HET EUCHARISTISCH CONGRES.
Een nabetrachting.
Wat in de tweede helft der voorbijgegane Julimaand te Amsterdam geschiedde mag ook in ons blad niet onvermeld en onherdacht blijven.
Onder veel praal vertoon (lokhaas voor gevoelige en kunstzinnige zielen!) heeft Rome op onze vaderlandsche erve een week lang feestgevierd, weer een stap naderkomend aan haar naast voor de hand liggend doel: het drukken van een roomsch cachet op onze samenleving. Als volgende zet kan men verwachten het opeischen van den publieken weg voor haar processies, van welke zij tooverachtige mirakels verwacht. 't Is heel niet ondenkbaar, dat zij tijdens een rechtsch Ministerie haar wensch verkrijgt, want Rome heeft er den wind onder bij haar bondgenooten. En mochten deze het wellicht niet aandurven om haar ter wille te zijn of het niet willen doen omdat de herinnering aan hun voorgeslacht, aan het bloed der martelaren, nog niet ganschelijk bij hen is uitgewischt, geen nood! aan andere coalitie is geen onmogelijkheid er zijn er onder de linkschen nog wel, die, onverschillig voor alle religie en ter wille van een politiek fortuintje, alleszins bereid zijn haar de helpende hand te bieden. De hand te bieden aan Rome, dat op politiek terrein met alle winden draaien kan, zoo het haar doel maar bereikt: de overheersching van de lichamen en zielen der menschen.
Dat de vertooning te Amsterdam vlammende protesten en ernstige waarschuwingen heeft uitgelokt van de zijde van hen, die Gods Woord en Kerk liefhebben is begrijpelijk.
We willen eenige persstemmen beluisteren.
Ons zusterblad „De Wekker", dat, naar wij vermoeden, door velen onzer abonne's gelezen wordt, gaf, gelijk te verwachten was een helder geluid. Ook van andere mag dit getuigd. Zie hier eenige citaten.
In Dr. Locher's Kerkblaadje schreef G. N.: „ Rome heeft het Eucharistisch congres ten einde gebracht. De afgeloopen week mocht wel voor allen, die bij het Woord leven, een week zijn geweest van diepen ootmoed en stil gebed. Wij weten, dat heel deze Roomsche manifestatie in de hoofdstad van ons land erop gericht is om de z.g.n. bekeering van Nederland tot Rome's paus te bevorderen. Dat het zoo ver is kunnen komen! Ons land, uitgeleid en verlost van Rome's bijgeloof en priesterheerschappij eene protestandsche natie bij uitnemendheid, thans door Rome aangewezen als de plaats waar dat allervreeselijkste afgodische congres moest gehouden worden. En toch, niets gaat buiten de raad des Heeren om. Wij hebben het te zien als het oordeel des Heeren dat wis en zeker zich over onze natie gaat voltrekken. God gebruikt deze anti-christelijke macht om ons op de plaats te brengen waar hij ons hebben wil. O, dat er dan biddende handen opgeheven worden tot den God onzer vaderen, die rein is in Zijn spreken en rechtvaardig in zijn richters.... En zou nu al wat aan praal en schittering ten toon is gespreid, kunnen tot „bekeering" van Nederiand? Ja, maar een bekeering tot den Duivel. Ons volk, losgemaakt van het Woord, is een prooi maar te gemakkelijk voor Rome te grijpen.. Van daar dat het mogelijk werd in den tijd, dien wij thans beleven, een degelijk congres in Nederland te houden".
In het weekblad der Confestioneele Vereeniging sloeg C. A. L. het historieblad op en verhaald hoe ten tijde dat Amsterdam de Spaansche zijde verliet, op een zolderschuit in het Damrak al de Amsterdamsche geestelijken en vooral monniken bijeengepakt werden. „En toen zij daar allen bijeen waren, als haringen in den ton en bevende als een riet, toen werd de schuit in beweging gebracht. En onder luide hoera's werden ze de stad uitgevaren en gebracht naar een weiland buiten de stads-gerechtigheden.
Vanwaar ze zelf goed heenkomen konden zoeken. Geen haar van hun hoofd was gekrenkt. Maar wel was hun beduid: wij hebben u hier niet meer noodig.
Zoo was 't gegaan in 1578. Nu, in 1924, kwam het „Eucharistisch congres", of liever zooals de Roomschen het zelf eerlijk noemden: het feest van het eereherstel. Op een zolderschuit waren in 1578 de heeren de stad uitgevoerd. Daarna waren er wel weer Roomsche geestelijken in de stad gekomen, zelfs zeer, zeer vele. Maar nu zuiver als voorgangers van wie tot hun secte behoorden; niet meer (zooals voorheen) als dienstknechten van Christus' onderkoning te Rome.
Maar nu, in onze dagen, heeft de paus zijn kardinalen naar de Amstelstad gestuurd.
En ze hebben het Stadion gehuurd en aan de poort daarvan weer een gesneden beeld opgericht.
En onder den blooten hemel de Mis gevierd.
En redevoeringen gehouden bij menigte.
En de geheele stad voor een week in opschudding gebracht en gevuld met gele pauselijke kleuren en met roode kardinaalsmantels.
En ze hebben nog getreurd, officieel getreurd, dat ze met hun Roomschen winkel in het Stadion moesten blijven.
De geheele stad had die week een Roomsche kerk moeten worden!
Die ééne week? Neen, de heele stad moet aan de voeten. Niet van Onzen Heere Jezus Christus, maar van den paus van Rome.
Daar gaat het om; daarom alléén!
Nederland, het door wonderen bevrijde en met het zuivere Evangeliewoord gezegende Nederland, moet weer Roomsch worden."
En dan de vraag opwerpend: „Maar hoe is 't mogelijk, dat een Geuzenstad en een Geuzenvolk zoo diep vervallen?" geeft de schrijver de verklaring van dat feit uit de verlating van des Heeren Woord, waardoor ons Protestantsche volk al meer gelijken gaat op „een Simson, wien de haren werden afgesneden, wiens kracht verging en met wien de vijanden reeds durven spelen."
„Ja - zoo vervolgt hij - dat wijst ons op de oorzaak van de dingen, die wij nu moesten beleven. Maar tevens wijst het ons dan ook op den eenigen weg van herstel. Die weg is: dat volk en kerk en huisgezin en wijzelf met onze harten wederkeeren tot een dienen van den Heere naar Zijn Woord. Daartoe luisterend naar 's Heeren klacht in het 14e en 15e vers van den 81sten Psalm".
Slechts deze aanhaling nog uit „De Banier" uit de pen van Ds. K.: „Ik heb slechts één woord tot ons Protestantsch Nederland: Waakt en Bidt Het oordeel nadert."
Wij Protestanten hebben wind gezaaid, wij zullen storm oogsten.
Rome is onze vijand van de dagen onzer landsgeboorte af en het is niet veranderd.
Maar hoe lang dan zullen de Anti-Rev. en Chr. Hist. met Rome samengaan?
De coalitie heeft de kracht van ons Calvinistisch volk gebroken! De hoeken van onze beginselen afgevijld!
Ons volk wordt in slaap gesust! De volksconsciëntie verkracht, door de politieke leiders.
Men dommelt liefst in den droom voort!
Inderdaad, dit is niet te sterk gesproken.
Is de coalitie niet een vrucht van ongeloof, een leunen op den vleeschen arm?
ls het Israël van het Oosten coalitie zocht met Egypte om sterk te staan tegen Assyrië, berokkende het zich den ondergang.
Niet anders zal het ons volk „het Israel van het Westen" vergaan!
Tenzij het weerkeert tot der vaderen God.
Leiden, Ds. W. den Hengst
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 1924
De Saambinder | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 1924
De Saambinder | 4 Pagina's