Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gedwongen kruisdrager.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gedwongen kruisdrager.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij dwongen eenen Simon van Cyrene, die daar voorbijging, komende van den akker, den vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg. Marc. 15 : 21.

Welk een tegenstelling: Christus en Simon van Cyrene. Hij, de eeuwige Zone Gods, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God, buigt Zich, uit eeuwige liefde, geheel vrijwillig voor verloren zondaren onder het kruis, waaraan Hij binnen een enkele ure ten doode zal genageld worden. Simon van Cyrene, een mensch door de zonde dood en het eeuwig vloekvonnis waardig, weigert om zelfs het kruis van Christus te dragen tot de kruisheuvel zal bereikt zijn. Hij wil onder het kruis des Heeren zich niet bukken.
Die Simon van Cyrene is een beeld van elk mensch naar zijn natuur staat. Niet één van Adams nakomelingen wil 't kruis van Christus op zich nemen. Dat kruis is den Jood een ergernis en den Griek een dwaasheid. Wie zal ooit zijn zaligheid en behoudenis daarin zoeken, dat hij onder den vloek buigt, die op den Heere Jezus is gelegd, toen Hij het vloekhout droeg? Zalig worden door een vloekdragenden Jezus is onzen hoogmoed een aanstoot; is ons verduisterd verstand een ongerijmdheid. Tegen zulk zalig worden verzet zich een ieder van nature met bittere vijandschap. Hoe onbevattelijk paradox is het dan ook voor elk mensch, dat Paulus geen anderen roem heeft dan in het kruis van Christus. Wie roemt nu in een kruis? Wie in het kruis van Christus? Gewis: niemand van nature. Niemand neemt het kruis achter den ter dood veroordeelden Nazarener van zichzelf op.
Dat deed ook Simon van Cyrene niet. Hij werd echter tot het kruisdragen gedwongen. De krijgsknechten, zoo staat in onzen tekst geschreven, dwongen eenen Simon van Cyrene dat hij Zijn kruis droeg.
Wat die krijgsknechten daartoe bewoog? Was hun hart met medelijden vervuld aangaande den uit haat gevangen, gemartelden, met geeselslagen gewonden Jezus van Nazareth? Och neen. De verharde Romeinsche krijgsknechten kenden geen medelijden. Er was iets anders dat hen dreef om naar iemand om te zien, die het kruis van Jezus dragen zou. Zij vreesden dat de Heere Jezus na al de martelingen, die Hem waren aangedaan, onder het kruis bezwijken zou eer men Golgotha bereikt had. Die vrees deed de krijgsknechten omzien naar iemand die het kruis naar den vloekheuvel dragen zou. Want de kruisiging moest volbracht; deze mocht hun niet ontgaan; hun bloeddorst haakt naar de vervulling van het doodvonnis. Zij verstaan den verborgen raad Gods tot zaligheid der uitverkorenen niet. Naar dien raad moest Christus den smadelijken, smartelijken en vervloekten dood sterven. Hij kon op den weg niet bezwijken, zoomin als Hij weleer door het moordend zwaard van Herodes of in een oproer kon worden omgebracht, toen de Joden Hem wilden steenigen en van de steilte der stad werpen. Hij moest rechterlijk tot den dood veroordeeld worden, gelijk ook Zijn uitverkorenen door Gods recht gevonnist zijn tot den dood.
Door naar het rechterlijk vonnis den dood te sterven heeft Hij Zijn volk in de vierschaar van Gods recht vrijgemaakt van vloek en toorn.
Welnu, dan was het ook uitgesloten, dat de Heere Jezus zou bewijken op den weg naar Golgotha. Daarenboven Hij is niet alleen waarachtig en rechtvaardig mensch, doch ook waarachtig God. Zijn Goddelijke natuur heeft de menschelijke onderschraagd tot het doordragen van Gods eeuwigen toorn.
Zoomin Christus bezwijken kan in den Hof van Gethsemané, zoomin was het mogelijk dat Hij zoude neerzijgen op den weg naar Golgotha. Het moest aan Hem volbracht worden wat geschreven stond: „Zij hebben Mijne handen en voeten doorgraven". Aan het volbrengen van het werk der verzoening hing de verheerlijking van Gods deugden in de zaligheid der uitverkorenen. Neen, de Heere zou Zijn werk niet ter helfte slechts volbrengen. Hij trad den kruisdood tegemoet als het Lam, dat ter slachting geleid wordt, maar ook als de Leeuw uit Juda's stam. Die overwinnen zou. Niet als een martelaar, maar als Sions eeuwigen Koning, Die macht heeft om Zijn Ieven af te leggen en het weder aan te nemen, betreedt de Heere Jezus den lijdensweg. Hem is de verwerving en toepassing der zaligheid toebetrouwd en Hij getuigde Zelf: „Ik heb voleindigd het werk dat Gij Mij gegeven hebt om te doen".
De zaligheid van Gods volk heeft nimmer ook maar een oogenblik gewankeld. Zij was van eeuwigheid vast in den onveranderlijken Raad des Heeren, in het Verbond waarin Christus met Zijn hart is Borg geworden.
Zoo onwankelbaar Gods Raad is, zoo onwankelbaar is ook van eeuwigheid tot eeuwigheid de zaligheid der van God gekenden en beminden. Ook in de hand van Christus was de behoudenis der gevallenen Adams vast en zeker. Hij Zelf betuigde het niet alleen, dat niemand ze uit de hand Zijns Vader rukken zou, doch ook niet uit Zijn hand. Och, of Gods bestreden volk het oog meer mocht slaan op Hem, in Wien hun zaligheid vast is. De felste bestrijdingen zijn dikwerf in de ziel van Gods kinderen, bestrijdingen over de oprechtheid van het werk des Heiligen Geestes in hen, bestrijdingen over hun aandeel aan Christus en Zijne gerechtigheid, bestrijdingen der zonde, die in hen woelt en werkt, bestrijdingen van satan en diens vreeselijke hellemachten, die onder de verbergingen Gods meermalen groot geweld doen.
Maar aan welke vreeselijke bekampingen het volk Gods in deze wereld ook bloot staat, de gronden der zaligheid liggen boven het bereik des vijands en zullen niet wankelen. De berg Sion zal niet wankelen in eeuwigheid. Uw verlossing, o bestreden en door onweder voortgedrevenen, is toebetrouwd aan den Held, Die schuld-verzoenend en satan-overwinnend den dood inging.
Er was dan ook geen plaats voor het beweenen der vrouwen, noch voor de zorg der ruwe krijgsknechten. De vrouwen worden afgewezen. Zij hebben over zichzelf te weenen, niet over Christus. Hij, Die den eeuwigen toorn Gods draagt, en daarin is het voorwerp van Zijns Vaders welbehagen. Hij is geen voorwerp van menschelijk medelijden. Bedenkt dit toch wel voor u zelf. Niet uw gevoelsaandoeningen, die u tot tranen bewegen kunnen, maar alleen het geloof in Christus zal ons deel aan Hem geven. Het is voor elk mensch de groote vraag of wij als verloren zondaren ons zelf hebben leeren kennen. In die kennis komt plaats in onze ziel voor Christus' lijden en sterven. Maar zoo wij nimmer als doemwaardige zondaren voor God hebben leeren bukken, voorwaar er is geen plaats voor Christus, ook niet al gaan wij weenende achter den Gekruiste aan. Er zijn wat tranen geschreid, die spoedig weder zijn afgewischt. De Heere wijst de weenende vrouwen af. Daarentegen volbrengen de wreede krijgsknechten hun raadslag. Dat moet dienen tot de zaligheid van Simon van Cyrene.
Door de overmacht der krijgsknechten wordt deze Simon gedwongen het kruis van Christus achter Hem te dragen, doch de Heere bestuurt dit kruisdragen tot Simons zaligheid.
De Simon was afkomstig van Cyrene, een kustplaats in het Noorden van Afrika. In deze plaats was een groote Joodsche nederzetting. Simon had blijkbaar dit Cyrene als woonplaats met Jeruzalem verwisseld. Hij kwam althans van den akker, dien hij waarschijnlijk zelf bearbeidde voor zijn onderhoud. Tot de rijken der aarde zal deze Simon wel niet behoord hebben. Maar hij was een van de van God gekenden, en dat voorrecht is onnoemelijk grooter dan al het aardsche goed en genot tezamen. Het is de ure van des Heeren welbehagen voor dezen Simon. Hij zal verwaardigd worden om de smaadheid van Christus te dragen. O, hoe souverein-wonderlijk zijn Gods wegen met de Zijnen.
Simon komt juist van den akker als geheel de stoet der kruisiging ter stad uittrekt. Valt wellicht, middelijkerwijze gesproken, daardoor het oog der krijgsknechten, die naar iemand omzien om het kruis van Christus op zich te nemen, op dezen Simon? Hoe het zij, de krijgsknechten namen dezen van den akker komenden Jood en zij dwongen hem het kruis des Nazareners te dragen. Met de rechten der Joden rekenden die Romeinsche soldaten niet. Als het te pas kwam traden zij deze met voeten. Wat zou die Jood hen maken? Zij overheerschten met geweld. Verzet baatte niet. Simon werd gedwongen het kruis op zich te nemen.
Dat was wat anders dan zich voor te bereiden voor het Joodsche Paaschfeest! Als ware hij zelf de grootste vagebond, tot den kruisdood veroordeeld, moest hij het vloekhout dragen. Voor zijn leven zal hij geteekend staan onder de Joden als de man, die tot zulk een werk gedwongen werd. De schande van kruisdrager te zijn zal van hem niet zijn af te wisschen. Maar die schande zal God veranderen in eeuwige eere en gelukzaligheid. Niet het kruis, maar zijn morren tegen het dragen er van zal straks zijn smarte worden.
En nu zeide ik zooeven reeds, dat elk mensch een vijand van het kruis van Christus is. Niemand wil onder dat kruis buigen. Niemand wil uit genade zalig worden. Wij hebben in Simon een zeer duidelijke voorstelling er van dat onze hoogmoed ons verhindert in Christus' kruisdood de verzoening te zoeken voor de zonde. Zelfs in Gods volk zijn de bittere overblijfsels van de vijandschap tegen den weg van vrije genade. De discipelen zijn allen aan Christus geërgerd toen Hij Zich gaf in de hand Zijner vijanden. Onze natuur wordt nooit verzoend met de vrije genade. Maar dit is het groote voorrecht en de behoudenis van Gods uitverkorenen, de genade zal zegevieren over al den tegenstand die in hen woont. God beschikt zelf de wegen en vat de rechterhand Zijns volks om het ter zaligheid te leiden. De krijgsknechten waren instrumenten in de hand des Heeren om Simon van Cyrene onder Christus' kruis te doen buigen. In Gods hand zijn de middelen voor Zijn volk waardoor Hij komt om hun zielen te trekken tot Hem en te doen buigen in het stof. O, zie toch hoe noodzakelijk het is dat onze hoogmoed gebroken wordt en in den weg van de bevinding der heiligen, onze ziel onder Jezus wordt gebogen. Sinds lange jaren hebben velen een weg ten leven luide verkondigd, die bij veronderstelde wedergeboorte een aanvang nam en al spelende en zingende en huppelende kan bewandoeld worden. Hoe droevig de vruchten zijn is door een blinde zelfs te tasten. Een verstandsnaam-Christendom vreest er niet meer voor de sterfelijkheid der ziel te leeren en vele, zoo niet alle, grondwaarheden der zaligheid openlijk aan te tasten.
O, geliefden, houdt u bij de eenvoudigheid der Waarheid. Laat het op uwe conscientiën gebonden worden dat de wonderen van Gods genade in dit leven in ons moeten worden verheerlijkt, indien wij zullen zalig worden. En hoe onze weg ook wezen moge, de genade is allereerst in de levendmaking ontdekkend en vernederend, zoo diep vernederend, dat wij ons den vloekdood waardig keuren zullen voor God.
"Dat wordt de ervaring, de bevinding van Gods volk. En die daarvan vreemdeling is, is een vreemdeling van Christus en van het leven des geloofs.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1937

De Saambinder | 4 Pagina's

Een gedwongen kruisdrager.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1937

De Saambinder | 4 Pagina's