Beperking als geheim wapen

De IVA in Driebergen is al ruim vijfentachtig jaar een begrip binnen de mobiliteitsbranche. Een business-school met een smaakmaker, vindt Kleyberg, zelf oud IVA-student. ‘Onze school heeft twee erkende studierichtingen op mbo4- en hbo-niveau: automotive business management en nautisch business management. Automotive heeft alles te maken met mobiliteit; nautisch richt zich op de watersport. De ‘auto- of botensaus’ geeft een bepaalde beperking. Als je daar niet zoveel mee hebt, is het hier minder leuk. Maar als dit wel je interesse heeft, wordt het een soort geheim wapen. Overigens denken veel mensen dat je als IVA-student per se in de autobranche gaat werken, maar dat hoeft niet. Je kunt vanuit onze opleiding goed de vertaalslag maken naar andere branches.’

Onderwijs
Wat onderscheidt de IVA van andere mbo- en hbo-instellingen in Nederland? Kleyberg: ‘Wij zijn een kleinschalige, particuliere opleiding. Een ROC of grote hogeschool moet zijn aandacht verdelen; wij concentreren ons op twee studierichtingen en dat is terug te zien in de scores. Naast de commerciële vakken bieden wij onze studenten ook techniek. Wij leiden niet op tot automonteurs, maar ons kennisniveau gaat wel diep. Veel verkopers kunnen niet denken vanuit het product, terwijl je de vragen van een klant juist kunt beantwoorden vanuit de techniek. We verwachten veel van onze studenten en letten daarbij op drie dingen: inzet, optreden en cijfers. Na een half jaar worden eerstejaarsstudenten hierop beoordeeld. Als iemand onvoldoende scoort, is het einde opleiding. We willen alleen verder met gemotiveerde studenten. En studenten die laten zien dat ze willen, hebben de kans om direct te stijgen naar een hoger niveau.’

Normen en waarden
Normen en waarden staan bij de IVA hoog in het vaandel. Kleyberg: ‘Docenten worden binnen de school met “u” en “meneer” aangesproken. Buiten de IVA is dit trouwens niet altijd zo. Als ik met studenten op de beurs sta, zijn we collega’s en gelijkwaardig. Dan ben ik gewoon Frank. Maar zodra we weer op school zijn, is het meneer Kleyberg. Verder hanteren wij kledingvoorschriften. Onze studenten krijgen zelfs sessies over kleding en stijl. We willen dat ze zakelijk en netjes gekleed gaan.’
Op de IVA wordt de mbo-opleiding aangeboden in twee jaar en de hbo-opleiding in drie jaar. Het volle programma betekent dat de studenten door de week geen stage kunnen lopen. Kleyberg: ‘Veel studenten hebben daarom een studiegerelateerde baan op zaterdag. We stimuleren dat ook. Als een student zich weinig of niet inzet op de zaterdag en daar geen goede reden voor heeft, kan dat lastig zijn bij het vinden van een baan. De hbo-opleiding kent wel een afstudeerstage van een half jaar. Vanaf het komende jaar verandert er wel het een en ander wat betreft stagelopen: de vrijdag wordt dan voor alle mbo-studenten een verplichte stagedag.’

Hester: ‘Als ik later in de wasmachines wil werken, weet ik tenminste hoe de motor werkt’

Hester is tweedejaars hbo-student (automotive). ‘Voordat ik mijn studie aan de IVA begon, volgde ik de opleiding commerciële economie op het Hoornbeeck College in Apeldoorn. Ik heb op verschillende hbo’s gekeken, maar uiteindelijk voor de IVA in Driebergen gekozen. Hier wordt de studenten veel structuur geboden wat betreft opleiding en organisatie. Dat sprak mij erg aan; dat was ik ook gewend op het Hoornbeeck. Bij andere hbo-opleidingen merkte ik dat je direct in het diepe werd gegooid. Ik heb juist goede begeleiding nodig. De docenten weten veel, komen bijna allemaal uit het vakgebied en nemen de tijd voor mij. De IVA is een goede opleiding als je verder wilt in de verkoop van wat dan ook. Ik krijg wel veel over auto’s te horen, maar dat betekent niet dat ik daar ook in door moet gaan. Ik word veel breder opgeleid. De technieklessen zijn daarvoor overigens heel handig. Als ik later in de wasmachines wil werken, weet ik tenminste hoe de motor werkt.’

David: ‘De docenten maken het verschil’

David is tweedejaars mbo-student (automotive). ‘ik volg op dit moment het B-programma. Dat is eigenlijk een verzwaard niveau 4. Ik kom uit een ondernemersgezin en mijn vader heeft een eigen bedrijf. Mijn meeste broers en zussen zijn naar het Hoornbeeck gegaan, maar eigenlijk leerden ze daar wat ze al wisten vanuit het bedrijf thuis. Daarom heb ik voor de IVA gekozen. toen ik op het Van Lodenstein College van de havo naar het vmbo ging, had ik het eigenlijk voor mezelf verprutst. Op de IVA kreeg ik echter nieuwe kansen en ik werd gestimuleerd om door te groeien. Ik ben gestart op niveau B/C, dat is niveau 4, maar kreeg na een half jaar al de mogelijkheid om te stijgen naar een verzwaard niveau 4. Dat vind ik heel uniek. Het is een beloning en dat voelt goed. De docenten maken daarin echt het verschil. Door hen word ik gemotiveerd. ze zijn enthousiast, kunnen goed vertellen en hebben allemaal in de branche gewerkt. Ik voelde me hier eigenlijk direct thuis.’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen