Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandsche Belijdenisschriften

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandsche Belijdenisschriften

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

B.
De Nederlandsche Geloofsbelijdenis.
DE INHOUD DIER BELIJDENIS.
Zijn de Sacramenten teekenen en zegelen van Gods Genadeverbond en toebetrouwd aan de uitdeelers der verborgenheden Gods, daar behoeft het nauwelijks te worden gezegd, dat het H. Avondmaal in de openbare samenkomsten der Gemeente moet worden gehouden. Het is eene geringachting en versmading van het H. Avondmaal als eene Instelling van Christus (zie v. Mastricht, 4e d., blz. 638) waar het aan ambtelooze personen zou worden toebetrouwd of buiten de openbare samenkomst des volks zou worden gevierd. Laten de Remonstranten zich hieraan schuldig maken en den heilloozen weg der Socinianen bewandelen, onze belijdenis grondt zich op de Heilige Schrift, dat naar Paulus' woord: „alle dingen eerlijk en met orde moeten geschieden", en zegt dan ook: wij ontvangen het H. Sacrament in de verzamelingen des volks Gods, dat is de openbare samenkomst der gemeente Gods, die in 't openbaar tezamen komt zoowel om Gods Woord te hooren als ook om de Sacramenten te gebruiken.
En hoe behoort dit H. Sacrament door Gods Kerk te worden ontvangen? „Met ootmoedigheid en eerbiedinge, zegt de belijdenis, onder ons houdende eene heilige gedachtenis des doods van Christus, onzes Zaligmakers met dankzegging, en doen aldaar belijdenis onzes geloofs en der Christelijke Religie".
Met ootmoedigheid en eerbiedinge. Zijt met de ootmoedigheid bekleed, zegt de Apostel. Zij is eene zuivere vrucht van het werk des H. Geestes in het binnenste. Zij doet niet stout in de hoogte opklimmen. Neen, ware ootmoed legt ons neer in het stof. Naar waarheid wordt gezegd: de ware ootmoedige is de aangenaamste vriend van Christus. Ootmoed gaat dan ook gepaard met eerbied. Helaas, waar is de ootmoed en de eerbied voor God en Zijn Woord en Instellingen in deze dagen van diep verval. Hoe is de heerlijkheid des Heeren van onze erve geweken. In plaats van ootmoed, is er opgeblazenheid en in plaats van eerbied en heilig ontzag, verachting en versmading of een droef gering achten van het Heilige. Behoore de gansche dienst van God niet met ootmoed en eerbied beoefend te worden, waar God geheiligd wil worden van degenen, die tot Hem naderen. En zou dan ootmoed en eerbied niet het betamelijke en gepaste Avondmaalskleed zijn om eene heilige gedachtenis te vieren des doods van Christus, van het lijden en sterven van den gezegenden Immanuël. Onze eerste Reformatoren hebben alle nadruk daarop gelegd, opdat het Heilige niet zou worden ontheiligd.
Tot welk een geluk en onuitsprekelijk voorrecht worden Gods kinderen, arme zondaren in zichzelf, verwaardigd, om een gast en tafelgenoot te mogen zijn van Christus, de eenige Middelaar Gods en der menschen, om met Zijn vleesch gespijsd en met Zijn bloed te worden gelaafd. Wie kan het verstaan de diepe nederdaling Christi om met Zijn volk gemeenzaam te verkeeren. Wie kan het verstaan de hooge eer aan nietige, schuldige schepselen vergund. Waarlijk, niet diep genoeg kan Gods volk buigen in het stof en niet genoeg met ootmoedigheid versierd en met eerbiedinge vervuld zijn om gedachtenis te vieren van den dood van Christus met dankzegging, doende aldaar belijdenis des geloofs en der Christelijke Religie. Neen, niet maar een soort plichtmatige, vormelijke belijdenis wordt bedoeld. Onze vaderen wisten beter. Door het levende geloof leefden zij uit het verbond der genade, waarvan Christus het Begin en het Einde is. Zij waren gesteld op hartewerk en drongen aan op beoefening van hetgeen de Apostel schrijft, 2 Cor. 13 : 5a: „Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven". Niet gescheiden mag worden wat dezelfde Apostel elders zegt: „Met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid, en met den mond belijdt men ter zaligheid". Hoe geheel anders zou het met de kerk in ons Vaderland gesteld zijn, indien men beoefende in de practijk met onze eerste Reformatoren, dat hartewerk alleen voor God geldende is en Hem behaagt. Dan zou betracht worden wat de belijdenis zegt, dat men zich tot het deelnemen aan het H. Avondmaal tevoren recht beproeve.
Daarom, zoo gaat de belijdenis voort, behoort zich niemand daartoe te begeven, zonder zichzelven eerst wel beproefd te hebben; opdat hij, etende van dit brood en drinkende uit dezen drinkbeker, niet ete en drinke zichzelven het oordeel.
Op zelfbeproeving valt de nadruk. Dat is naar de Schrift. Hoort den Apostel 1 Cor. 11 : 28: „Maar de mensch beproeve zichzelven, en ete alzóó van het brood en drinke van den drinkbeker". Helaas, hoe trouweloos wordt gehandeld met het Heilige. Hoe den toegang tot het Avondmaal opengesteld op uiterlijke belijdenis alsof dit genoeg ware. Hoe soms geleeraard, dat, bijaldien ge geen gemeenschap hebt en niet openbaarlijk schuldig zijt aan de zonden, in het Formulier des H. Avondmaals genoemd, zooals alle afgodendienaars, allen die verstorven heiligen, engelen of andere schepselen aanroepen, enz., dat ge dan een rechthebbende, een waardig dischgenoot zijt aan het H. Avondmaal. Het is waar, allen die zich van die genoemde ergerlijke zonden niet besmet weten, (en door belijdenis lid der kerk zijn), hebben een kerkelijk recht en mogen niet geweerd worden. Maar is dat genoeg? Heeft men niet een Goddelijk recht noodig en waarom dan ook de zelfbeproeving van noode is. Die leeraren gelijk hierboven genoemd, verkeeren het verbond der genade in een verbond der werken en stellen de menschen heimelijk gerust op een deugdzaam en plichtmatig leven. Maar dit doende, eet en drinkt men zichzelven een oordeel.
Zelfbeproeving is noodzakelijk. Niemand mag zich daaraan onttrekken. Het is beproeving van onszelf en niet van anderen. En waarin de waarachtige beproeving van onszelven bestaat, wordt in het Formulier des H. A. zoo duidelijk geleerd, en onze Heidelb. Catechismus antwoordt op de vraag: voor wie is het Avondmaal des Heeren ingesteld? Voor degenen, die zichzelven vanwege hunne zonden mishagen en nochtans vertrouwen, dat deze hun om Christus' wille vergeven zijn, en dat ook de overblijvende zwakheid met Zijn lijden en sterven bedekt is; die ook begeeren, hoe langer hoe meer hun geloof te sterken en hun leven te beteren.
Altijd leggen onze vaderen nadruk op de zaligmakende kennis, de ware geloofskennis der drie stukken, noodig te weten om welgetroost te leven en eenmaal te sterven. In de zelfbeproeving brengt men zich als in de heilige tegenwoordigheid des Heeren, Kenner der harten en Proever der nieren. Dat men toch eerlijk en waar handele in oprechtheid. We zullen hiermede dit Artikel beëindigen met de woorden onzer belijdenis: kortelijk, wij zijn door het gebruik van dit H. Sacrament bewogen tot een vurige liefde jegens God en onzen naaste. Daarom verwerpen wij alle vermengelen en verdoemelijke vonden, die de menschen bij de Sacramenten gedaan en gemengd hebben, als ontheiligingen derzelven, en zeggen, dat men zich moet laten vergenoegen met de verordening, die Christus en Zijne Apostelen ons geleerd hebben, en spreken gelijk zij daarvan gesproken hebben.
BARTH

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 1935

De Saambinder | 4 Pagina's

De Nederlandsche Belijdenisschriften

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 1935

De Saambinder | 4 Pagina's