Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE DOOPERSCHEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE DOOPERSCHEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Baptisten

Tot de dooperschen moeten ook gerekend worden de Baptisten, die met de oudere secten der Wederdoopers en der Mennonieten eenstemmig zijn wat betreft hun verwerping van den Kinderdoop, maar die hierin met genoemde secten verschillen dat zij aan volwassenen den Doop alleen bedienen bij wijze van onderdompeling. Om van den oorsprong der Baptisten iets te zeggen - historieschrijvers berichten, dat omstreeks 1550 Duitsche en Nederlandsche Wederdoopers in Engeland eenigen ingang gevonden hebben bij de Puriteinen en met name bij de Independenten. Engelsche godgeleerden bestreden de Doopersche propaganda in hunne geschriften, de Overheid echter liet de Wederdoopers vrijwel ongemoeid omdat zij zich als rustige burgers gedroegen, die in den geest van Meno Simons zich afkeerig betoonden van revolutionaire actie. De gezindheid der Regeering keerde zich echter, toen het aantal Doopsgezinden merkbaar toenam, tijdens koningin Elizabeth en Jacobus den eerste, tegen hen. Ook de Independenten deelden in de vijandschap der Overheid. Een deel der Doopsgezinden en der Independenten (Brownisten) zagen zich genoopt een goed heenkomen te zoeken in den vreemde. Zoo werden b.v. te Amsterdam aan het einde der 16de eeuw door uitgeweken Engelschen een Doopsgezinde en een Brownistengemeente gesticht; ook te Leiden en te Middelburg vormden Independenten eigen kerkformaties (die, evenals de eerstgenoemde, in ons land een kortstondig bestaan hebben gehad.) Te Amsterdam was in 1611 Ds. John. Smith de predikant der Engelsche Doopsgezinden. Deze leeraar, die eerst Episcopaal, daarna Brownist was geweest kwam thans tot de meening, dat verwerping van den Kinderdoop en het aanvaarden van den Doop der bejaarden ontoereikend was, want om naar Gods bedoeling een gedoopte te zijn, moest men (zoo oordeelde hij) dat Sacrament door onderdompeling hebben ontvangen. Dit was hem zelven echter nooit te beurt gevallen, en waar ergens zou hij een geroepen leeraar vinden, die, zelf gedompeld zijnde bevoegd kon worden geacht om hem nu den wettigen Doop toe te dienen ? Een moeilijk vraagstuk voor Ds. Smith ! Doch hij redde zich uit dit lastig geval door eenvoudig zich zelven te Doopen. Nu kon hij ook anderen dit Sacrament toedienen en weldra had hij een gemeente van gedompelden om zich heen verzameld.

De in Engeland achtergebleven Doopsgezinden schonken aan John. Smith hun bijval en begeerden ook voor zichzelven den Dompeldoop als noodzakelijk. Dusver onder de Independenten verscholen, scheidden zij zich nu van dezen af, stichtten in Londen een eigen gemeente en vaardigden één hunner, zekeren Richard Blont, af naar Amsterdam om daar den begeerden doop te ontvangen, waardoor hij, in Engeland weergekeerd, bevoegdheid bezat om anderen met den dompeldoop te begiftigen. Vooral toen de „dompelaars" ons land verlaten hadden en naar Engeland terugkeerden, won hun aanhang daar zichtbaar veld en werden vele Baptistengemeenten gesticht. Het bleek echter weldra, dal niet alle Baptisten ééns geestes waren: zij gingen uiteen als Universeele Baptisten, die een algemeene genade dreven, en Particuliere Baptisten, die beleden dat de genade bizonder is. Eerstgenoemde groep stelde een Remonstrantsche, de andere een Calvinistische geloofsbelijdenis op, in welke hunne verschillende beginselen helder aan het licht traden. Mannen als Joh. Bunyan, John. Milton, Abraham Booth, John. Philpot en Charles Spurgeon (die tot de Particuliere Baptisten behoorden) zijn bij de Gereformeerden in Nederland geen onbekende namen. Hoe scherp echter de Baptistische partijen ook tegenover elkander stonden, in hun verwerping van den Doop door besprenging, hetzij aan kinderen hetzij aan volwassenen toebediend, en in hun eisch van den dompeldoop, alleen aan wedergeborene volwassenen te bedienen, kwamen ze met elkaar overeen.

De Baptisten hebben al spoedig grooten Zendingsijver aan den dag gelegd. Vooral William Carey, hun eerste Zendeling, wordt nog steeds door hen met eere genoemd. Met geen minder gevolg heeft Roger William gearbeid, die in 1639 de eerste gemeente in Amerika stichtte, waar thans het aantal Baptisten meer dan 5½ millioen bedraagt.

Vooral in later tijden heeft het Baptisme zijn zendelingen en doopende boden naar Duitschland, Denemarken, Zweden, Nederland, Oost- en West-Indië en andere landen uitgezonden. Een tijdlang toch scheen het zich in sluimerenden toestand te bevinden, maar als de Evangelist Oncken in 1834 door een Amerik. Baptist in de Elbe bij Hamburg den dompeldoop heeft ontvangen, weet deze aan een krachtige verbreiding van het Baptisme in verschillende landen van Europa bevordelijk te zijn. In ons land doopte Köbner, een van Onckends discipelen, den Herv. predikant dr. J. E. Teisser, die om zijn verwerping van den kinderdoop, door het Provinciaal Kerkbestuur in 1844 was afgezet. In Mei 1845 ontving deze gewezen predikant van Gasselter-Nijeveen met 6 broeders en zusters in een kanaal bij het voornoemde dorp den doop door onderdompeling en daarmee heeft het Baptisme zijn intree in ons Vaderland gedaan, om hier kalm, zeer kalm zelfs zijn loop te vervolgen. In de veenkoloniën van Groningerland en Drente werden gemeenten gesticht; volgelingen van Ds. J. de Liefde sloten na zijn dood zich bij haar aan en arbeidden aan haar uitbreiding; ook in Groningen, Amsterdam, Haarlem, den Haag, Rotterdam en andere plaatsen meer verrezen kleine gemeenten, alle saam bijna 30 in getal, omvattende ongeveer 2300 leden. Van deze gemeenten hebben zich 25 tot een „Unie van gedoopte Christenen" aaneengesloten, die éénmaal 's jaars onder een Bestuur van 9 leden met een Algem. Secretaris vergaderen. Vroeger — eigenaardige trek van de Doopersche secten en richtingen ! — waren de Baptisten tegen opleiding hunner Voorgangers: men meende het te moeten verwachten van den onmiddellijken invloed des Heiligen Geestes en zag daarom met minachting op de studie neer en uitgestorven is dit wangevoelen misschien ook nu nog niet. Het Baptisten-Seminarie te Hamburg en Spurgeon's College te Londen doen echter vermoeden, dat beter inzicht de boventoon verkregen heeft.

Een volgend maal hopen wij bij de leer en sacramentsopvatting der Baptisten stil te staan.

Leiden

Ds. W. den Hengst

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1926

De Saambinder | 4 Pagina's

DE DOOPERSCHEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1926

De Saambinder | 4 Pagina's