Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hemelvaart.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hemelvaart.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen en een wolk nam Hem weg van hunne oogen. Hand. 1 : 9.

De hemelvaart van Christus, die wij thans weder gedenken mogen, is een rijke troostbron voor Gods volk. In Zijne hemelvaart heeft de Heere Jezus ons vleesch en bloed, de menschelijke natuur, ziel en lichaam in den hemel ingebracht. Hij heeft de hemelen geopend, opdat Adams zonen en dochteren ten hemel zullen worden ingenomen en eeuwig zijn voor den troon van God.
Door de zonde zijn de hemelen eeuwig toegesloten. De bezoldiging der zonde is de dood, die in alle eeuwigheid in zijne banden omsluit en in volle werking den mensch stort in het helsche vuur. Dien dood hebben ook Gods uitverkorenen zich onderworpen en hemel en aarde waren niet in staat om uit dit oordeel der zonde te verlossen. De hel is ons deel geworden. En ziet, met de hemelvaart van Christus wordt onze menschelijke natuur in den hemel ingebracht. Wie zal dit wonder verklaren? Maar neen, wat God in Zijn souverein welbehagen en eeuwige liefde voor de Zijnen wrocht, is niet te verklaren. Gods volk zal door het geloof van dit wonder iets leeren verstaan, en eenmaal eeuwig de vrucht er van ontvangen, doch dan zinkt dat volk ook in aanbidding en verwondering weg, en zal den lofzang zingen tot in aller eeuwen eeuwigheid, Gode de eere gevende, daarvan, dat hellewichten ten hemel worden opgenomen.
Door Zijn dood heeft de Heere Jezus Gods toorn gestild; in Zijne opstanding is Hij gerechtvaardigd van de zonde. Thans vaart Hij op, om de heerlijkheid te beërven, die Hij vóór de wereld had. De kloof, die door de zonde is geslagen, is hersteld voor al degenen, die Christus gegeven zijn van den Vader. Want die zijn in Hem begrepen. Voor hen allen en voor hen alleen gaf Hij zich in den dood. Zij zijn in Hem verheerlijkt en gezet in den hemel. Och, of het ons gegeven werd op dezen dag der herinnering van de majesteit-volle hemelvaart van Christus, Hem door het geloof te aanschouwen als Borg en Plaatsbekleeder, als Hoofd en Middelaar, ingaande in Zijne heerlijkheid. Wij zouden met den dichter zingen:

Ontsluit, ontsluit voor mijne schreden
De poorten der gerechtigheid;
Door deze zal ik binnentreden
En loven 's Heeren heerlijkheid.

De Heere heeft Zijne discipelen uitgeleid tot aan Bethanië. Daar, van den Olijfberg vaart Hij op ten hemel. Aan den voet des bergs ligt het land, waar eens Gods eigen en natuurlijke Zoon, Die het geen roof geacht heeft Gode den Vader evengelijk te zijn, ons vleesch en bloed aannam. Dat land heeft Hij doorwandeld, als ware Hij een mensch gelijk allen, waarvoor de Joden Hem dan ook aanzagen. Predikende in de synagogen en genezende de kranken, die tot Hem gebracht werden, bewees Hij in dat land Zich te zijn een Profeet, krachtig in woorden en in werken. De Koning Israëls, Die op den troon van David zitten zoude, eeuwiglijk. Maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Zij wierpen Hem uit, volbrengende den raad Gods, naar welken Hij Zich geven moest tot in den dood, ja tot in den dood des kruises. Aan den voet van den berg waar Christus ten hemel vaart, ligt Gethsemané, de hof der smarten, waarin de Zone Gods in onze menschelijke natuur kroop in het stof en waar Zijn zweet werd als groote droppelen bloeds, vanwege den oneindigen toorn Gods, die op Zijn volk rustte en voor hen op Hem nederdaalde.
Jeruzalem in de nabijheid sloot Hem als een onheilige buiten hare poorten. Want op Hem zijn de ongerechtigheden Zijns volks gelegd. Hij is zonde gemaakt voor hen. Hij werd vernederd, gesmaad, gevloekt, gedood.
Maar nu! De strijd is volstreden. De eeuwige overwinning op satan en zonde en dood en hel is bevochten. Gods deugden zijn in eere hersteld. Hij, Die als een lam ter slachting is geleid, heeft als de Leeuw uit Juda's stam overwonnen en Hij vaart thans triumpheerend ten hemel op. Hij Zelf heeft het gezegd: „Ik ben van den Vader uitgegaan en in de wereld gekomen; wederom verlaat ik de wereld en ga heen tpt den Vader".
Als Profeet leerde Hij Zijn elven tot de laatste oogenblikken toe, van het Koninkrijk Gods, als Priester heft Hij zegenend de handen op over de jongeren; en als Koning treedt Hij overwinnend de heerlijkheid in. De hemelen moeten Hem ontvangen. En zij ontvangen Hem met gejuich.

Verhoogt, o poorten, nu den boog;
Rijst, eeuw'ge deuren, rijst omhoog
Opdat g' uw Koning moogt ontvangen.

Geen helsche machten, geen boosheden in de lucht zullen Hem tegenstaan. Zij zijn heengevlucht. En de hemelsche heirscharen begroeten Hem met gejuich; ja, de lof van de verlosten vervult alle hemelzalen nu zij hun Immanuël en Verlosser zien inkomen in Zijn volle majesteit. God vaart op met gejuich; de Heere met geklank der bazuin. O, volk van God, dat nog op aarde toeft, aanschouw uw Koning. Alle gij treurenden en verslagenen om uw zonden en ongerechtigheden, voor wie de hemelen gesloten zijn, ziet Hem, Die voor gansch ellendige en verloren zondaren tot Zijn Vader ingaat en aan Diens rechterhand plaats neemt. De hemelen zijn geopend in Hem. Want in Hem is de verzoening van alle zonden en de reiniging van alle ongerechtigheden. Komt alle gij dorstigen tot de wateren en drinkt om niet uit deze Levensbron. Het worde u gegeven uit uw banden verlost te worden en aan de voeten van den Hemelkoning in het stof te buigen. Wat aanvallen satan op uw ziele doet, er is geen nood. De slang is de kop vermorzeld. Den sterk gewapende is de vang ontnomen. Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkoornen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt, wie is het die verdoemt? Och, dat de kracht van Christus in Zijn volk de banden brak van een scheldenden satan en een vloekende wet; dat op dezen dag gebondenen werd gegeven opening der gevangenis en den gevangenen vrijheid werd uitgeroepen, want het is het jaar van het welbehagen des Heeren en de dag der wrake onzes Gods; om alle treurigen te troosten. In dien verheven Immanuël is niet alleen Gods toorn gestild, maar o, wonder van genade, des Vaders liefdehart is in Hem toegankelijk voor de Zijnen. In Gods zalige gemeenschap is het volk hersteld. Dat is het groote Gods-geheim voor des Heeren gunstgenooten. Zij zijn ingebracht in de gemeenschap van God-Drieëenig. Hunner is de aanneming tot kinderen. Dat toch Gods volk niet van verre staan bleef. Heft uwe hoofden op en treedt hier toe! Ik zal hun, zegt God, tot een Vader zijn en zij zullen Mij tot zonen en dochteren zijn. Dat Sions berg weergalme van vreugd. De koning der eere is ingegaan in het heiligdom en Zijn volk in Hem.
De discipelen zagen het.
Hij werd opgenomen, daar zij het zagen'', zegt Lucas.
Verborgen voor aller menschen oog was de uittrede van Christus uit het graf. Niet alzoo Zijn hemelvaart. Voor de oogen Zijner jongeren wordt Hij opgenomen, hen verzekerend van Zijne heerlijkheid. Hij, Die is nedergedaald, vaart nu op, verre boven alle hemelen. Die hemelvaart is geschied waarlijk, zichtbaar en plaatselijk. Van den Olijfberg voer Christus op naar den derden hemel. Daar, waar Gods troon is, en der heiligen eeuwige woning is bestemd, nam Hij plaats aan de rechterhand Zijns Vaders. Daar heerscht Hij als Koning. Zijn vijanden zal Hij Zich onderwerpen. Vreeze en verschrikking grijpe hen aan. Een ieder, die nog leeft, gelijk hij geboren is, is de hemelvaart van Christus de aankondiging van zijn eeuwigen ondergang. Het oordeel wacht ons. Hij zal Zijne wederpartijders vertreden. En onder de wederpartijders behooren wij allen van nature. De openbare goddeloozen, maar ook de belijders van de waarheid. Geen voor het oordeel van den mensch onberispelijk leven; geen toegenegen en met indrukken bewogen gemoed kan ons redden van den dood. Wij moeten wedergeboren worden, zal het wel met ons zijn. Onbekeerde van hart, mocht het u gegeven worden voor den ten hemel gevaren Koning te buigen. „Kus den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden." Dat wij Hem te voet vallen en Hem zoeken om geholpen te worden ter bekwamer tijd. Wij zijn vijanden er van om uit genade gezaligd te worden, omdat wij weigeren schuldenaren te worden en onzen verloren staat voor God te erkennen. De Heere mocht onze oogen openen, opdat wij de zaligheid zouden zoeken in Hem, Die is vernederd tot den dood en daarna gekroond met eer en heerlijkheid.
De discipelen mochten Hem blijmoedig nastaren. Hun oogen waren opwaarts gericht naar den hemel. Daar is hun plaats bereid en met hen al Gods volk. Hier is het land hunner vreemdelingschappen. Zij betoonen, dat zij een ander vaderland zoeken. Hier zijn hun Gethsemané's, hun Golgotha's, hun kruis- en drukwegen. Maar die zullen eindigen, als zij de loopbaan voleindigd hebben. Zou dat volk de oogen niet naar den hemel slaan? Te veel is hun hart met de wereld bezet; te laag leeft dikwerf dat volk van God. Maar zoodra iets van de heerlijkheid van Christus voor hun oog ontsloten wordt, zinkt geheel de wereld in het niet en heft het de oogen op naar den hemel, waar Christus is, ter rechterhand Gods. Zelf heeft de Heere Jezus verlangd naar den dag Zijner verheerlijking, zeggende: „Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij Mijne heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondlegging der wereld." En waar Christus het Hoofd door dit verlangen werd vervuld, zou dan Gods volk niet met heilig verlangen bezield worden naar den dag der heerlijkheid? Heft uwe oogen op naar den hemel en zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is.
En toch heeft de Heere Jezus ook gesproken: „Ik bid niet, dat Gij ze wegneemt uit de wereld." Hier zal Gods kerk blijven tot den laatsten dag. Door de bangste wereldweeën heen voert haar weg, door onophoudelijken strijd en kommer, druk en tegenheen en smart. De Heere laat haar echter niet alleen. Niet alleen wil Hij als de verheerlijkte Immanuël Zich aan haar openbaren, doch Hij liet de vertroosting na, dat Hij zal wederkomen, eens op de wolken, gelijk Hij is heengegaan. Een wolk nam Hem weg van der jongeren oogen. Het was hun genoeg, dat zij Hem hadden zien opvaren, waar Hij tevoren was. De gemeenschap met Christus is niet door aanschouwen maar door het geloof, tot eens geloof in aanschouwen zal verwisseld worden.
Die dag der heerlijkheid komt; ja hij komt eens naar ziel en lichaam beide, als Christus hun Heere wederkomen zal op de wolken, gelijk Hij is opgevaren. Och, dat Gods kinderen in die verwachting vertroost werden in hun wandelingen door dit Mesech. De heerlijkheid, die hun bereid is, overtreft verre al wat hier hun verdriet. Want zij zullen eens Christus gelijk zijn en zij zullen Hem zien, gelijk Hij is. Vertroost dan elkander met deze woorden: „Dan zullen wij altijd bij den Heere zijn."

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 mei 1931

De Saambinder | 4 Pagina's

Hemelvaart.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 mei 1931

De Saambinder | 4 Pagina's