Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de wedergeboorte.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de wedergeboorte.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV
In hun jonkheid stervende kinderkens.
Nu volgt de vraag hoe bet staat met de uitverkoren kinderkens, die in hun jonkheid sterven.
Zulke uitverkorenen zijn er. David mocht gelooven dat zijn kind niet tot hem, maar hij tot dat kind zou wederkeeren. En de Heere Zelf heeft gesproken van het gestorven kind van Jerobeam, dat er wat goeds in was voor Hem. Er zijn dus ook jong stervende kinderkens, die naar den hemel gaan.
Maar hoe zullen zij er komen?
Op den voorgrond staat vast, dat ook deze uitverkorenen (want anderen zullen niet zalig worden) zonder wedergeboorte niet ten hemel kunnen ingaan. Ook zij zijn der verdoemenis in Adam onderworpen. Ook zij zijn dood door de zonden en de misdaden. Niet minder dan de volwassenen is hun van noode wedergeboren te worden om zalig te worden. Hoe werkt nu God de wedergeboorte in hen? In hen werkt God deze onmiddellijk. Zij kunnen het Woord Gods hooren noch lezen; mitsdien worden zij wedergeboren zonder dat de prediking des Woords hun daartoe als middel dient.
Dit zij toegegeven. God wederbaart hen op een voor ons verborgen wijze. Zijn machtwoord komt tot hen zonder de instrumenteele werking van het Woord. God vermag in kinderkens te werken. Johannes de Dooper sprong reeds op in zijns moeders lichaam, toen Maria, de moeder des Heeren, tot Elisabeth kwam. De Heilige Geest was met hem van zijns moeders lijf aan, Luc. 1 : 15. Ook Jeremia 1 : 5 wordt ten bewijze aangevoerd, dat God van de geboorte, ja vóór de geboorte de Zijnen wederbaren kan. God, Die krachtens Zijn rechtvaardigheid aan de ziel het beeld onttrekt, als Hij deze schept, vermag ook dit beeld te herstellen in de kleine kinderkens. Evenals het een verborgenheid blijft hoe deze, in de prilste jeugd stervende uitverkorenen, het loflied zingen zullen: „Gij hebt ons Gode gekocht met Uw bloed", zonder dat zij op aarde daarvan bewustheid droegen, evenzoo is hun wederbaring een geheim, dat echter aan de zekerheid van het wonder niets afdoet.
Doch deze wondere werking Gods geeft geen recht te besluiten, dat alle uitverkorenen in den regel wedergeboren ter wereld komen. Uit het ééne voorbeeld van Johannes den Dooper trekt Dr A. Kuyper al te lichtvaardig de conclusie: „Dus in den regel wordt men op jeugdigen leeftijd „in foedere" geboren" (Dict Dog. IV 81).
Nicodemus was uiterlijk „in foedere" en nog onwedergeboren. Paulus eveneens. Zij slaan de stelling van Kuyper geheel omver. Daarenboven moet worden volgehouden, dat de in hun jonkheid wedergeborenen, zoo zij opwassen, niet zullen blijven buiten het dragen van vruchten, noch zonder de ervaring van het werk des Heiligen Geestes in hen. De boom wordt aan de vrucht gekend. Zoo van deze krachtdadige, innerlijke werking des Heiligen Geestes niets wordt ervaren, noch geopenbaard wordt, betaamt het ons niet de kinderkens als wedergeborenen te beschouwen en te behandelen, gelijk helaas maar al te algemeen geschiedt. Evenmin geeft ons de stellige betuiging van Gods Woord dat ook kinderen in heerlijkheid zullen ingaan, als het kind van David en van Jerobeam, grond om te leeren, dat alle jong stervende kinderkens de zaligheid zullen beërven. Dit was ook geenszins de strekking van hetgeen de Dordtsche vaderen beleden in Hoofdstuk I, 17 van de Vijf Artikelen tegen de Remonstranten. Dat artikel besluit met de door velen maar al te lichtvaardig betwiste woorden:
Zoo moeten de godzalige ouders niet twijfelen aan de verkiezing en zaligheid hunner kinderen, welke God in hun kindsheid uit het leven wegneemt". Betuigden onze Dordtsche vaderen nu met deze woorden, dat wij maar te gelooven hebben, zelfs zoo zeker, dat wij er niet aan twijfelen mogen, dat elk jong stervend kind in den hemel is? Neen, dat heleden zij niet.
In dat artikel kwamen zij op tegen den laster der Remonstranten, die smaadden dat zij de jonge kinderkens maar verdoemden. Dit werpen zij zoo verre van zich, dat zij beleden dat godzalige ouders niet behoeven te twijfelen aan de verkiezing en zaligheid der jong gestorven kinderen. Niet alsof genade erfgoed is en de kinderen van godzalige ouders van nature iets ter zaligheid vóór hebben zouden boven andere kinderen. Dat leerden onze vaderen niet, maar zij spraken op deze wijze, omdat God Zijn genade verheerlijkt in Zijn Kerk en binnen de grenzen van het Verbond der Genade.
Daarom spreken de Vijf Artikelen van de kinderen der godzalige ouders. Onder hen heeft God Zijn uitverkorenen, en die zullen zalig worden, ook als deze in hun jonkheid sterven. Godzalige ouders alleen hebben het geloof ontvangen en zij worden opgewekt te gelooven en niet te twijfelen aan de verkiezing en zaligheid der jong gestorven kinderen, zoovelen n.l. als God tot de zaligheid beschikte. Dit hebben wij staande te houden tegenover den smaad der Remonstranten, als zouden de Gereformeerden leeren dat al de jonge kinderkens verdoemd worden, dewijl deze nog niet gelooven kunnen. Maar tegelijk leerden de Dordtsche vaderen zoowel de verwerping als de verkiezing van jonge kinderen. Om één uitspraak te noemen: de afgevaardigden van Utrecht gaven onder de redenen van hun oordeel over de stellingen en tegenstellingen van de verwerping o.m. het volgende:
„Indien daar geen verkiezing is van de jonge kinderen, zoo is voor dezelve ook geen belofte der zaligheid, noch zaligheid. Want de zaligheid en de belofte er van is nergens anders uit, dan uit de verkiezing ter zaligheid. Nu, aan de jonge kinderen behoort de belofte: Ik ben uw God en uws zaads God. Ulieden en uwen kinderen is de belofte gedaan. Uwe kinderen zijn heilig. En hun behoort ook de zaligheid. Laat ze tot Mij komen, want het Rijk der Hemelen behoort hun toe”.

Het is dus duidelijk dat deze afgevaardigden de verkiezing beleden ook van kinderen. Maar zij leerden niet dat alle jonge kinderen waren uitverkoren en dus zalig worden. Zij beleden ook de verwerping. Immers zij gaan aldus voort:

„Indien de verkiezing behoort tot de jonge kinderen, zoo behoort ook tot de jonge kinderen de verwerping. Zulks bewijst de verwerping van Ezau zijnde een jong kind, ja nog niet geboren. Welk voorbeeld de Apostel voorbrengt, om daarmede de algemeene leer van de verwerping Gods te bewijzen, nemende zijn gevolg van een bijzonder voorbeeld tot bewijs van de waarheid derzelve in het algemeen, gelijkerwijs hij ook de leer van de verkiezing Gods bevestigt met het voorbeeld van Jacob, mede zijnde nog een jong kind en alsnog niet geboren”.

Dit is duidelijke taal, waarin zoowel de verwerping als de verkiezing van jonge kinderen beleden wordt. Zij doet ons zien dat de Hervormden, in de roemruchtige synode te Dordrecht vergaderd, met name in het bedoelde artikel dus niet van de jong gestorven kinderkens hoofd voor hoofd spreken, als zouden allen, geen uitgezonderd, zalig worden, maar leeren de zaligheid van de uitverkoren kinderkens zoowel als van volwassenen.
Aan deze leer wenschen wij ons te houden. De uitverkorenen wederbaart God nu in den tijd Zijns welbehagens op onderscheiden leeftijden gelijk o.a. Gomrie duidelijk leert en anderen met hem. Nicodemus was tot manlijken leeftijd gekomen eer hij wedergeboren werd; ook Mattheus, de moordenaar, Paulus, Lydia, de stokbewaarder enz. Zij kwamen niet tot bewustzijn dat zij wedergeboren en uit den dood overgezet in het leven.
(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juli 1940

De Saambinder | 4 Pagina's

Van de wedergeboorte.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juli 1940

De Saambinder | 4 Pagina's