ook verrijken.’

Ambassadeurs

Docenten gvo worden nu begeleid en aangestuurd door regiobegeleiders. ‘Daarnaast blijven de plaatselijke kerken, IKOS-afdelingen en interkerkelijke commissies onmisbaar. Na de oprichting van onze landelijke stichting ontstond soms de indruk dat de plaatselijke rol was uitgespeeld. Maar dat is zeker niet het geval. Landelijk behartigen we de taken op het gebied van cao en personeelsbeleid, maar docenten hebben ook lokale voorbede en steun nodig. Ze vinden het fijn om contacten te hebben met netwerken van kerkelijk werkers en ouders. Voor de entree op de scholen en het contact met ouders kunnen we niet zonder ambassadeurs ter plaatse. Daarom stimuleren we de voortzetting of oprichting van plaatselijke werkgroepen. Ze kunnen kiezen uit drie modellen, van maximaal betrokken bij de contacten met school, ouders en docent, tot alleen betrokken bij de docent. Natuurlijk zien we graag veel animo voor de eerste variant. Gvo drijft op lokaal draagvlak.’

Voor informatie: zie www.pcgvo.nl

Marianne Roest
Redactielid DRS Magazine

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2012

De Reformatorische School | 40 Pagina's

Werk voor professionals met vrijwilligershart

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2012

De Reformatorische School | 40 Pagina's