Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tulpen uit Dordt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tulpen uit Dordt

HET VERHAAL VAN DE DORDTSE LEERREGELS VOOR SCHOOL

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit jaar is het vierhonderd jaar geleden dat de Synode van Dordrecht bijeenkwam. De kerkvergadering leidt tot het wegsturen van de remonstranten. En er ontstaat een nieuw belijdenisgeschrift. In de Dordtse Leerregels belijdt de Synode de Bijbelse leer van onverdiende genade. Een prachtig bloeiende tulp.

Wat betekenen de Dordtse Leerregels voor scholen? Die vraag lijkt een open deur. Reformatorische en protestants-christelijke scholen verwijzen in hun grondslag immers naar de gereformeerde belijdenisgeschriften. Daar horen de Dordtse Leerregels ook bij. Op papier staat de relevantie ervan niet ter discussie. Het grondslagartikel waarin ze vermeld staan, moet statutair zelfs onveranderd blijven. Maar welke waarde hebben ze voor de schoolpraktijk? Welke docenten verbinden de inhoud van deze belijdenis met hun professionele handelen? Zou er echt iets veranderen als de Leerregels niet meer in de grondslag zouden staan? Wie deze laatste vraag bevestigend beantwoordt, moet duidelijk maken wat Dordt betekent voor het onderwijs vandaag. Een belijdenis is er immers niet voor de sier.

STRIJD

De Dordtse Leerregels zijn ontstaan uit een kerkelijke strijd. Heel anders dus dan de Heidelbergse Catechismus. Die is geschreven ten dienste van de godsdienstige opvoeding van kinderen en jongeren, in de kerk en op school. De Leerregels zijn ook anders dan de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Guido de Brès schrijft zijn belijdenis vooral als getuigenis en verweer naar buiten, tegenover de rooms-katholieke overheid. De aanleiding voor het opstellen van de Dordtse Leerregels is een binnenkerkelijke discussie. Die strijd is beslist tijdens de Synode van Dordrecht (1618-1619), toen de remonstranten de kerk zijn uitgezet. Het begon allemaal echter een decennium eerder, als de Leidse hoogleraren Arminius en Gomarus over de predestinatie laten disputeren. Het leidt tot een kerkelijke twist die de kerk uiteen dreigt te scheuren. Uitgerekend tijdens het Twaalfjarig Bestand, een adempauze in de Tachtigjarige Oorlog, komt de interne verdeeldheid van de jonge republiek aan het licht. Ze raakt zelfs de politiek: Johan van Oldenbarnevelt, raadspensionaris van de Staten Generaal, staat tegenover prins Maurits. Het land raakt op de rand van een burgeroorlog. Dat het conflict zo hoog oploopt en niet alleen een kerkelijke, maar ook een nationale twist wordt, komt op mensen van de 21e eeuw nogal vreemd over. Maar het ging blijkbaar ergens over. Vanuit historisch perspectief is daarom de vraag naar de relevantie van de Leerregels legitiem.

KERN

Er is echter ook een theologisch argument. Wie de Dordtse Leerregels leest, merkt meteen dat er belangrijke punten van de gereformeerde geloofsleer in het geding zijn. Het gaat om de leer van de uitverkiezing: welke mensen worden gered en wie niet? Het gaat om de herkomst van het geloof: komt het voort uit de menselijke vrije wil of is het een gave van de Heilige Geest? De vraag komt aan de orde hoe ver het verzoeningswerk van Christus zich uitstrekt: voor wie is Hij gestorven? De Leerregels spreken ook over de menselijke verdorvenheid, over de noodzaak van wedergeboorte en bekering. Ten slotte komt de vraag aan de orde hoe Gods kinderen het volhouden: de volharding van de heiligen is te danken aan Gods trouwe zorg. Daarmee belijdt Dordt de blijvende afhankelijkheid van Gods genade en staan de Leerregels in het hoopvolle perspectief dat de Heere nooit loslaat wat Zijn hand begon. Achter deze vragen gaat het om autonomie en verantwoordelijkheid aan de ene kant en genade en soevereiniteit aan de andere kant. En daarmee is de discussie in Dordt niet slechts die tussen Arminius en Gomarus, maar ook al eerder die tussen Erasmus en Luther, en nog eerder die tussen Pelagius en Augustinus. Die oude discussie is nog altijd actueel: draait het leven om de as van onze eigen wil, zij het met de hulp van God, of zijn we voor ons heil helemaal aangewezen op Gods genade?

SCHOLASTIEK

Vanuit historisch en theologisch perspectief is er reden genoeg om de Dordtse Leerregels uit de mottenballen te halen. Daarmee is echter nog niet gezegd dat wij dicht bij Dordt staan. De Leerregels stammen uit een andere tijd. De samenleving is in vier eeuwen ingrijpend veranderd. De Gereformeerde Kerk van destijds is versplinterd en gemarginaliseerd. De thema’s die destijds tot een kerkelijk en zelfs nationaal conflict leidden, zijn voor de doorsnee Nederlander vandaag volstrekt onbegrijpelijk. Dit geldt niet alleen voor mensen buiten de kerk. Hierbij komt dat de Dordtse Leerregels onmiskenbaar het stempel dragen van een scholastieke theologiebeoefening. Dit geldt overigens ook voor de theologie van Arminius en de zijnen. De scholastieke methode, met haar definities en nauwkeurige onderscheidingen, is kenmerkend voor de academische theologie van destijds. Voor de hedendaagse lezer vraagt dit op z’n minst doorzettingsvermogen. Dat de Dordtse Leerregels in de gereformeerde gezindte het minst bekend zijn, laat zien dat we ons niet zomaar in de buurt van Dordt bevinden. Al staan ze als kerkelijke belijdenis achterin het psalmboek en al behoren ze tot de grondslag van de school.

TULP

Nu is er tegen deze redenering wel iets in te brengen. De Leerregels vormen immers het ijkpunt voor orthodox geloof. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de Five Points of Calvinism, samengevat in het acroniem TULIP: Total depravity, Unconditional election, Limited atonement, Irresistible grace en Perseverance of the saints. Tulpen uit Dordt. Het probleem is echter dat TULIP gemakkelijk als een checklist gaat functioneren. Alsof een gereformeerde christen te herkennen is aan het onderschrijven van deze vijf principes: de menselijke verlorenheid, een onvoorwaardelijke uitverkiezing, verzoening waarin alleen Gods kinderen delen, onweerstaanbare genade en de volharding der heiligen. Onmiskenbaar gaat het hier om kernpunten uit de gereformeerde theologie. Punten die in Dordt op de synodetafel lagen. Wie de Leerregels echter alleen ziet als gereformeerd visitekaartje, raakt niet aan de intenties van de Dordtse vaderen. Orthodoxe checklistjes raken immers alleen het hoofd, en niet het hart. Zulke tulpen verleppen al snel.

RICHTSNOER

Het woord “leerregels” kan in dit verband op het verkeerde been zetten. Het klinkt nogal cognitief, terwijl het in Dordt om meer dan het hoofd gaat. Het hele leven is in het gezichtsveld. De discussie was meer dan een theologisch geschil over de uitverkiezing. Het gaat om de vraag of ons heil in onze eigen handen ligt, of dat het uit Gods hand tot ons komt. Niet voor niets spreekt de kerk in Dordt zich uit over wie door God uitverkoren zijn en wie Hij in hun zonde laat. Ze spreekt over het verzoeningswerk van Christus, over de menselijke verdorvenheid, over wedergeboorte en bekering. En het loopt uit op de volharding van de heiligen. Goed beschouwd gaat het over het hele leven. De vragen die in Dordt aan de orde zijn, raken het menselijke bestaan van de wieg tot het graf Of beter: van eeuwigheid tot eeuwigheid. Vanuit dat perspectief zijn de leerregels “canones”: ze vormen een regel, een richtsnoer. Wie ze leest, ontwaart er Gods werk in. Hoe Hij zondaren roept en trekt, terwijl Hij anderen in hun zonde laat. De belijdenis van Dordt staat in de toonsoort van de verwondering: ons heil hangt niet af van ons geloof, en evenmin van ons goede gedrag. Het hangt aan Gods soevereine welbehagen dat gestalte krijgt in het kruis van Christus.

NARRATIEF

Kort samengevat: Dordt is inderdaad een tulp, maar wel een bloeiende. De belijdenis raakt niet slechts het hoofd, maar evenzeer het hart en de handen. Dit blijkt vooral uit het feit dat ze het leven van Gods kinderen raakt van uitverkiezing tot volharding en verheerlijking. Wie de Leerregels ter hand neemt, moet de narratief van de belijdenis volgen. Van de menselijke ellende terug naar Gods eeuwige verkiezing. En van die verkiezing weer terug naar Golgotha: het verzoeningswerk van Christus. Zonder Christus is er geen redden aan, zo laten de Dordtse Leerregels zien. We redden het niet met ons goede gedrag, en evenmin met ons geloof. Daarvoor zit het bederf te diep. Zonder wedergeboorte komt er van bekering niets terecht. En op diezelfde Geest zijn we aangewezen als het gaat om de bewaring bij de verlossing. Wie zicht krijgt op de narratief, op het verhaal dat Dordt vertelt, kan over verkiezing en verwerping niet meer discussiëren. De Leerregels zijn veel meer dan een ijkpunt van orthodoxie. Ze zijn een heerlijk getuigenis om het heil buiten onszelf te zoeken. Bij de verkiezende God. Wie Hij is, wordt nergens meer zichtbaar dan bij het kruis: Hierin is de liefde van God geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren zou gaan, maar het eeuwige leven zal hebben (DL I,II). De tulp van Dordt staat bij het kruis van Christus. En deze tulp bloeit open waar het Evangelie van Christus klinkt: voor zondaren die zichzelf nooit kunnen verlossen uit hun verdorvenheid. En ze bloeit tot in eeuwigheid: want de Heere laat nooit los wat Zijn hand begon.

PRAKTIJK

Terug naar de schoolpraktijk. De belijdenis is te waardevol om haar op te sluiten in juridisch dichtgetimmerde statuten. Daar komt de Dordtse tulp niet tot bloei. Ze heeft een verhaal te vertellen. Ook voor de schoolpraktijk. Het verhaal van Dordt heeft alles te maken met kinderen en jongeren. En met docenten. Het richt zich niet alleen op het verstand, maar ook op de diepere lagen van wil en emotie. Zoals goed onderwijs zich niet slechts op het hoofd richt, maar ook op het hart en de handen. Op dit punt is het verhaal overigens wel spannend. Het remonstrantse gedachtengoed zit dichter bij onszelf dan Dordt: een optimistische, rationele mensvisie waarbij mensen met Gods hulp het goede doen als ze maar de juiste instructie krijgen. Dordt laat zien dat het allemaal veel chaotischer is. Ellendiger ook. Er huist van alles in onze wil, aan zonde en duistere praktijken. Het komt zomaar naar buiten, door onze emoties. Met zelfbeschikking redden we het niet; voor ons behoud zijn we volledig aangewezen op Gods soevereine genade. En dat is voor Dordt geen donkere wolk, maar juist licht in de duisternis.

Het verhaal van de Dordtse Leerregels maakt opvoeden en onderwijzen hoopvol. Het is geen onbegonnen werk; geen poging om er het beste van te maken. Persoonsvorming in christelijke zin rekent met zonde en gebrokenheid. Ze staat echter tegelijk in het teken dat God zondaren door Christus verlost en naar Zijn beeld vernieuwt. Dat mogen kinderen en jongeren op school horen. De vraag voor wie Jezus gestorven is, wordt door Dordt immers ruimhartig beantwoord. Zijn offer is van oneindige kracht en waardigheid, overvloedig genoegzaam tot verzoening van de zonden van de hele wereld (DL II, III). Echter wel met een persoonlijke spits, van bekering en geloof. Om dat geschenk wil God gebeden zijn. Over een bloeiende tulp gesproken.


BOEKJE OVER DORDT EN DE SCHOOLPRAKTIJK

Dr. Bram Kunz en drs. Henk Vermeulen schrijven in het kader van vierhonderd jaar Dordtse Leerregels een boekje over Dordt en de schoolpraktijk. Ze zijn hiervoor op zoek naar verbindingen die docenten leggen tussen de belijdenis en hun praktijk. Wie hier mooie of schurende voorbeelden heeft, kan deze doorgeven via a.j.kunz@driestar-educatief.nl.


BESPREKEN

Onderstaande vragen zijn bedoeld als handvatten om dit essay in groepsverband te bespreken.

- Welke passage uit de Dordtse Leerregels spreekt je het meeste aan?

- Probeer vanuit de Dordtse Leerregels verbindingen te leggen naar je roeping als christelijke leraar.

- De Dordtse Leerregels vertellen het verhaal van God die mensen redt, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Wat betekent deze benadering voor het lezen van deze belijdenis?


In deze rubriek iedere maand een opiniërende bijdrage van een kritische denker die betrokken is bij het onderwijs. Het artikel is bruikbaar voor bespreking in docenten- of managementteam. Deze maand: Dr. Bram Kunz


Bram Kunz is onderzoeker en docent godsdienst aan Driestar hogeschool.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Tulpen uit Dordt

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's