Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pleidooi voor een nieuw elan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pleidooi voor een nieuw elan

Ewald Mackay: ‘De reformatorische scholenwereld staat op een kruispunt’

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij ziet het als zijn opdracht het reformatorisch onderwijs bij de les te houden, al zal hij dat nooit zo zeggen. Zijn oproep om de christelijke identiteit in de vakken terug te laten komen vindt weerklank. Pabodocent dr. Ewald Mackay is dankbaar voor de reformatorische scholen en wil een nieuwe generatie leerkrachten inspireren. Ik predik geen revolutie; veel docenten blijken in staat christelijke perspectieven in hun lessen te openen. Ze moeten alleen wakker worden gemaakt.

Wie eenmaal met Mackay in gesprek raakt, is niet zomaar klaar. Hij schetst brede perspectieven op kerk, maatschappij en geloof met daarbij herinneringen aan meesters van vroeger. Door alles heen klinkt zijn grote betrokkenheid bij het onderwijs en de opvoeding van jongeren. Hij wenst dat docenten vaker in hun lessen ‘vensters op de hemel’ openen. ‘Ik ben op dat spoor gekomen toen ik in het reformatorisch onderwijs terechtkwam. Ik werkte eerst op een protestants-christelijke school. Daar werd ik gedwongen na te denken over identiteit in de vakken omdat die ter discussie stond. Toen ik op Driestar hogeschool ging werken, verbaasde het mij dat het bij de scholen die ik bezocht wat identiteit betreft vaak ging over leefregels en kledingstijl en over bestendiging van artikel 23 van de grondwet. Maar in de dagelijkse gang van zaken was er – en nu chargeer ik – niet zo veel verschil met de openbare school. Er is een pedagogische basishouding bij christelijke docenten, denk aan liefde, barmhartigheid en gestrengheid. Maar die is er bij veel humanisten ook, hoewel zij hierin zonder dat ze dit weten in wezen parasiteren op het christelijk geloof. Op het gebied van de vakinhoud miste ik iets.’

Verschoven
Mackay timmert daarom de laatste jaren aan de weg met lezingen, artikelen en boeken over identiteit in de vakken. In 2013 verscheen Het grote Huis, waarin hij de christelijke traditie van de eeuwen schetst als een sterk huis – op een rotsgrond gebouwd – waar we in mogen wonen te midden van de (post)moderne wereld. De school beschouwt hij als ‘het klaslokaal van het grote Huis’. In november verscheen het praktische vervolg, Een venster op de hemel, dat twintig voorbeeldlessen bevat die een christelijk perspectief op vakinhoud geven. Waarom was dit nodig? ‘Er is helaas iets verschoven in de afgelopen twintig jaar. Toen ik als leerling op de Guido de Brès in Rotterdam kwam, heerste er een pioniersgeest. Ik kreeg les van bevlogen docenten. Ik heb op de lagere school leraren gehad die vensters op de hemel openden. Meester Stout vertelde over zijn tijd in de concentratiekampen en wat God daar voor hem had betekend. We zijn nu te sterk een zuil en daardoor zelf een stuk sociologie geworden. Het effect is dat de muur eromheen staat, maar we niet over de vakinhoud hoeven na te denken. Ik merk dat het op scholen vaak gaat om platte kennis, klaarstomen voor het examen. We zijn ontzettend gevoelig voor de lijsten van de Inspectie die op internet worden gepubliceerd.’

Voorbeelden
De docent meent dat er goede voorbeelden zijn van scholen die een samenhangend christelijk wereldbeeld doorgeven. ‘In Amerika en Engeland heb je goede initiatieven, bijvoorbeeld rond het Calvin College. Je kunt hier gebruikmaken van goede verworvenheden van het Duitse Bildungsonderwijs. In Frankrijk is filosofie een normaal vak. Nederland is helaas vrij nuchter, we hebben een beetje de koopmansgeest: je leert voor een vak. Maar wil je als christelijk onderwijs overleven en je kinderen binnenhouden, dan moet dat via echte christelijke Bildung die je pedagogisch en vakinhoudelijk gestalte geeft.’

Niet moeilijk
Het verbinden van het christelijke geloof met de vakken is volgens Mackay niet moeilijk. ‘Ik predik geen revolutie; veel docenten blijken in staat christelijke perspectieven in hun lessen te openen. Ze moeten alleen wakker worden gemaakt. Ik woonde een les bij over het graan op de akker, hoe dat groeit en wordt geoogst. Een keurige les, maar het eenvoudige venster dat God het laat groeien en dat het ook een Bijbels beeld is, werd niet geopend. Dan is bewustwording nodig. Ik heb de oefening om vakinhoud te verbinden met het christelijke geloof op een aantal basisscholen gedaan en docenten vonden het makkelijker dan gedacht. We oefenen twee middagen. De eerste middag is vooral theoretisch, dan geef ik een uiteenzetting. De tweede middag gaan de docenten in tweetallen de eigen lessen onder de loep nemen. De resultaten worden aan elkaar gepresenteerd. Voor beginnende leraren is het moeilijk, die moeten eerst overleven. Maar je kunt juist ook door een goede christelijke inhoud orde en een fijne sfeer in je klas krijgen!’

Slijpen
Mackay ziet een belangrijke taak voor schoolleiders. ‘Scholen moeten jonge docenten toerusten. Ga met groepen nieuwe leraren aan de slag. Laat hen samen met een ervaren leraar oefenen. Ik mag dat weleens doen, maar zou dat graag vaker doen. Lezingen zijn nuttig, maar ga nu eens gewoon oefenen met elkaar. Maak lesontwerpen, geef die lessen, en kijk hoe het ging. Dan slijp je het erin.’

Kritisch
Over beleidskeuzes van het onderwijs heeft Mackay enkele kritische vragen. ‘Hoeveel energie is er gestoken in het tweetalig onderwijs? Ik relativeer Engels, er zijn ook andere talen. De meeste leerlingen krijgen later normale banen, niet internationaal. Als het dan toch moet, leert men het vaak in zes maanden. Ook gaat het lesgeven in het Engels soms ten koste van de inhoud. Steek die energie in het opbouwen van een curriculum waarin het christelijke wereldbeeld goed gestalte krijgt.’ Een andere grief van Mackay is dat schoolleiders te veel gericht zijn op de Onderwijsinspectie. ‘Veel scholen analyseren waar je op scoort in inspectielijsten. Ik ben heel blij dat Roelof Bisschop van de SGP probeert de Inspectie bij de leest te houden. Laten de directeuren die ruimte dan ook benutten! Dat schept ruimte om je met de echte dingen bezig te houden. We moeten, zonder arrogantie, zelfbewust zijn van wat we in huis hebben en niet bang zijn voor druk van buitenaf.’

Indalen
Op de vraag of zijn pleidooi een plek moet krijgen in de lerarenopleiding moet Mackay glimlachen. ‘Het is moeilijk om mijn eigen boek te gaan promoten. Het is hier op de pabo uitgedeeld aan docenten. Maar de zaak als zodanig moet op het niveau van het curriculum indalen. We kunnen nog een slag maken. In mijn eigen lessen probeer ik dat ook te doen. Anders zou ik ongeloofwaardig zijn.’

Mosterdzaadje
Bevlogen vertelt Mackay dat de verandering van onderaf moet komen. ‘Dat is een christelijk idee van invloed: het mosterdzaadje. De reformatorische scholenwereld staat op een kruispunt. We zullen duidelijk moeten zijn over het wezen van het onderwijs en het christelijke denken. De vonk moet erin, veel meer idealisme! Wat is een christelijke pedagogiek, wat is een christelijke levensbeschouwing? Daarover moet het gaan op onze scholen!’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2015

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Pleidooi voor een nieuw elan

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2015

De Reformatorische School | 52 Pagina's