Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de wedergeboorte.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de wedergeboorte.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geen voorbereiding.
II
Hoewel alle Gereformeerden eenstemmig elke voorbereiding des menschen tot de wedergeboorte met groote beslistheid verwerpen, hebben sommigen eenige voorbereidingen Gods gesteld, waardoor Hij den uitverkorene tot de wedergeboorte voert. Door zulk een voorbereiding van de zijde Gods verstaan zij dan algemeene overtuigingen, die ook wel in de verworpenen zijn, doch waardoor de Heere de Zijnen bewaart voor doorbrekende zonden, hun natuurlijke hardheid breekt, voor de straf doet vreezen en als 't ware ontvankelijk maakt voor Zijn Woord, dat in den tijd Zijns welbehagens hun ten leven dienen zal. Het waren vooral Engelsche godgeleerden die eenige voorbereiding tot de wedergeboorte stelden. Perkins en Amesius hebben dienaangaande geschreven in de behandelingen van de gevallen der consciëntie en stellen als zoodanig o.m.
1e. eenige verbreking van de aangeboren hardnekkigheid, en dus eenige buigzaamheid daardoor in den wil;
2e. een zeer ernstige overdenking van Gods wet;
3e. een overdenking van zijn zonden, waardoor men God vertoornd heeft;
4e. een wettische vrees voor de slaafsche angsten der hel, vergezeld gaande met een wanhoop aan alles, dat men in zichzelf heeft.
In de Synode v. Dordrecht spraken de Engelsche godgeleerden hierover bij de artikelen III, IV, tegen de Remonstranten. Schier alle Nederlandsche godgeleerden hebben zich echter daartegen verklaard, als te vinden is bij Witsius over de verbonden III, VI, 11, 12. Comrie ziet hierin echter meest een woordenstrijd, hoewel hij het woord voorbereiden niet juist acht, omdat er tusschen dood en leven geen tusschenstand is. Wel kan aan de wedergeboorte veel vooraf gaan, doch niets bereidt den zondaar voor dit momenteele genadewerk Gods vóór. Deze voorafgaande zaken, die de consciëntie beroeren, zijn niet zaligmakend, als zijnde werkingen der wet. Evenwel is er in dit voorafgaande werk een bijzondere bestiering Gods omtrent uitverkorenen, terwijl de verworpenen hun verdoemenis er te meer door rechtvaardigen. (V Artikelen III 15). Alle deze voorafgaande zaken bereiden echter op zichzelf niet tot de wedergeboorte, dewijl zij den mensch laten in zijn doodsstaat, waaruit alleen de almachtige, onwederstandelijke kracht Gods den uitverkorene verlost. De wedergeboorte werkt God zonder ons in ons. (Comrie Gat. 396-402, Brakel Red. Godsdienst, Gap. 39 § 23. 56). Daarom spreke dan ook niemand van een voorbereiding voor de wedergeboorte. Zij, die van zulke voorbereiding spreken, aan de zijde Gods, maken zich dus geheel los van genoemde heele en halve Pelagianen. Op de wijze van een voorbereiding handelend, verstaan de rechtzinnige godgeleerden daardoor geenszins beginselen van geestelijk leven, omdat de mensch vóór de wedergeboorte dood is en dood blijft, in welke z.g. voorbereidende wegen God hem ook leiden moge. Voorts is de werking des Heiligen Geestes souverein en een iegelijk, die uit God geboren wordt, is als de wind waarvan men niet weet vanwaar hij komt, noch waar hij henengaat.
De algemeene overtuigingen zijn in den één meer dan in den ander. Somtijds is de consciëntie zeer beroerd; somtijds laat deze den mensch weer langen tijd met rust. Hoe zeer zij ook de consciëntie beroeren, het zijn slechts algemeene werkingen, zonder zaligmakende kracht, latende den mensch buiten Christus. Deze overtuigingen zijn wel te onderscheiden van de levendmakende overtuiging, die in de wedergeboorte geschiedt en den levendgemaakte somtijds langen tijd in vele beroeringen Iaat, niettegenstaande het geloof in hem is gewrocht. Zeer duidelijk schrijft Comrie over deze zaak als hij in zijn Catechismus blz. 167 (Zondag III) zich aldus uitlaat: „Houd altoos in gedachten dat de wedergeboorte, die gij deelachtig zijt geworden, een onmiddellijk gewrochte is van den Heiligen Geest. Hij vindt niets in ons als eenige goede geschiktheid, eenige voorbereidselen of voorbereidend werk, tot de wedergeboorte en het geloof als een „materia ex qua", uit welke Hij ons wederbaart, of een materia in quam operatur, een stof op welke Hij werkt, ons wederbarende. O neen! daar is niets in ons als de verdorven aard, waardoor wij geheel en niet half dood zijn en dus komt de Geest Gods, door de onmiddellijke werking van Zijn Goddelijke, onwederstandelijke kracht en Hij wederbaart of maakt den uitverkoren zondaar, die dood was, zonder zijn toedoen of allerminste in vloeiing tot zijn levendmaking, levend; niet bij trappen, maar in één oogenblik des tijds. Die een voorbereiding der wedergeboorte leeren van de zijde des menschen, loochenen met de Pelagianen den doodstaat van den mensch en de souvereine genade Gods.
(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juni 1940

De Saambinder | 4 Pagina's

Van de wedergeboorte.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juni 1940

De Saambinder | 4 Pagina's