WILLEM VAN ORANJE
Onze vaders in Egypte hebben niet gelet op uwe wonderen, zij zijn aan de menigte uwer goedertierenheden niet gedachtig geweest; maar zij waren wederspannig aan de zee, bij de Schelfzee. Psalm 106 : 7.
Het betaamt ons, ook te midden van de oordeelen en gerichten Gods die op de aarde zijn, de grootheid van Gods goedertierenheid te gedenken, die Hij ons van oude tijden af bewezen heeft. Over Israël klaagde de Psalmist (106 : 7), Onze vaders in Egypte hebben niet gelet op Uwe wonderen; zij zijn aan de menigte Uwer goedertierenheden niet gedachtig geweest; maar zij waren wederspannig aan de zee, bij de Schelfzee. Die klacht moeten wij helaas! maar al te zeer tot de onze maken.
Nederland is een tweede Israël. Niet daarin, dat het met 't oude bondvolk gelijk te stellen is, doch bij vergelijking. De Heere verloste deze gewesten van Spanje's heerschappij maar ook van Rome's tyrannie. In menig ander land werd de Reformatie onderdrukt, hoewel ook daar duizenden hun bloed er voor geofferd hebben. Spanje, België, Italië, Frankrijk, bleven Roomsche landen. Nederland echter maakte de Heere eenmaal vrij. Zouden wij Gods daden niet gedenken? Hoe schandelijk hebben wij die vergeten. Wij hebben er niet op gelet. Wij hebben ons land aan Rome en aan de revolutionairen verkocht, en dat onder Christelijke leuzen! Deze dagen roepen om wraak! Het versmade bloed der godvruchtige vaderen roept. Zelfs de kerken zet men voor de dienaren van Rome's afgodendienst open. Met weemoed gedenken wij der vaderen strijd, waarin Willem van Oranje aan het hoofd werd geplaatst, die Willem die eens sprak: Ik heb met den Heere der Heeren en den Potentaat der Potentaten een vast verbond gemaakt. In enkele trekken slechts wensch ik u bij het leven en sterven van den Vader des Vaderlands te bepalen. Niet om den mensch te verheerlijken, doch om wat de Heere door Oranje's eersten Willem heeft verricht. Alle schepsel valt toch ten eenenmale weg voor de glorie van Gods naam en werken. Tot onze leering en verootmoediging moge onze overdenking leiden.
Vier eeuwen zijn thans .heengegaan sinds Willem van Oranje te Dillenburg het levenslicht aanschouwde.
Zijn ouders, Willem van Nassau en Juliana van Stolberg, hebben zich door Gods genade mogen afkeeren van den Roomschen afgodendienst. De gruwelijke aflaathandel heeft ook hun oogen voor Rome's verderf en voor het levende en eeuwigblijvend Woord Gods geopend. Sinds dien heeft Willem van Nassau de mis afgeschaft en dienaren van het waarachtig Evangelie aangesteld. Openlijk hebben de ouders van Prins Willem daarmede voor de hervorming gekozen, niettegenstaande de bedreigingen des Keizers.
Naar het voorbeeld der godvruchtige koningen David en Josia, zuiverde Willem den Ouden, (zoo de vader van den Prins genaamd wordt), de kerk en zijn land van afgoden. Doof voor de bedreigingen des Keizers, achtte hij alle dingen schade en drek te zijn Om de uitnemendheid van Christus.
Niet minder dan des Prinsen vader, wandelde zijn moeder in de vreeze des Heeren. Vooral ook de brieven van Juliana van Stolberg geven daarvan getuigenis. Aan haar zaad is de belofte des Heeren bevestigd: „En doe barmhartigheid aan duizenden, dergenen, die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden".
Door huwelijk verkregan de nazaten van Nassau uitgestrekte Nederlandsche bezittingen, o.a. Breda.
Nevens het huis van Nassau bestond
het Prinsdom van Oranje.
Dit Prinsdom werd in de 16e eeuw gevoegd bij het Nederlandsche Nassau, dat daardoor tot groote macht kwam.
Onze Willem van Nassauen toch werd op 11-jarigen leeftijd erfgenaam van den kinderloos gestorven René (1541). De kleine Willem werd dientengevolge Prins van Oranje en kwam in het bezit van grooten rijkdom. Deze erfenis bracht echter groote bezwaren mede.
De Keizer toch wilde onder geen andere voorwaarde goedkeuring ontleenen aan het testament van René van Oranje, dan dat de jonge Willem aan zijn hof werd opgevoed. En het hof van Karel V was fanatiek Roomsch. Sinds 1547, werden de Protestantsche vorsten met kracht onderdrukt.
Aan dit Keizerlijke hof opgevoed, werd Willem van Oranje Roomsch. Hij leefde midden in de wereld en smaakte hare vreugde met volle teugen. Gehuwd met de rijke Anna van Buren had hij een schitterende hofhouding.
Des Heeren oog echter bleef op den Prins gevestigd. Het sluw optreden van Filips II die een verbond sloot met den Franschen koning om alle Hervormden uit te roeien, stuitte den Prins tegen de borst, gelijk ook het vertrappen van de rechten en vrijheden des volks. En Willem stond niet alleen. De edelen dezer gewesten sloten in 1566 een verbond. Dit optreden der edelen werkte zeer bemoedigend voor het gemeene volk. Het legde zijn vreeze af. Bij duizenden trok men ten hagepreek. Men wapende zich ter bescherming van gezin en goed en leven. Gods Woord droeg rijke vrucht De afgoden van Rome moede, vernielde het volk de beelden in de kerken, gelijk eens Hiskia de koperen slang vernietigde en Paulus de boeken verbrandde te Athene.
Aanvankelijk weifelde de Prins de zijde van het Calvinistische volk te kiezen. Hij wilde van Calvijn en diens strakke leer nog niet weten. Zijn poging om ter wille van de Duitsche vorsten de Calvinisten te winnen voor de Augsburgsche Confessie, mislukte. Neen de geuzen wilden niet Luthersch worden. Daarvoor had de rechte verkondiging der souvereine leer te diep reeds wortel geschoten.
Met hand en tand zou men de ware religie verdedigen.
Dat bleek wel zonneklaar uit het besluit der kerkvergadering in 1566 te Gent gehouden om 3 millioen goudguldens bijeen te brengen, en de Synode te Antwerpen bestemde deze gelden voor het verwerven van een leger. Het bevel daarover bood men Prins Willem aan. Deze echter weigerde. Ja hij kon het aanzien dat het leger onder Brederode in het gevecht van Antwerpen werd in de pan gehakt. Geen hand stak hij uit ter verlossing. Was het wonder dat de Hervormden hier te lande ontmoedigd werden? Het scheen met de Reformatie een einde te nemen. Velen verlieten het land.
Onder hen behoorde ook de Prins. Zelf zou hij ervaren wat het verlies van goed en erve en kinderen beteekent, om gedrongen door den nood, de rechten van het volk te verdedigen.
De opstand tegen Spanje's dwinglandij en Rome's hiërarchie was een wettige opstand; een door God geleide strijd voor waarheid, recht en vrijheid. De roemruchtige 80-jarige oorlog is rijk aan Gods zegeningen over ons land en vol van getuigenissen, dat de Heere Willem van Oranje heeft gemaakt
De Vader des Vaderlands.
Een menschelijker wijze gesproken onmogelijke strijd hebben deze gewesten tegen het rijke en groote Spanje aangegaan. Meermalen stond de zaak hopeloos. Gedurende de j aren 1569—1572 scheen de kamp wel verloren. Het land was aan Alva's afpersingen en vervolgingen overgegeven. Brandstapels en schavotten, dronken het bloed van duizenden. Belasting na belasting werd het volk opgelegd. En toch, de strijd werd niet opgegeven. De Watergeuzen, waaronder zich ook edelen bevonden, bestookten den vijand en namen onder de bijzondere besturing des Heeren 1 April 1572 Den Briel. Vlissingen en Enkhuizen schudden eveneens het Spaansche juk af. Leiden werd ontzet. Als Sanherib van Jeruzalem zijn de Spanjaarden bij nacht van Leiden gevloden. De kansen keerden.
Prins Willem kwam in de Nederlanden terug met 14000 voetvolk en 6000 ruiters.
De afkeer van Rome werd steeds grooter. De Parijsche bloedbruiloft deed zien hoe onbetrouwbaar Rome is; 24000 omgebracht; verraderlijk. In Holland, Zeeland, kan de uitoefening der Geref. Religie niet langer geweerd; straks (1576) gold ze als de eenige toegestane godsdienst. Beide provinciën sloten zich in het onvergetelijk jaar 1572 aaneen. Voort ging het.
1579. De Unie van Utrecht werd gesloten.
Zij verving voor deze Noordelijke gewesten de Passificatie van Gent en vestigde de Noordelijke gewesten nauwer aaneen. Geen pogingen gelukten den vijand. De Prins verkocht met zijn broer zilver en meubelen; de predikantenten collecteerden, hoewel vele rijken zich terugtrokken, steeds weer bemoedigde de Heere onzen Willem.
Daarentegen wies de vijandschap van Rome. In 1580 werden 25000 kronen op zijn hoofd gezet. Den moordenaar werd bovendien kwijtschelding van alle misdaden toegezegd en verheffing in den adelstand.
O, hoort het, zonen der Reformatie! Dat was het werk van Rome, dat nu, zonder ooit zijn daden te hebben teruggeroepen, ook Prins Willem herdenken gaat.
De Prins antwoordde op den vloekban in zijn Apologie in Dec. 1580. De Staten kozen meer en meer zijn zijde.
In Juli 1581 werd de landvorst vervallen verklaard. De Staten verwierpen hem o.m. wijl hij was „gezworen vijand van de ware religie en van Gods Woord en het bestuur des lands alleen wilde op voorwaarde het rijk van Jezus Christus te kunnen uitroeien".
Men trok met dit besluit den Jordaan over, en onder aanvoering van den Prins van Oranje van stap tot stap ter vermeestering van geheel het land.
Door diepe wegen is de Prins tot bekeering gebracht. Rome ontvoerde zijn oudste zoon naar Italië. Zijn bezettingen verloor Oranje door .het verwoed optreden van Filips II. Anna van Saksen, met wie hij na den dood zijner eerste Gemalin huwde, werd hem ontrouw. Smart op smart trof hem. Gelijk eens Manasse in de gevangenis, zoo moest Willem van Oranje in diepe vernedering kennen dat de Heere God is. In 1573 sloot hij zich bij de Gereformeerden openlijk aan.
Toch bleef Willem voor alles Staatsman. Hij had er nu eenmaal alles op gezet de Zeventien Gewesten bijeen te houden. Daartoe wilde hij voor Rome vrijheid behouden; daarom was hij eerst de Unie van Utrecht niet gezind. Ook zocht hij aansluiting bij Frankrijk en deed hij tot smart van vele godvruchtigen den hertog van Anjou naar deze Gewesten komen. Hoe bedrogen is Oranje uitgekomen. Velen roemen in dezen tijd den verkeerden weg dien de Prins bewandelde en willen hun verzwagering aan Rome er mede goed praten. Maar de historie heeft niet den Prins doch wel Datheen en de strenge Gereformeerden in het gelijk gesteld. Die Gereformeerden konden niet vergeten het verraad van Rome en den Parijschen bloedbruiloft op duizenden Hugenoten gepleegd. Zij vonden in 's Prinsen broeder Graaf Jan van Nassau hun verdediger. Deze stoere Calvinist wilde van een vermenging met Rome niet weten, gelijk de Nederlandsche Belijdenis eischt, zoo begeerden de echte Calvinisten de verdediging van de ware religie en het mainteneeren van de kerke Christi. Het vreeselijk verraad van den door en door onbetrouwbaren Hertog van Anjou deed hun recht wedervaren in den droeven strijd dien zij met den Prins moesten voeren.
Het betreurenswaardige optreden van den Prins ter bescherming van Rome heeft hem veel bitter leed gebaard. Het verhindert ons echter niet te erkenen de groote gaven die God hem schonk en de uitnemende liefde die hij ons volk toedroeg waardoor hij zichzelf met al wat hij had feil stelde voor het welzijn der Republiek.
In 1582 werd op den Prins den aanslag gesmeed. Hij mocht echter van de bekomen verwondingen herstellen. Twee jaren later echter het was 10 Juli 1584, viel hij door het moordend lood der Jezuïeten. Balthazar Gerards loste het verraderlijk schot, dat onzen Willem het leven kostte.
Getuigden zijn brieven in den bangsten nood van een ootmoedige onderwerping aan Gods slaande hand en van een kinderlijk vertrouwen, dat de Heere Zijn Kerk behouden zou, de laatste woorden van den Prins dienen in het geheugen van jong en oud te worden ingeprent van geslacht .tot geslacht. De Prins stierf met de bede op de lippen: „Heere God, wees mijn ziel en dit arme volk genadig"
De bede van den stervenden Willem van Oranje moge de Heere verhooren.
Hij brenge ons Vorstenhuis en volk tot Hem weder. Hij zij ons genadig en geve ons aan onszelf niet over. Leide de herdenking van den Vader des Vanderlands ons samen tot erkenning van onze schuld en zonden. De Heere make Zich heerlijk onder ons en geve voor Zijn Woord te buigen, opdat er eer in onze landen wone. Hij spare het doorluchtig Huis en gebruike het tot heil van ons dierbaar Vaderland.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1933
De Saambinder | 4 Pagina's