Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met z’n drieën in groep 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met z’n drieën in groep 3

OUDERS OVER HET ONDERWIJS OP EEN KLEINE SCHOOL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al meer dan honderd jaar wordt er onderwijs gegeven op de Basisschool met de Bijbel in Diermen. Het leerlingenaantal is stabiel. De getallen: 28 leerlingen, 16 gezinnen en 2 groepen. Ouders Klazina Bloed en Ingrid Cozijnsen zijn lovend over de school. De kern van hun boodschap? ‘Houd onze school hoog!’

Cozijnsen: ‘We hebben een gezin van drie kinderen, de vierde is op komst. Onze oudste zit in groep 5. Hij zit in de bovenbouwgroep die bestaat uit groep 5 tot en met 8. Vanaf 1 februari gaan de kinderen uit groep 4 ook naar de bovenbouwgroep. Onze tweede zoon zit in groep 3, zij zijn met z’n drieën. Hij zit in de onderbouwgroep die bestaat uit leerlingen van groep 1 tot en met 4.’ Cozijnsen heeft vooral vanwege de identiteit voor de school gekozen. ‘Daar staan we achter. Wat ook meespeelt, is een stukje uitstraling. De juffen dragen bijvoorbeeld een rok. Verder is het een school in de buurt en de groepen zijn niet zo groot. We konden naar Hoevelaken of naar deze school. Dit trok ons wel.’

Bloed: ‘We hebben een gezin van zes kinderen. Vier zijn er van school af, één zit in groep 5 en de jongste zit in groep 1. Groep 1 bestaat uit vier leerlingen. Toen onze oudste vier jaar was, konden we kiezen tussen een protestants-christelijke school in de buurt en deze school. Voor ons gaf de identiteit de doorslag. Er zitten op deze school ook kinderen die van huis uit weinig tot niets over de Bijbel horen. Zij komen nu toch in aanraking met het Evangelie. Juist daarom vind ik het belangrijk dat de Bijbelse boodschap eerlijk gebracht wordt.’

Verhuizen

Alle ouders kiezen bewust voor deze school. ‘Vroeger was het echt een buurtschool’, vertelt Bloed. ‘Nu is het breder geworden. Er wordt gekozen voor deze school vanwege identiteit of omdat het voor een leerling beter is om op een kleine school te zitten. Er is veel verbondenheid. Het meeleven met elkaar is groot.’ Als een kind verhuist, is de schok groot. Bloed: ‘Pas vertelde mijn zoon op zondag dat zijn vriendje naar een andere school zou gaan. Een ander vriendje stond op het punt om te verhuizen, dus er zouden twee vriendjes weg gaan. Ik was er gewoon ziek van! Maandag ging ik gelijk naar zijn moeder, toen bleek dat het gelukkig niet waar was.’

‘De juf ziet alles!’

Bloed heeft thuis een lijstje met voor- en nadelen van een kleine school gemaakt. ‘Ik vond het leuk om te zien dat de lijst met voordelen groter was dan die van nadelen.’ Bloed geeft aan dat de leerkrachten het kind goed in beeld hebben, doordat ze met twee juffen op een groep van vijftien tot achttien kinderen staan. ‘Er is altijd een leerkracht en een onderwijsassistente. Op een reguliere school staat er één leerkracht voor een groep van dertig. Verder kun je als ouder altijd terecht bij de leerkrachten. Als ik dingen noem, hebben zij dit ook al gezien.’ Cozijnsen: ‘Voor de kinderen is dit soms een nadeel: de juf ziet alles! Je kunt niet achter een ander gaan zitten om overgeslagen te worden voor een beurt.’ Er is veel tijd en aandacht voor kinderen die dit nodig hebben. Het is ook goed mogelijk om op een ander niveau te werken. Als een groep 8-leerling rekent op het niveau van groep 7, kan hij hier zo bij aanschuiven.

Vriendjes

Op sociaal-emotioneel gebied hebben kleine klassen voor- en nadelen. ‘Een voordeel vind ik dat de kinderen met iedereen leren spelen’, vertelt Bloed. ‘Ze leren ook om met een ander te spelen die ze anders misschien niet zouden kiezen. Ik let er wel een beetje op dat er niet te veel onderscheid is qua leeftijd. Het kan wel een nadeel zijn dat broertjes en zusjes bij elkaar zitten en dat ze niet zo veel keuze hebben in vriendjes. Als een kind echter goed in de groep valt, vormt dit geen probleem.’ Als kinderen voor het eerst naar school gaan, is een kleine klas een veilige plek. ‘De overgang van thuis naar school is niet zo groot’, vindt Cozijnsen. ‘Mijn dochter van 3 jaar komt al veel op school, als ik er ben voor activiteiten. Ze kent alle kinderen al. Er zijn in een kleine klas ook minder prikkels dan in een grote klas. En doordat er twee juffen zijn, is er altijd één die er de tijd voor kan nemen.’

Oudercommissie

Bloed zit namens de school in Diermen in het overkoepelende bestuur. Haar man zit in de oudercommissie en doet vooral de grote buitenklussen. Cozijnsen is penningmeester van de oudercommissie. Bloed: ‘Je hebt weinig ouders. De taken zijn veel en worden verdeeld over een beperkt aantal mensen. Vroeger deed je het echt met z’n allen. Dat is nu wel wat anders geworden. Je komt vaak bij dezelfde mensen terecht, maar ik vind het ook mooi om mijn inbreng in het bestuur te hebben vanuit identiteit. Door de jaren heen is het ook echt mijn school geworden. Je gaat ervoor.’ Cozijnsen: ‘Sinds ik in de oudercommissie zit, leer ik de andere ouders beter kennen. Dat is heel gezellig. Er komen wel veel op de oudercommissie aan. Je bent bij elke activiteit aanwezig. Daarnaast zijn er nog activiteiten vanuit de klas. En als je ‘nee’ zegt tegen het rijden voor een uitje, kan het niet doorgaan.’

Appelflappen

Beide ouders zijn lovend over het personeel. Dit kwam onder andere tot uiting op de dagen dat er op veel scholen gestaakt werd. Bloed: ‘Vanuit het bestuur deden we een oproep om aan het personeel te denken. Onze juffen staakten niet. De eerste keer heb ik voor alle juffen een cadeautje gekocht, in december heb ik appelflappen gebakken. We moeten onze juffen echt waarderen!’


‘Ouders zijn je ambassadeurs en dat is bij ons ook echt zo’

Jolanda Beijer-Gerritsen is directeur van de school in Steenenkamer en in Diermen.

‘Ik ben hier begonnen na de pabo: eerst als juf, toen als ib’er en sinds zes jaar als directeur. De school is echt de spil van de buurtschap. Je bent hier de juf van de school, niet de juf van de onder- of bovenbouw. Pas hebben we het als collega’s gehad over de vraag wat Putten zou missen als wij er niet zijn. Dan is het toch dat we goed onderwijs geven en oog hebben voor individuele leerlingen.

Er wordt weleens denigrerend over een kleine school gedaan, maar we hebben juist collega’s met een plus nodig. Doordat we een klein team zijn, zijn we sterk op elkaar betrokken. Twee jaar geleden is er een oud-leerling verongelukt die net een maand van school af was. De saamhorigheid binnen het team is daardoor nog groter geworden. Ook tussen ouders is er verbondenheid. Als er problemen zijn, staan er bij wijze van spreken drie ouders klaar met een pan eten. Ouders zijn positief over onze school. Ouders zijn je ambassadeurs en dat is bij ons ook echt zo. Ze hebben een sterke drive om de school in stand te houden.’


‘Het verbaasde me dat er op dat kleine stukje grondgebied van Putten zo veel basisscholen zijn’

René Hubregtse is een van de twee uitvoerend bestuurders van de schoolvereniging CNS Putten.

‘We hebben negen basisscholen. Elke school heeft een directeur, sommige directeuren hebben twee scholen. Toen ik ruim drie jaar geleden deze functie kreeg, verbaasde het me dat er op dat kleine stukje grondgebied van Putten zo veel basisscholen zijn. De scholen zijn relatief klein. In eerste instantie dacht ik: Hoe haal je het in je hoofd? Waarom doe je dit? Het antwoord was: “Omdat het altijd zo was, het is historisch gegroeid en we hebben geen reden om het op te geven.” Het kan ook, omdat we een toeslag ontvangen voor kleine scholen. En ik zie dat het werkt in de praktijk. De kleinschaligheid geeft een bepaalde rust en sfeer die goed is voor de kinderen. Er zijn nog steeds kinderen met een beperking die Putten uitgaan naar een speciale school. Qua sfeer kunnen wij rust, reinheid en regelmaat bieden. Je kunt deze kinderen niet zomaar invoegen in een groep, maar we zijn erover aan het nadenken.’

Hubregtse blijft wel kritisch. ‘Strikt genomen hoeven we deze kleine scholen niet in stand te houden, omdat er nog zo veel andere scholen zijn. Dat is anders dan in Groningen of Friesland, waar je de enige bent in een straal van dertig kilometer.’ In totaal heeft de schoolvereniging elfhonderd leerlingen en negen schoolgebouwen. ‘Elk schoolgebouw vraagt onderhoud. We kunnen dit nu goed opvangen, maar het is wel een aspect dat meespeelt. Als we de school zouden moeten renoveren, kan dit een keuzemoment zijn. Zolang het echter functioneert, kinderen ermee geholpen zijn, de betrokkenheid van ouders goed is en er voldoende instroom van kinderen is, moeten we het zo houden!’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Met z’n drieën in groep 3

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's